Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Comédie?

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • #16
    Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
    Volgens Bloemen is het dus de oostfaçade van de oude Jezuïetenkerk, maar ik ben daar nog niet van overtuigd.
    Op het plattegrondje uit 1789 (eerste kaartje post #11) kan ik niets vinden wat op de aanwezigheid van deze arcade duidt.
    Ik hou het voorlopig op de Jekermanege.
    Op pagina 239 (lijst van illustraties) staat onder 9. het volgende.

    Ingang - oostzijde - van de oude schouwburg vóór de verbouwing van 1879.
    Tekening Van Gulpen. Stadsarchief.

    Nu kun je je afvragen: wat heeft Bloemen (de schrijver) bedoeld met het begrip oude schouwburg?

    Volgens mij bedoelt hij daar de tot schouwburg verbouwde voormalige Jezuïetenkerk mee.
    1. De tekening staat bij Deel II: De nieuwe schouwburg in de oude Jesuietenkerk (als tussenblad van pagina 60 en 61)
    2. Als er in het boek gesproken wordt over die andere, oude schouwburg, dan heeft de auteur het steeds over de voormalige schouwburg-manege in de Jekerstraat.
    3. Na de verbouwing van de oude schouwburg in 1879 (officiële opening Mercredi, 12 Novembre 1879 door opvoering van FAUST), wordt er gesproken over de Bonbonnière.
    Last edited by SJEF †; 1 augustus 2010, 06:46. Reden: herstel schrijffout
    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
    Thomas More

    Opmerking


    • #17
      De 'oude' Comedie: manegezaal of jezuïetenkerkzaal?

      Oorspronkelijk geplaatst door SJEF Bekijk bericht

      Ingang - oostzijde - van de oude schouwburg (voormalige Jezuïtenkerk) vóór de verbouwing van 1879.
      Tekening: Ph. van Gulpen; Stadsarchief Maastricht.

      Bron afbeeldingen en onderschriften [onderstreping van IMHE]: Maastrichts toneelleven; Drie eeuwen Maastrichts theater. Carel Bloemen. 2de druk. Leiter-Nypels Maastricht.
      Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
      Volgens Bloemen is het dus de oostfaçade van de oude Jezuïetenkerk
      Nee, Bloemen schrijft dat niet. Hij publiceert de tekening met onderschrift van Van Gulpen (zie hierboven) en voegt als eigen bijschrift toe: '[afb.] 9. De ingang van de 'oude' Comedie'. Bovenstaand onderschrift
      : 'Ingang - oostzijde - van de oude schouwburg (voormalige Jezuïtenkerk) vóór de verbouwing van 1879', is niet van Bloemen, maar van SJEF. Bloemen laat zich over de locatie niet expliciet uit.

      De vraag blijft dus: welke locatie bedoelde Bloemen met 'de oude Comedie'? Ik heb SJEF over zijn onjuiste weergave van Bloemens fotobijschrift een p-mailtje geschreven, omdat ik een nieuwe mythe wilde vermijden. SJEF blijft echter bij zijn interpretatie dat het hier de oostfacade van de schouwburgzaal in de jezuïtenkerk betreft vóór de verbouwing tot barokke Bonbonnière eind negentiende eeuw. Hij is van mening dat uit de hele context van Bloemens verhaal blijkt dat het hier niet de hoofdingang van de manegezaal betreft.

      Vooralsnog kan ik het niet met hem eens zijn, maar hard bewijs heb ik niet (evenmin als Sjef). Zoals ik hierboven al aangaf (posting # 4), doet Bloemen geen expliciete uitspraken over het uiterlijk van de manegezaal en de zuilengalerij sluit - op basis van Van Gulpens tekeningen - ongetwijfeld beter aan bij de bouwstijl in de directe kloosteromgeving van Achter de Comedie, als bij een locatie aan de rand van de stad met geen vergelijkbare referentiepunten.

      Toch neig ik ertoe voorlopig een fikse slag om de arm te houden. Net als El Loco ben ik nog niet van overtuigd van de identificatie van Van Gulpens tekening als zijnde de oostgevel van de jezuïetenkerk-schouwburg voor de verbouwing.
      Last edited by Ingrid M.H.Evers; 26 juli 2010, 18:49.

