Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Groet Mestreechs Museum Plan

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Groet Mestreechs Museum Plan

    Maastricht wil in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa worden. Daarbij wordt flink ingezet op verbetering van de huisvesting van instellingen die actief zijn op het gebied van de uitvoerende kunsten (het cultuurcluster in de Timmerfabriek). Plannen om de infrastructuur voor de beeldende kunst te verbeteren zijn er nauwelijks. Het versterken van het museumaanbod in Maastricht is economisch noodzakelijk i.v.m. de aantrekkelijkheid van de stad als toeristisch trekpleister en als vestigingsplaats voor bewoners en bedrijven.

    Een maand of twee geleden had ik een supercultureel dagje en was ik op één dag in het Bonnefantenmuseum, bezocht ik een tentoonstellinkje in de Hoofdwacht en liep ik even bij het Museum aan het Vrijthof binnen. Door die samenloop van omstandigheden kwam ik op het volgende idee: verbeter het museumaanbod in Maastricht door de diverse collecties te hergroeperen en daarbij te komen tot drie nieuwe musea in de stad.

    Wat is de bedoeling?
    Het doel is te komen tot een volwaardige museumstructuur in Maastricht, waardoor alle kunstschatten en historische artefacten, die op dit moment verspreid gehuisvest zijn in musea en depots binnen en buiten de stad, een plaats kunnen krijgen in één van de zeven grotere musea (kleine musea, zoals museumkelder Derlon, De Historische Drukkerij, brouwerij De Keijzer en 'Schuilen in Maastricht' laten we hier buiten beschouwing). Door het Groet Mestreechs Museum Plan wordt de achterstand in de museuminfrastructuur in één klap ingehaald. Tevens krijgen de plannen voor Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 een duidelijke (en blijvende) focus.

    Welke nieuwe musea komen er bij?
    Allereerst komt er een Museum voor Religieuze Kunst, waarin de Schatkamer van de Sint-Servaas een nieuw onderkomen krijgt, samen met een deel van de collectie middeleeuwse beelden van het Bonnefantenmuseum, de collectie van het Bischoppelijk Museum en de Neutelings-collectie. Daaraan kunnen worden toegevoegd de verzameling romaanse kapitelen in het Bonnefantenmuseum, gipsmodellen van de kapitelen van de Sint-Servaas en de Onze-Lieve-Vrouwe, wellicht enkele van de zwartgeblakerde romaanse reliëfs, die zich nu in het portaal van de OLV-kerk bevinden, de architectuurfragmenten (standvinken, sarcofagen, enz.) van het LGOG, die zich nu in het Limburgs Museum in Venlo bevinden, wellicht ook de verzameling 'Santjes en Kantjes' in de schatkamer van de OLV-kerk. Het nieuwe museum is in de eerste plaats een schatkamer van de Gouden Eeuwen van Maastricht en het Maasland: de twaalfde eeuw en de periode rond 1500. De geschiedenis van de diverse kerken, kloosters en andere religieuze instellingen wordt belicht, evenals thema's als 'Maastricht pelgrimsstad', 'afwijkende religies', ed. Idealiter zou dit museum een plaats moeten krijgen in de nabijheid van het belangrijkste religieuze monument van de stad, de Sint-Servaaskerk. Misschien dat de zusters 'Onder de Bogen' bereid gevonden worden de oude Hoge Leenzaal van het Sint-Servaaskapittel (zie Onder de Bogen) en één of twee aangrenzende gebouwen van de voormalige proosdij ter beschikking te stellen? De Schatkamer van de Sint-Servaas verhuist slechts naar een andere, nabije lokatie en zal in de bredere context van het Museum voor Religieuze Kunst alleen maar aantrekkelijker worden. De opstelling is zodanig dat de eigenheid van de Schatkamer gewaarborgd blijft. In de toekomst zou het museum, via de te reconstrueren loopbrug langs de noordelijke steunbeer, toegang kunnen geven tot de westbouw van de Sint-Servaaskerk (helaas op dit moment voor het publiek verborgen).

