Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Maastrichtse gevelstenenrubriek

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Gevelstenenacties

    Geweldig, Jef, wat een resultaat. Als je de verschillende stenen zo naast elkaar ziet, valt eerst met recht op wat een verschil het maakt. Goed dat jullie de eigenaren persoonlijk proberen te benaderen, want ik denk dat er best bij zullen zitten die graag hun gevel wat laten opknappen, maar niet wisten hoe dat aan te pakken. Ik wilde dat ik zelf in zo'n huis woonde!

    Wat structurele hulp van de gemeente betreft: ik help het je hopen. Natuurlijk is het voor de uitstraling van de stad van belang dat zulke prachtige gevelstenen het straatbeeld opfleuren en de toerist en stadsbewoner een opgewekt en kooplustig humeur bezorgen (ook al is dat niet te bewijzen), zodat ze vaker in de binnenstad willen verkeren. Maar het stadsbestuur zal het bevorderen daarvan niet snel als taak zien, dat gaat uit van het particulier initiatief. Maar gevelstenen zijn Cultureel Erfgoed van de stad en misschien dat daar toch een mogelijkheid ligt. Misschien helpt het je betoog als je weet hoe het in andere steden met een ruim aanbod van gevelstenen geregeld is, zoals in Amsterdam, Leiden, Hoorn (ik noem maar wat).

    Overigens ligt er een historische link: honderd jaar geleden maakten sommigen zich eveneens terecht druk vanwege de stedelijke gevelstenen (en gevels). De toenmalige (derde) Monumentencommissie, die wel kennis had, maar geen zeggenschap, wist de gemeente toen te bewegen tot een soortgelijke actie: het benaderen van huiseigenaren. Er was zelfs een klein restauratiesubsidie voor beschikbaar (voor steen én gevel).
    Zie: Maastrichtse monumentenzorg, documentaire fotografie van Alexander Simays tussen 1912 en 1940, (Vierkant Maastricht, 33), Maastricht 2000, 48-51.
    Last edited by Ingrid M.H.Evers; 29 november 2015, 11:15.

    Opmerking


    • Ingrid, zoals jij het schetst moet het toch eigenlijk voor iedereen, dus ook voor gemeente, duidelijk zijn dat zij niet alleen een taak maar ook de verplichting (verantwoordelijkheid) hebben voor onze gevelstenen als cultureel erfgoed op te komen, niet alleen met mooie woorden, maar ook met daadwerkelijke steun.
      Heb regelmatig contact met zusterenigingen in 'Holland', maar daar is het over het algemeen ook huilen met de pet op. Weet dat ze in Leiden en Haarlem regelmatig in de clinch liggen met de gemeente; in Utrecht en Amsterdam komt men - niet con amore - maar toch wel eens mondjesmaat over de brug.

      De VMG wil graag een structurele aanpak van gevelstenenonderhoud en verzoekt daarvoor een garantiestelling van € 2000 per jaar; in feite peanuts afgezet tegen de royale subsidies die culturele grootmachten hier in de stad vangen. En neem dan eens de ruim € 12.000 (marktconform!) voor de plaquette van André Rieu.
      Het is 'm gegund, maar toch, het wringt.
      Kiek ins nao bove !
      http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

      Opmerking


      • Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers Bekijk bericht
        Gevelstenenacties

        Overigens ligt er een historische link: honderd jaar geleden maakten sommigen zich eveneens terecht druk vanwege de stedelijke gevelstenen (en gevels). De toenmalige (derde) Monumentencommissie, die wel kennis had, maar geen zeggenschap, wist de gemeente toen te bewegen tot een soortgelijke actie: het benaderen van huiseigenaren. Er was zelfs een klein restauratiesubsidie voor beschikbaar (voor steen én gevel).
        Zie: Maastrichtse monumentenzorg, documentaire fotografie van Alexander Simays tussen 1912 en 1940, (Vierkant Maastricht, 33), Maastricht 2000, 48-51.
        Die tekst van p. 48-51 klinkt mij als een bekend verhaal in de oren met dezelfde na te streven wensen en uitwerkingen: een commissie die inventariseert en voorzetten geeft; de gemeentelijke overheid die (gedeeltelijk) faciliteert waarmee beiden de particuliere sector weten te enthousiasmeren.
        Zou zo maar - in ons geval - een blauwdruk kunnen zijn voor een met een nieuw elan omgeven gevelstenenbeleid.
        Kiek ins nao bove !
        http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

