De Heksenhoek, de allerlaatste Maastrichtse impasse
Eerlijk gezegd krijg ik het daarvan een beetje benauwd, temeer, omdat ik dat stukje een beetje snel heb geschreven, er vandaag nog tenminste één pertinente fout in stond en ik inmiddels nogmaals wat heb gecorrigeerd.
Al naar gelang de plannen naar buiten worden gebracht, begrijp ik dat er zowel links als rechts van waterpoort De Reek aan een doorbraak door de muur wordt gedacht. Gezien vanuit het park gaat het links van De Reek om een bestaande verbinding in de vorm van een poterne, een 'servicetunneltje' voor de sluizen van de waterpoort. Tollers bijzondere foto's van die poterne laten zien hoe diep en breed de muur eigenlijk is. Tevens is duidelijk, dat het aanwenden van dit tunneltje als basis voor een fietsverbinding geen optie is. Ik ben beslist geen vestingdeskundige, maar ik geloof dat deze poterne de enige is die we nog in de stadsmuur hebben. (Een poterne is iets anders dan een kazemat). Ze moet dus gekoesterd worden als een waardevol onderdeel van de nog resterende stadsverdediging en niet worden verruïneerd ten gunste van een nutteloze bevlieging.
Wordt de doorbraak gerealiseerd ten oosten van De Reek, dan komen we in de Heksenhoek uit. In gedachten ben ik nog eens de gehele vesting rondgelopen en heb geconstateerd dat de Heksenhoek niet alleen een verstild stukje Maastricht is (op zich al zeldzaam), maar dat dit straatje nog een andere belangrijke eigenschap heeft. Het is het enige hoekje dat nog herinnert aan de wijze waarop in vroeger eeuwen het stratenplan ondergeschikt werd gemaakt aan de vestingstatus. Tot 1867 was de stad immers 'opgesloten' binnen de ring van de stadsmuur en kon men haar alleen verlaten via een van de zeven stadspoorten. Eeuwenlang liepen daardoor tal van straten en steegjes dood tegen de wal, hetgeen goed te zien is op oude plattegronden. De huidige Maagdendries, Capucijnenstraat, Hoog Frankrijk, Zakstraat, Calvariestraat, Heksenstraat, Zwingelput, Begijnenstraat en het straatje dat van de Helpoort doorliep tot aan de (huidige) trap naar het rondeel De Vijf Koppen: ze eindigden allemaal tegen de stadsmuur. Wie bekend is in Luik, weet dat daar nog altijd tal van dergelijke impasses bestaan, al lopen ze daar dood tegen de berg.
In Maastricht zijn alle doodlopende straten aan de noord- en westzijde van de stad door het slechten van de muur vrij komen te liggen, en dat geldt ook voor het toen veel kleinere Wyck. Wel had daar al eerder in de Stationsstraat de vrijwel vergeten Stationspoort kortte tijd vóór de opheffing van de vesting met twee smalle doorgangen een doorbraak gerealiseerd in de oostelijke walmuur. Alleen aan de zuidzijde bleven op de linkeroever in het park twee gedeelten van de muur behouden; daar resteerden na de afbraak in 1867-1870 vier doodlopende straatjes. Met de doorbraak van Poort Waarachtig (1888 ) werden de Begijnenstraat en wat nu Vijf Koppen heet, van twee zijden bereikbaar. En toen het eeuwenlang dichtgemetselde Nieuwenhofpoortje weer werd geopend en er een (eerder nooit bestaande) voetgangersbrug kwam naar het park, was ook de Zwingelput voor het eerst in de geschiedenis van twee kanten bereikbaar. Overigens werd deze straat pas echt ontsloten door het afgraven van de stedelijke Knijnsberreg (waar konijnen werden gefokt voor de slacht) en de aanleg in 1911 op die locatie van de Nieuwenhofstraat.
Afstrepend kom ik tot de conclusie dat de huidige Heksenhoek in Maastricht het enige nog resterende voorbeeld is van zo'n historische impasse, een laatste herinnering aan de oude bebouwing onder de stadsmuur. Zou dat niet ook een reden kunnen zijn om deze oase van rust met hand en tand te verdedigen?