      Opmerking


      • #18
        Oorspronkelijk geplaatst door SJEF Bekijk bericht
        Op pagina 239 (lijst van illustraties) staat onder 9. het volgende: Ingang - oostzijde - van de oude schouwburg vóór de verbouwing van 1879. Tekening Van Gulpen. Stadsarchief.
        In reactie op Sjefs bijdrage onder # 18: De datum verwijst inderdaad naar de jezuïtenkerk, daar is geen speld tussen te krijgen. Maar ik geloof dat wat gericht archiefonderzoek hier toch wat meer zekerheid zou moeten brengen.

        Opmerking


        • #19
          Comédie!

          Wat Ph. van Gulpen heeft vastgelegd in zijn tekening, is hoogstwaarschijnlijk de conciergerie geweest.
          Op pagina 170 van het boek van Carel Bloemen lees ik het volgende.

          Nu de comediezaal op voorbeeldige wijze was verbouwd, gold als een volgende stap het herstel van het conciergegebouw, dat aangebouwd was aan de oostzijde van de schouwburg en dat in de wandelgangen werd gekwalificeerd als het geboortehuis van Sint Lambertus.
          Het verkeerde in een vervallen staat en de architecten Brender a Brandis en de Luikenaar Remont-fils, door de direktie verzocht over de mogelijkheden van herstel rapport uit te brengen, kwamen tot de gevolgtrekking, dat afbraak van het conciergegebouwtje onvermidelijk was en adviseerden tot een nieuwbouw...
          ... terwijl de direktie er prijs op stelde de hoofdingang aan de oostzijde te handhaven.
          Ir. Brender a Brandis maakte in samenwerking met Ir. Plemp een nieuw project van verbouwing, waarbij aan dit verlangen werd voldaan.


          Het boek bevat relatief heel weinig informatie over de architectuur, bouwtechnische gegevens over en tijdens de verbouwing(en).
          Maar dat was en is ook niet het hoofddoel van het boek geweest.
          Het is een beschrijving van drie eeuwen theaterbedrijf in Maastricht.
          Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
          Thomas More

          Opmerking


          • #20
            Oorspronkelijk geplaatst door olijfje
            Jongens, jongens,... get real !
            I know, we're mad. We zijn het contact met de realiteit in dit draadje al lang geleden kwijt geraakt, maar het blijft niettemin leuk en een mens hoeft maar een bezigheid te hebben, wel of niet?

            @SJEF en Ingrid:
            Afwachten dus tot er meer harde feiten op tafel komen. Heeft niemand van jullie contacten bij de Stichting Maastricht 1867? Ik zag op deze pagina dat het onderzoek naar de Jekerstraat en omgeving al is afgerond. De drie rechthoekjes tussen de Jekerstraat en St Nicolaasstraat zijn kazernes en zagen er volgens de Stichting in 1867 zo uit. Een paar onderdelen van de maquette in dat gebied zijn zelfs al klaar. De Jekermanege misschien?

            Opmerking


            • #21
              Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
              De Jekermanege misschien?
              En welke grote verbouwing zou er dan hebben plaatsgevonden in 1879 aan de oostzijde van de manege aan de Jekerstraat?

              Zelf houd ik het op de ingang aan de oostzijde van de voormalige Jezuïetenkerk.
              De vraag is ook: waar kunnen we de originele tekening van Ph. van Gulpen bewonderen?
              Bevindt het zich nog steeds in het RHCL?
              Of heeft Camiel Oostwegel het gekocht voor zijn privé-collectie in het Kruisherenhotel?
              Last edited by SJEF †; 1 augustus 2010, 06:36. Reden: herstel schrijffout
              Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
              Thomas More

              Opmerking


              • #22
                Oorspronkelijk geplaatst door SJEF Bekijk bericht
                En welke grote verbouwing zou er dan hebben plaatsgevonden in 1879 aan de oostzijde van de manege aan de Jekerstraat?
                De door Bloemen beschreven 'grote verbouwing' betreft ongetwijfeld de locatie Achter de Comédie, Sjef. De vraag voor El Loco en mijzelf is slechts: betreffen de twee versies van de onder posting #1 geplaatste tekening de manegezaal of (de eerste versie van) de kerkzaal? Je hebt goede argumenten voor het laatste, maar voor het eerste valt ook nog steeds wat te zeggen.

