Jonkheer Gustav Ruijs de Beerenbrouck
Net als bovengenoemde “Maastrichtse” 1ste minster, Thorbecke, is in de Historische Encyclopedie Maastricht (HEM, blz. 453 ev.) de Maastrichtse minister jhr. Gustave Lodewijk Marie Hubert Ruijs van Beerenbroek beschreven die op 26 september 1842 in Roermond werd geboren. Hetzelfde geldt voor zijn zoon Jonkheer Charles Joseph Marie Ruijs de Beerenbrouck, maar over hem later meer.
Overigens werd bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond de familienaam Ruijs van Beerenbroek in 1895 gewijzigd in Ruijs de Beerenbrouck, de naam waaronder zijn zoon, Charles, later ook bekend zou staan. Maar over hem later meer.
Wellicht dat deze naamswijziging iets te maken heeft met het feit dat Gustav Ruijs van Beerenbroek op 8 oktober 1872 trouwde met zijn Belgische nicht jkvr. Marie Isabelle Louise Ruys de Beerenbrouck.
De oorspronkelijke familienaam was ook Ruys de Beerenbrouck, maar de familie wijzigde in 1830 de Belgisch klinkende naam bewust in het meer Nederlands klinkende Ruijs van Beerenbroek.
Hoe dan ook.
Gustav Ruijs de Beerenbrouck bezocht het atheneum in Maastricht, maar vertrok toen naar de universiteit in Leiden om er rechten te gaan studeren.
Op zijn drieëntwintigste, in 1865, vestigde hij zich als advocaat in Maastricht, maar al in 1867 vertrok hij weer uit Maastricht om in zijn geboortestad Roermond de functie van substituut-officier van justitie uit te oefenen.
Op zijn 35ste, in 1877, werd hij benoemd tot rechter bij de arrondissementsrechtbank te Maastricht, een functie bij hij bleef vervullen tot hij in 1889 minister van Justitie werd.
Kennelijk hadden rechters het toen niet zo erg druk, want van 1880 tot 1888 was hij tevens lid van de Maastrichtse gemeenteraad en bovendien werd hij in december 1888, namens het hoofdkiesdistrict Maastricht, afgevaardigd als lid van de Tweede Kamer tot maart 1888.
Op 21 april 1888 werd Gustav Ruijs de Beerenbrouck benoemd tot minister van Justitie in het eerste Nederlandse coalitiekabinet, een kabinet van Katholieken en Antirevolutioneren, het kabinet McKay.
Als in maart 1891 het kabinet McKay valt blijft het kabinet demissionair tot 21 augustus 1891.
Gustav Ruijs de Beerenbrouck is dus in augustus 1891 minister af, maar is inmiddels wel lid van de voogdijraad voor de jonge prinses Wilhelmina.
Hij blijft ook lid van de Tweede Kamer tot 1893.
In 1893 wordt hij benoemd tot Gouverneur (CdK) van de provincie Limburg en keert hij dus helemaal terug naar Maastricht.
In mei 1918 treedt hij af als Gouverneur ten faveure van zijn zoon Charles Ruijs de Beerenbrouck, die de functie van Commissaris der Koningin overigens slechts enkele maanden zou bekleden.
Gustav Ruijs de Beerenbrouck stierf op 6 februari 1926 in kasteel Wolfrath te Holtum, in de gemeente Born.
Bronnen:
1) Historische Encyclopedie Maastricht (Ubachs/Evers)
2) Historici.nl http://www.historici.nl/Onderzoek/Pr...anbeerenbrouck
3) Wikipedia.nl
Net als bovengenoemde “Maastrichtse” 1ste minster, Thorbecke, is in de Historische Encyclopedie Maastricht (HEM, blz. 453 ev.) de Maastrichtse minister jhr. Gustave Lodewijk Marie Hubert Ruijs van Beerenbroek beschreven die op 26 september 1842 in Roermond werd geboren. Hetzelfde geldt voor zijn zoon Jonkheer Charles Joseph Marie Ruijs de Beerenbrouck, maar over hem later meer.
Overigens werd bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond de familienaam Ruijs van Beerenbroek in 1895 gewijzigd in Ruijs de Beerenbrouck, de naam waaronder zijn zoon, Charles, later ook bekend zou staan. Maar over hem later meer.
Wellicht dat deze naamswijziging iets te maken heeft met het feit dat Gustav Ruijs van Beerenbroek op 8 oktober 1872 trouwde met zijn Belgische nicht jkvr. Marie Isabelle Louise Ruys de Beerenbrouck.
De oorspronkelijke familienaam was ook Ruys de Beerenbrouck, maar de familie wijzigde in 1830 de Belgisch klinkende naam bewust in het meer Nederlands klinkende Ruijs van Beerenbroek.
Hoe dan ook.
Gustav Ruijs de Beerenbrouck bezocht het atheneum in Maastricht, maar vertrok toen naar de universiteit in Leiden om er rechten te gaan studeren.
Op zijn drieëntwintigste, in 1865, vestigde hij zich als advocaat in Maastricht, maar al in 1867 vertrok hij weer uit Maastricht om in zijn geboortestad Roermond de functie van substituut-officier van justitie uit te oefenen.
Op zijn 35ste, in 1877, werd hij benoemd tot rechter bij de arrondissementsrechtbank te Maastricht, een functie bij hij bleef vervullen tot hij in 1889 minister van Justitie werd.
Kennelijk hadden rechters het toen niet zo erg druk, want van 1880 tot 1888 was hij tevens lid van de Maastrichtse gemeenteraad en bovendien werd hij in december 1888, namens het hoofdkiesdistrict Maastricht, afgevaardigd als lid van de Tweede Kamer tot maart 1888.
Op 21 april 1888 werd Gustav Ruijs de Beerenbrouck benoemd tot minister van Justitie in het eerste Nederlandse coalitiekabinet, een kabinet van Katholieken en Antirevolutioneren, het kabinet McKay.
Als in maart 1891 het kabinet McKay valt blijft het kabinet demissionair tot 21 augustus 1891.
Gustav Ruijs de Beerenbrouck is dus in augustus 1891 minister af, maar is inmiddels wel lid van de voogdijraad voor de jonge prinses Wilhelmina.
Hij blijft ook lid van de Tweede Kamer tot 1893.
In 1893 wordt hij benoemd tot Gouverneur (CdK) van de provincie Limburg en keert hij dus helemaal terug naar Maastricht.
In mei 1918 treedt hij af als Gouverneur ten faveure van zijn zoon Charles Ruijs de Beerenbrouck, die de functie van Commissaris der Koningin overigens slechts enkele maanden zou bekleden.
Gustav Ruijs de Beerenbrouck stierf op 6 februari 1926 in kasteel Wolfrath te Holtum, in de gemeente Born.
Bronnen:
1) Historische Encyclopedie Maastricht (Ubachs/Evers)
2) Historici.nl http://www.historici.nl/Onderzoek/Pr...anbeerenbrouck
3) Wikipedia.nl
Opmerking