De brand op de Minderbroedersberg (1866)
Wanneer die klok er kwam, weet ik niet, ook niet of de doorgang naar de 'cour' (nu straatgedeelte) aan de oostzijde afgesloten was. Aan de westzijde was in elk geval een tweede 'poort' die het eigenlijke gevangenisterrein met 'wandelplaatsen' (luchtplaatsen) afsloot.
Het lijkt me waarschijnlijk dat de nachtwacht toegang had tot de cour, al was het maar omdat vanaf het plein voor de kerk/rechtbank de kloostergebouwen/gevangenis niet zichtbaar waren. Op het plein stond tussen de hoofdingang van het klooster (het gebouw haaks op de kerk) en de toegang tot de 'cour' een schilderhuisje voor de militaire schildwacht. Of die ook 's nachts dienst deed, weet ik niet. In de gevangenis beschikte de directeur/cipier tot 1862 slechts over twee bewaarders, een in dag- en een in nachtdienst. In 1863 kwam er één man voor de dagdienst bij, in 1864 een vrouw voor dag- en nachtdienst in het aparte vrouwenblok. De directeur bewoonde met zijn gezin enkele kamers op de eerste verdieping aan de cour. Al het verdere personeel (kok plus maatje, enkele knechten, ziekenbewaarder) woonde in de stad.
De nachtwacht was, zoals we eerder zagen, verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad en dus ook voor het signaleren van brand. Met slechts één gevangenbewaarder wakker in het gehele gebouw (sousterrain, twee étages plus zolders) was extra controle van de Minderbroedersberg gewenst. In augustus 1866 brak om vijf uur 's-middags brand uit in de noordvleugel. De gevangenbewaarder was niet in de buurt, maar de gedetineerden op de luchtplaats alarmeerden met hun geroep de zoon van de directeur/cipier. De hele bovenverdieping van het pand, dus van alle vier vleugels, brandde uit. Ondanks hulp van omwonenden sloeg het vuur twee uur later over naar het dak van de vml. kerk waar grote delen van het gemeente- en rechtbankarchief lagen opgeslagen en verloren gingen.
Als de prikklok er in 1866 nog niet was, zal men hem na deze gebeurtenis ongetwijfeld hebben aangebracht. Dat kan dan in 1868 zijn geweest, want het duurde enkele jaren voordat de begane grond weer veilig, de eerste verdieping en zolders weer opgebouwd en de gevangenis weer bewoonbaar was.
Oorspronkelijk geplaatst door Pier
Bekijk bericht
Het lijkt me waarschijnlijk dat de nachtwacht toegang had tot de cour, al was het maar omdat vanaf het plein voor de kerk/rechtbank de kloostergebouwen/gevangenis niet zichtbaar waren. Op het plein stond tussen de hoofdingang van het klooster (het gebouw haaks op de kerk) en de toegang tot de 'cour' een schilderhuisje voor de militaire schildwacht. Of die ook 's nachts dienst deed, weet ik niet. In de gevangenis beschikte de directeur/cipier tot 1862 slechts over twee bewaarders, een in dag- en een in nachtdienst. In 1863 kwam er één man voor de dagdienst bij, in 1864 een vrouw voor dag- en nachtdienst in het aparte vrouwenblok. De directeur bewoonde met zijn gezin enkele kamers op de eerste verdieping aan de cour. Al het verdere personeel (kok plus maatje, enkele knechten, ziekenbewaarder) woonde in de stad.
De nachtwacht was, zoals we eerder zagen, verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad en dus ook voor het signaleren van brand. Met slechts één gevangenbewaarder wakker in het gehele gebouw (sousterrain, twee étages plus zolders) was extra controle van de Minderbroedersberg gewenst. In augustus 1866 brak om vijf uur 's-middags brand uit in de noordvleugel. De gevangenbewaarder was niet in de buurt, maar de gedetineerden op de luchtplaats alarmeerden met hun geroep de zoon van de directeur/cipier. De hele bovenverdieping van het pand, dus van alle vier vleugels, brandde uit. Ondanks hulp van omwonenden sloeg het vuur twee uur later over naar het dak van de vml. kerk waar grote delen van het gemeente- en rechtbankarchief lagen opgeslagen en verloren gingen.
Als de prikklok er in 1866 nog niet was, zal men hem na deze gebeurtenis ongetwijfeld hebben aangebracht. Dat kan dan in 1868 zijn geweest, want het duurde enkele jaren voordat de begane grond weer veilig, de eerste verdieping en zolders weer opgebouwd en de gevangenis weer bewoonbaar was.
Opmerking