                Zonder nadere archiefinformatie komen we hier geloof ik niet verder. Wat betreft die tekening: die zal ongetwijfeld nog aanwezig zijn bij het RHCL. Men wendde zich tot dhr. C. Andreas.

                Opmerking


                • #23
                  Ik kom niet met harde feiten, maar na een paar rondjes boven de Jekermanege gebingd te hebben, begin ik langzamerhand naar SJEF over te hellen... Ik kan me die fraaie gevel met colonade bij die manege gewoon nergens voorstellen. Bij de Bonbonnière zie ik 'm, met een beetje goeie wil, op de plek van het huidige voorgebouw uit 1879. Qua verhoudingen klopt dat min of meer. Zó dus ongeveer:


                  1. vm. conciergerie (huidige voorgebouw) 2. koor van de kerk (trappenhuis Bonbonnière) 3. kerkschip (schouwburgzaal)

                  Opmerking


                  • #24
                    De Maastrichtse kerkhistoricus pater P. Albers s.j. heeft in 1922 de bouwgeschiedenis van de oude jezuïtenkerk in de Bredestraat beschreven.
                    Het is gepubliceerd in de "Publications de la Historique et Archéologique dans le Limbourg" (58me année); pagina's 123 t/m 144.
                    Een kopie van deze bijdrage wordt me een dezer dagen toegestuurd.
                    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
                    Thomas More

                    Opmerking


                    • #25
                      Ha, dan zullen we het eindelijk weten

                      Opmerking


                      • #26
                        Beschrijving oude Jezuïetenkerk Maastricht

                        Een korte beschrijving der nieuwe kerk mag niet ontbreken.
                        Ze had in de lengte 37, in de breedte 12 Meter.
                        Tusschen het priesterkoor, dat rechts en links een zijkapel had met twee daarboven gelegen tribunes, en het schip der kerk, lag een dwarspand, dat echter niet ver buiten den overigen bouw uitstak.
                        Aan de linkerzijde van den voorgevel stond een toren, welke de klokken droeg en tevens een trap bevatte, die leidde naar de tribunes achter in de kerk.
                        Schip en dwarspand hadden een houten tongewelf, dat met renaissance-versierselen en voorstellingen van Heiligen beschilderd was.
                        Het priesterkoor en waarschijnlijk ook de zijkapellen hadden een netgewelf.
                        Het schip werd rechts door vier, links slechts door drie vensters verlicht, omdat hier de toren de plaats voor het vierde venster bedekte.
                        Deze vensters hadden stompe spitsbogen, welke met het netgewelf van het priesterkoor, de eenige herinnering aan de gothiek bewaarden.
                        De profileeringen enz. der vensters daarentegen hadden den vorm der renaissance.
                        Het dwarspand vertoonde aan beide zijden twee boven elkaar aangebrachte vensters, waarvan de onderste gelijk aan die van het schip, de bovenste rondvensters waren.
                        De voorgevel had zes vensters, beneden drie en boven drie.
                        Van de onderste drie had het middenvenster een rondboog, de twee andere een spitsboog; van de bovenste had het middelste een rondboog, terwijl de twee andere ovaal waren.
                        Boven den ingang der kerk bevond zich over de heele breedte een dubbele tribune.
                        De onderste was vijf meter diep en rustte op drie ronde bogen, die door vierkante pijlers gesteund werden.
                        De bovenste tribune was slechts twee en een halve meter diep en werd gedragen door drie rond-bogige nissen.
                        Vooral het inwendige der kerk had den vorm der renaissance.
                        In de plaats der contreforten ziet men sterk uitspringende ionische pilasters, welke op een architraaf en een ronde fries een zware ver uitstekende kroonlijst dragen, die tusschen de pilasters nog door machtige consoles gesteund wordt.
                        De vier ionische pilasters der façade treden niet sterk naar buiten.
                        De gevel bestond oorspronkelijk uit een in drieën verdeelde benedenverdieping en een onverdeelde attica, beide Corinthisch.
                        Midden in de attica was een cartouche met het monogram van den naam Jezus aangebracht.
                        De gevel werd boven afgesloten door een tympanon, waaruit op een sokkel een kruis oprees.
                        Later is natuurlijk de attica en vooral het kruis weggenomen.
                        Boven de ovale vensters in de onderste atticaverdieping las men: Anno 1612.
                        Volgens deze beschrijving is dus de Jezuïetenkerk op de Breedestraat geen renaissance of barok.
                        Zondert men de vormen der details uit, dan hebben we voor ons een der oude eenschepige kerken met tongewelf, zooals er op het einde der middeleeuwen zoovele in België gebouwd werden.
                        Het verschil tusschen de Maastrichtsche Jezuïetenkerk en de daarmee verwante gothische kerken bestaat niet in de constructie van den bouw, maar alleen in de vormen der details.