        Opmerking


        • Gevelstenenrubriek nr. 170

          Alexander Simays
          gevelstenenfotograaf van het eerste uur




          kijk hier

          Kiek ins nao bove !
          http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

          Opmerking


          • Loer ins nao bove



            Laat je verrassen

            kijk hier
            Kiek ins nao bove !
            http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

            Opmerking


            • Als luie facebookverslaafde moet ik steeds de neiging onderdrukken om berichten op mestreechonline te 'liken' .Bij deze(n) dus maar dit slappe maar welgemeende berichtje .Ik geniet nog steeds van jullie.
              Zaoleg Nuijaor !
              Last edited by Annefine; 2 januari 2016, 14:37. Reden: meerdere taal-en spellingsvouten

              Opmerking


              • Bekinde Mestreechtenere



                kijk hier
                Kiek ins nao bove !
                http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

                Opmerking


                • Gevelstenennieuws in 't kort

                  kijk hier

                  Kiek ins nao bove !
                  http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

                  Opmerking


                  • De twee Carbinders



                    kijk hier
                    Kiek ins nao bove !
                    http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

                    Opmerking


                    • "Er kan dus zonder al te veel wroeging nog een derde gokje aan toegevoegd worden: karbinder is een vroegere schrijfwijze van karabijn." Jef-VMG

                      In het WNT deel VII, 1 staan onder kar de woorden karbinder/kerbinder met een tekst uit 1564:
                      Salaris … der kerbinders, van het laeden ende ontlaeden der waegens en kerren,
                      bij génard, Antw. arch. 1, 279 [1564].


                      Wel vind ik bij karabinier

                      Afl.Karabijner (zie bij KARABINIER): znw. m. Naar fra.carabinier (waarnaar ook eng.carabineer, nhd.karabinier)

                      Mogelijk zou gedacht kunnen worden dat het Franse car(a)binier in Maastricht rond 1700 als karbienjee is uitgesproken, maar jammer genoeg staat er geen tekst op de getoonde steen.

                      Opmerking


                      • Wat betreft: 'De twee karbinders'

                        In de posting 144 is bij de Gevelstenenrubriek 'Kiek ins nao bove', dd. 1 februari 2016, dit citaat te vinden: 'Er kan dus zonder al te veel wroeging nog een derde gokje aan toegevoegd worden: karbinder is een vroegere schrijfwijze van karabijn.'

                        Nou nee, dat is wel een beetje erg kort door de bocht, Jef. Dat een woord als 'carabijn' of 'karabijn' toevallig óók begint met 'car', wil niet zeggen dat het eenzelfde herkomst heeft als 'carbinder'. Om hier bij een gevelsteen met twee karabijnen te spreken van twee 'carbinders', is op geen enkele manier te verantwoorden. De Bijlage bij het raadsbesluit van 7 augustus 1962 gaf een duidelijke en directe uitleg, die door het Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal wordt ondersteund: karbinders waren karreladers.

                        Goswin en Jägers gaven in hun uitgave 'Maastricht, een straat, een naam' in 1989 een correcte verklaring voor een van de betekenissen van het woord 'care', namelijk korf of mand. Vervolgens vielen zij in eenzelfde valkuil als waartoe jij je hebt laten verleiden: zij koppelden het woord 'binden' aan iets dat goed begrijpbaar leek: het vlechten van manden. De laatste regel in hun citaat is een beetje te direct gesteld. Beter had er kunnen staan: 'Karbinders verwijst dus waarschijnlijk naar het gilde van de mandenmakers'. Temeer omdat ze zelf al aangaven dat bij het woord 'car' of 'caere' hun keuze voor de betekenis 'mand' niet zonder meer juist hoefde te zijn.

                        Goswin en Jägers hebben indertijd een fotokopie gemaakt van alle raadsbesluiten vanaf 1934 inzake nieuwe of te veranderen straatnamen. De bijlagen van die raadsbesluiten hebben zij echter niet gezien, zodat zij met hun beschrijving moesten uitgaan van wat zij zelf konden vinden, of bedenken. Ik vermoed dat zij voor de oudere begrippen (zoals de namen van beroepen en ambachten) niet de beschikking hadden over, of gedacht hebben aan, het raadplegen van het (Groot) Woordenboek der Nederlandsche Taal.

                        Deze geweldige, zeer omvangrijke, want enkele tientallen delen tellende uitgave is nu via het Internet voor iedereen toegankelijk.Het woord ‘karbinder’ of ‘kerbinder’ blijkt een term die wordt vermeld in enkele uitgaven van laat-middeleeuwse bronnen, zoals de Placcaeten ende Ordonnantien van de hertoghen van Brabant (zie link) en in het Antwerps Archievenblad 1 (Genard).