Oorspronkelijk geplaatst door LifeInMaastricht
Bekijk bericht
Al naar gelang de plannen naar buiten worden gebracht, begrijp ik dat er zowel links als rechts van waterpoort De Reek aan een doorbraak door de muur wordt gedacht. Gezien vanuit het park gaat het links van De Reek om een bestaande verbinding in de vorm van een poterne, een 'servicetunneltje' voor de sluizen van de waterpoort. Tollers bijzondere foto's van die poterne laten zien hoe diep en breed de muur eigenlijk is. Tevens is duidelijk, dat het aanwenden van dit tunneltje als basis voor een fietsverbinding geen optie is. Ik ben beslist geen vestingdeskundige, maar ik geloof dat deze poterne de enige is die we nog in de stadsmuur hebben. (Een poterne is iets anders dan een kazemat). Ze moet dus gekoesterd worden als een waardevol onderdeel van de nog resterende stadsverdediging en niet worden verruïneerd ten gunste van een nutteloze bevlieging.
Wordt de doorbraak gerealiseerd ten oosten van De Reek, dan komen we in de Heksenhoek uit. In gedachten ben ik nog eens de gehele vesting rondgelopen en heb geconstateerd dat de Heksenhoek niet alleen een verstild stukje Maastricht is (op zich al zeldzaam), maar dat dit straatje nog een andere belangrijke eigenschap heeft. Het is het enige hoekje dat nog herinnert aan de wijze waarop in vroeger eeuwen het stratenplan ondergeschikt werd gemaakt aan de vestingstatus. Tot 1867 was de stad immers 'opgesloten' binnen de ring van de stadsmuur en kon men haar alleen verlaten via een van de zeven stadspoorten. Eeuwenlang liepen daardoor tal van straten en steegjes dood tegen de wal, hetgeen goed te zien is op oude plattegronden. De huidige Maagdendries, Capucijnenstraat, Hoog Frankrijk, Zakstraat, Calvariestraat, Heksenstraat, Zwingelput, Begijnenstraat en het straatje dat van de Helpoort doorliep tot aan de (huidige) trap naar het rondeel De Vijf Koppen: ze eindigden allemaal tegen de stadsmuur. Wie bekend is in Luik, weet dat daar nog altijd tal van dergelijke impasses bestaan, al lopen ze daar dood tegen de berg.
In Maastricht zijn alle doodlopende straten aan de noord- en westzijde van de stad door het slechten van de muur vrij komen te liggen, en dat geldt ook voor het toen veel kleinere Wyck. Wel had daar al eerder in de Stationsstraat de vrijwel vergeten Stationspoort kortte tijd vóór de opheffing van de vesting met twee smalle doorgangen een doorbraak gerealiseerd in de oostelijke walmuur. Alleen aan de zuidzijde bleven op de linkeroever in het park twee gedeelten van de muur behouden; daar resteerden na de afbraak in 1867-1870 vier doodlopende straatjes. Met de doorbraak van Poort Waarachtig (1888 ) werden de Begijnenstraat en wat nu Vijf Koppen heet, van twee zijden bereikbaar. En toen het eeuwenlang dichtgemetselde Nieuwenhofpoortje weer werd geopend en er een (eerder nooit bestaande) voetgangersbrug kwam naar het park, was ook de Zwingelput voor het eerst in de geschiedenis van twee kanten bereikbaar. Overigens werd deze straat pas echt ontsloten door het afgraven van de stedelijke Knijnsberreg (waar konijnen werden gefokt voor de slacht) en de aanleg in 1911 op die locatie van de Nieuwenhofstraat.
Afstrepend kom ik tot de conclusie dat de huidige Heksenhoek in Maastricht het enige nog resterende voorbeeld is van zo'n historische impasse, een laatste herinnering aan de oude bebouwing onder de stadsmuur. Zou dat niet ook een reden kunnen zijn om deze oase van rust met hand en tand te verdedigen?
Opmerking