                        Bron:
                        De oude Jezuïetenkerk op de Breedestraat te Maastricht
                        P. Albers S.J.
                        1922
                        Overgedrukt uit: Publications de la Historique et Archéologique dans le Limbourg (58me année).


                        Tevens weet P. Albers S.J. te vermelden dat de 'verschillende plannen der kerk' en 'teekeningen der kerk' in de Bibliothèque Nationale te Parijs berusten.

                        http://www.bnf.fr/fr/acc/x.accueil.html .

                        Jammer genoeg heb ik niets kunnen vinden over l'eglise et la maison des Jésuites à Maestricht in de Bibliothèque Nationale te Parijs.
                        Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
                        Thomas More

                        Opmerking


                        • #27
                          Op de webpagina van het Geheugen van Nederland zijn twee tekeningen te downloaden met de naam:

                          Jezuïetenkerk Maastricht; Tekening gevel en plattegrond.

                          Nu ben ik zelf niet zo'n goede lezer van tekeningen.
                          Misschien kan onze 'huisarchitect' El Loco die twee tekeningen eens nader bestuderen en daar zijn conclusies uit trekken.
                          Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
                          Thomas More

                          Opmerking


                          • #28
                            Ik heb de tekeningen op de website van het Geheugen van Nederland bekeken, maar kan er weinig meer uit afleiden, dan dat de beschrijving van P. Albers (#28 ) accuraat lijkt. Over de aanwezigheid van de arcade uit post #1, waar het hier toch om gaat, verschaft dit geen informatie, maar dat is ook logisch, aangezien de tekeningen de toestand vóór de verbouwing van 1787 weergeven. Als die arcade al onderdeel van de Bonbonnière is geweest, dan is die hoogstwaarschijnlijk pas na 1787 aangebracht.

                            Ik vond wel nog een leuk boek op de eerdergenoemde site van de Bibliothèque Nationale: Histoire du theâtre français en Belgique van Fréderique Faber (Brussel, 1878-1880, 5 delen), waarin ook het eerste theater van Maastricht vermeld wordt: niet de Jekermanège, maar een houten barak op de Markt, die in 1673 naast het stadhuis gebouwd werd om een Franse troupe van ±40 acteurs, dansers en zangers (allemaal met name genoemd) onderdak te bieden. De eerste voorstelling (Héraclius van Corneille) vond plaats op 25 augustus van dat jaar. Over het gebouw wordt vermeld dat de entree aan de kant van het plein was, dat het gebouw een ovale bühne had, dat er een zaal met twee rangen was (geen loges) en het geheel "min of meer gedecoreerd" was. De zaal werd eind 1678, na het vertrek van de Fransen, afgebroken. Volgens Faber werd in 1737 gespeeld in een salle de la comédie, gevestigd in de voormalige kaatsbaan (jeu de paumes).