                        De samenstellers van de in 2013 verschenen uitgave De Straatnamen van Maastricht (populair 'het straatnamenboek van Maastricht' genoemd), hebben er wel het WNT op nageslagen. Zij volgen de uitleg van het raadsbesluit, maar komen met nog een tweede mogelijkheid. Daarbij zou een karbinder een man zijn die een ‘binde’ of platte ijzeren ‘lat’ maakt ter bevestiging op het loopvlak van een houten wiel. Deze suggestie wordt echter door geen enkele bron ondersteund en ik vind het jammer dat zij is genoemd. Het leidt maar tot speculaties die eigenlijk geen grond hebben.

                        Resumerend: een ‘karbinder’ was een lader/losser van voertuigen. Het woord heeft niets te maken met een karabijn.

                        NOTA BENE: Ik zie nu dat Koiranou tot dezelfde conclusies is gekomen als ik en mij ruimschoots voor is geweest. Dat heb je ervan als je de webpagina's niet ververst!
                        Last edited by Ingrid M.H.Evers; 1 februari 2016, 22:00.

                        Opmerking


                        • Gilde en ambacht

                          Wat betreft het door Goswin en Jägers genoemde 'gilde van de mandenmakers': dat bestond helemaal niet. In Maastricht gebruikte men het woord 'gilde' niet, men sprak van een 'ambacht'. De korvers of mandenvlechters vormden geen eigen ambacht, maar waren een beroepsgroep onder het ambacht van de vissers.

                          Tot welk ambacht de karbinders behoorden, is niet meteen duidelijk omdat het woord in Maastricht niet gebruikt schijnt te zijn. Aangezien deze mensen karren oplaadden en ook weer losten, vermoed ik dat we hen moeten zoeken onder het ambacht van de zakdragers.
                          Last edited by Ingrid M.H.Evers; 30 januari 2016, 16:38.

                          Opmerking


                          • Wat nu te doen met de opmerking in de bewuste aflevering van 'Kiek ins nao bove' 'dat in een wijkmeesterslijst van de Grote Staat uit 1748 sprake is van een huis dat de ‘twee carbinders’ werd genoemd en dat in de gichten van koop en verkoop van huizen een huis in die straat werd vermeld onder de namen de ‘twee carbinders’ en de ‘twee pistolen’. Heeft de VMG dan toch gelijk als zij het huis in de Wijkmeesterslijst van 1748 en dat in de Gichten als identiek inschat en de naam 'twee carbinders' en 'twee pistolen' eveneens? En de lokalisering van het pand naar maatstaven van na 1888?

                            Wat mij betreft niet. Althans niet voordat ik de exacte gegevens van de vindplaatsen heb en die heb kunnen verifiëren. Niet dat ik twijfel aan de goede wil van de VMG. Ik twijfel aan de interpretatie van de gegevens in de genoemde bronnen. Ik heb even de handen vrij, dus als Jef wat steun in de rug wil hebben...? Het e-mailadres is bekend.
                            Last edited by Ingrid M.H.Evers; 1 februari 2016, 22:01. Reden: correctie

                            Opmerking


                            • Die wijkmeesterslijst van de Grote Staat werd opgesteld om een overzicht te krijgen van particuliere woonhuizen die in aanmerking kwamen om Franse militairen in te kwartieren. (na de verovering van 174.
                              Dus niet alle gebouwen (o.a. de Lanscroon en hotel de Wintmolen) zijn daar in opgenomen en de juiste adressering is zonder huisnummer natuurlijk lastig, maar de volgorde van de opgenomen huizen werd duidelijk aangehouden. Zo werden vanaf het Vrijthof de volgende huizen genoemd tot aan de Leliestraat:
                              int posthoorn
                              twee carbinders
                              de gulle caroes
                              in de dry leliens
                              in het cruys

                              De gevelsteen met de twee karabijnen is in diezelfde blok huizen in de kelder van Grote Staat 63 teruggevonden.
                              Als je daar dan het lijstje van huizen naast legt ...... Er is er maar eentje met 'twee' in de naam en die andere namen hebben niks met een vuurwapen te maken.
                              Maar een echt bewijs is dat natuurlijk niet.
                              Kiek ins nao bove !
                              http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

                              Opmerking


                              • Het beleg van 1748

                                Oorspronkelijk geplaatst door Jef-VMG Bekijk bericht
                                Die wijkmeesterslijst van de Grote Staat werd opgesteld om een overzicht te krijgen van particuliere woonhuizen die in aanmerking kwamen om Franse militairen in te kwartieren. (na de verovering van 1748 ).
                                Ik vond de lijst via Jules Schaepkens van Riemst (Eenige bijzonderheden omtrent straten, pleinen en bewoners.., 1907.) in De Maasgouw 16 (1894) 45-46. Deze aflevering van 30 juni 1894 staat spijtig genoeg niet op de website van Delpher. Er is daar een onderbreking van drie maanden.