                            Overigens merkt de schrijver van het boek over de geschiedenis van het franstalige theater in Maastricht op dat het interessanter is dan elders in België, met uitzondering van Brussel (deel I, p.133). Vanaf 1774 is er sprake van permanent franstalig theater in Maastricht. In 1780 werd voor het eerst een echte opera opgevoerd: Roland van Lully. Helaas stopt daar ook de beschrijving van het Maastrichtse theaterleven, omdat Faber Maastricht daarna niet langer als een Belgische stad (hic!) beschouwt.

                            Maar goed, dat als aardigheidje tussendoor. Interessant voor de oorspronkelijke vraagstelling is de beschrijving van Faber van de Jekermanège, die in 1748, na de inname van de stad door de Fransen, omgebouwd werd tot theater. De zaal was elipsvormig en bood plaats aan 600 toeschouwers. In de zaal waren een paar rijen met zitplaatsen; daarachter stond het publiek. De loges waren verdeeld over twee etages. Op de eerste verdieping bevonden zich 11 loges, waarvan 4 gereserveerd voor de gouverneur en andere autoriteiten. Op de tweede verdieping bevonden zich 8 loges aan de zijkanten plus een open gedeelte achterin (het Paradis), waar zich de goedkoopste plaatsen bevonden. Het podium was, hoewel laag, vrij ruim met 5 rijen coulissen. Boven het toneel bevond zich een fronton met het devies: "Castigat ridendo mores". De akoestiek was naar verluidt uitstekend. De decoratie van het Jekertheater was "très gracieuse", de aankleding van de loges "assez coquet", de algemene indruk "agréable".

                            Opmerking


                            • #29
                              Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers Bekijk bericht
                              (...)
                              Hoe lang het badhuis nog heeft gefunctioneerd, is mij niet bekend. Vanaf 1973 begon St. Servatius meer en meer kantoorruimte te creëren.
                              (...)
                              Wat heb ik me zitten amuseren met deze thread. Ik ben letterlijk de draad kwijt.... Als ik het goed begrijp is de vraag of de tekening van Van Gulpen nu een afbeelding geeft van de oostzijde van de Bonbonniere of van de voorgevel van oude schouwburg in de Jekerstraat. En als ik het goed begrijp is dat nog niet duidelijk. Wil iemand even zeggen of ik dit nu goed heb?

                              Om een antwoord te geven op de opmerking van Ingrid hierboven: het badhuis is gesloten in 1969. Het bezoek was na de 2de wereldoorlog verminderd. Deze informatie en een foto van het badhuis is te vinden in 'Loop naar de Pomp' in de reeks Vierkant Maastricht.

                              Overigens bezit ik een exemplaar van dit boek met vijf originele toegangskaartjes voor een stortbad in het badhuis in de Jekerstraat. Kosten fl. 0,11.
                              Last edited by burgemeester; 12 augustus 2010, 13:38.

                              Opmerking


                              • #30
                                De essentie: wat geeft de tekening van Van Gulpen in bijdrage #1 nu precies weer?

                                Oorspronkelijk geplaatst door burgemeester Bekijk bericht
                                Wat heb ik me zitten amuseren met deze thread. Ik ben letterlijk de draad kwijt.... Als ik het goed begrijp is de vraag of de tekening van Van Gulpen nu een afbeelding geeft van de oostzijde van de Bonbonniere of van de voorgevel van oude schouwburg in de Jekerstraat. En als ik het goed begrijp is dat nog niet duidelijk. Wil iemand even zeggen of ik dit nu goed heb?
                                Gij zijt een goed lezer, heer burgemeester, en hebt het foutloos begrepen.


                                De vraag is nog steeds:
                                1. is dit de voorgevel van een in 1748 tot schouwburg verbouwde manége aan de Jekerstraat?
                                2. of die van een omstreeks 1788 tot schouwburg verbouwde jezuïetenkerk aan Bredestraat?

                                Met dien verstande dat het - indien het om de jezuïetenkerk gaat - de eerste versie van het gebouw moet zijn geweest (dus uit 1788 , bijna een eeuw vóór de verbouwing tot de barokke Bonbonnière (tweede helft negentiende eeuw). De stand van zaken neigt ertoe te opteren voor de tweede optie, zij het dat een hard bewijs ontbreekt. :(

                                Opmerking

                                Bezig...
                                X