                                Stadsarchivaris P. Doppler publiceerde in deze aflevering het artikel 'Huizen met gevelsteenen in de Groote Staat te Maastricht in 1748'. Hij vermeldde de huizen achtereenvolgens vanaf het hoekhuis aan het Vrijthof (nu Vrijthof 1, Snacksons) aan de hand van de gevelsteen en noemde de hoofdbewoner/hoofdbewoonster. De oorspronkelijke bron - de opstelling van wijkmeester Kerens - ging echter veel verder. Deze moest volgens het raadsbesluit van 5 mei 1748 ook het aantal kamers noteren, eventueel aanwezige 'stallingen' (opstallen, bv. schuren etc.) en de namen van de officieren van het garnizoen die er in 1748 tijdens het beleg waren ingekwartierd. Het ging niet - zoals hierboven is gesteld - om logies voor Franse officieren ná het beleg, maar om een overzicht van de Staats/Oostenrijkse officieren van het verdedigende garnizoen en waar die waren ingekwartierd in de stad. (Officieren woonden nooit in barakken). Overigens geeft de lijst bij Doppler alle panden weer, ook 'In den Lupaert' en 'In de Lantscroon' die hoofdzakelijk in gebruik waren bij het stadsbestuur. Alleen het logement 'In de Wintmolen', gelegen op de hoek van de huidige Dominicanerkerkstraat, ontbreekt. Doppler heeft hier geen verklaring voor. Het zóu kunnen zijn dat het pand aanzienlijke schade had opgelopen tijdens een bombardement door de Fransen op 16 april, waarbij de stad materieel zwaar te lijden had, maar dat is vooralsnog speculatie mijnerzijds.

                                Begin april 1748 sloegen de Fransen het beleg en sloten de stad in. Het garnizoen bestond toen uit circa tienduizend (10.000!) Staatse en Oostenrijkse troepen, waaronder enkele honderden officieren. Het beleg van Maastricht was een onderdeeltje in de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748 ), waar half Europa bij betrokken was. Op 30 april werd in Aken tussen de geallieerden en de Fransen de vrede in die oorlog gesloten. Op 3 mei arriveerden koeriers te Maastricht om een en ander bekend te maken bij de strijdende partijen. Voor de geallieerden betekende de nieuwe vrede onder meer dat Maastricht moest worden afgestaan aan de Fransen.

                                De belegerende Fransen en het stedelijk garnizoen sloten een wapenstilstand van enkele dagen. Op 7 mei capituleerde de vesting eervol en op 10 mei verlieten de Staats-Oostenrijkse troepen 's-morgens met vliegende vaandels en alle krijgseer de stad. Met hopelijk ook alle officieren die Kerens en zijn collega-wijkmeesters op 5 mei 'in kaart' hadden gebracht. Want indien er ook maar ééntje achterbleef, zou dat de capitulatievoorwaarden schenden en dus de stad hebben geschaad. Houdt steeds in gedachten dat 'de stad' (de burgerlijke autoriteiten) en 'de vesting' (de militaire autoriteiten) niet een en dezelfde partij waren; zij hadden vaak heel verschillende belangen.

                                Over dit beleg zie onder meer Ubachs/Evers, Historische Encyclopedie Maastricht (2005), trefwoord beleg, 1748. De Fransen zouden minder dan een jaar de stad bezetten. Op 3 februari 1749 vertrokken ze weer. Een tastbare herinnering aan deze periode is de Maastrichtse maquette, door Franse officieren van de genie opgemeten en gebouwd. Wie hem nog niet kent: een kopie ervan staat permanent tentoongesteld op de vierde verdieping van het Centre Céramique te Maastricht.
                                Last edited by Ingrid M.H.Evers; 1 februari 2016, 22:11. Reden: redactie en aanvulling

                                Opmerking

                                Bezig...
                                X