    De Hoofdwacht op het Vrijthof kan, in aansluiting op haar vroegere functie, worden ingericht als Vestingmuseum/Militair Museum. Het museum fungeert als dépendance van het Museum aan het Vrijthof, dat er een deel van haar collectie toont (o.a. de collectie 18e en 19e eeuwse pistolen en de te verwerven stadssleutels). Het museum besteedt aandacht aan de belangrijke belegeringen van de vesting Maastricht (1579, 1632, 1748, 1793) en de betekenis van het garnizoen voor de stad. Publiekstrekkers zijn de kopie van de 'Parijse Maquette van Maastricht' en delen van de maquette van de 'Stichting Maastricht 1867'. Wellicht kan deze stichting in het gebouw onderdak vinden.

    In het nieuw te ontwikkelen Sphinx-kwartier komt het Museum van het Industriële Verleden. Op het voormalige fabrieksterrein van de Sphinx bevinden zich diverse gebouwen die voor een dergelijk museum geschikt gemaakt kunnen worden. Te denken valt aan de oude Sphinx-toonzaal of een deel van het Eiffelcomplex. Een andere mogelijkheid is herbouw van de eerste aardewerkfabriek van Petrus Regout uit 1836, op het plein tussen de zgn. mouleurgebouwen en de Eiffel. De Sphinx-collectie en de collecties van het voormalige Glas- en Keramiekmuseum verhuizen van het Centre Céramique naar het nieuwe museum. Het leven van de Maastrichtse industriëlen en het 19e eeuwse proletariaat, en de 20e eeuwse sociale vernieuwingen zijn belangrijke aandachtspunten.

    Wat betekent dit voor de bestaande musea?
    Het Bonnefantenmuseum gaat zich nog meer specialiseren op oude en nieuwe kunst. Het Bonnefantenmuseum en het Museum aan het Vrijthof wisselen delen van hun collecties uit: het Bonnefanten krijgt de beschikking over een aantal 16e en 17e eeuwse Noord- en Zuid-Nederlandse schilderijen en enkele werken uit de 'Haagse School' uit de collectie Wagner-De Wit. Door het afstoten van de collectie Middeleeuwse sculptuur, zal de nadruk, meer nog dan nu, liggen op de schilderkunst. Het Bonnefanten versterkt zijn positie in Nederland, met name op het gebied van Zuid-Nederlandse schilderkunst, en wordt nog meer het vlaggeschip van de hedendaagse kunst in Limburg. Op den duur is uitbreiding mogelijk d.m.v. realisatie van het 'zichtdepot-plan'.

    Het Museum aan het Vrijthof breidt verder uit en ontwikkelt zich tot het langverbeide stadsmuseum van Maastricht. Het museum legt zich toe op de (burgerlijke) geschiedenis van Maastricht van de 15e tot de 20e eeuw, en organiseert daarnaast tentoonstellingen van locale en regionale kunst ('Maastrichtse School', 'Amsterdamse Limburgers', enz.). In het onlangs verworven pand aan de Papenstraat worden nieuwe stijlkamers ingericht met meubilair en gebruiksvoorwerpen uit de LGOG-collectie. Tot de vaste collectie blijven behoren: de verzameling Maastrichts zilver, 18e en 19e eeuwse glazen en bokalen, in Maastricht vervaardigde pistolen en een serie historische prenten. Bijzondere objecten als de 18 tinnen stadskannen, een negental burgemeesterszwaarden en de guillotine uit de Franse tijd brengen het bestuur van de stad en het dagelijks leven van de burgers dichterbij. In ruil voor de schilderijen uit de collectie Wagner-De Wit, ontvangt het museum de glas-, zilver- en tincollecties en een deel van de collectie moderne Limburgse schilderkunst van het Bonnefantenmuseum. In de toekomst kan het hoekpand Vrijthof/St-Jacobstraat aan het museum worden toegevoegd. Het sterk uitgebreide museum belicht door middel van wisselende exposities onderwerpen uit de Maastrichtse stadsgeschiedenis van de Middeleeuwen tot heden. Het museum richt zich expliciet niet op de religieuze, militaire en industriële geschiedenis.

    Het Centre Céramique is dan wel geen echt museum, maar het is wel aangewezen als 'schatbewaarder' voor de gemeentelijke archeologiecollectie en blijft zich toeleggen op presentaties uit de haar toegewezen collecties.

    Het NAiM/Bureau Europa zal zich meer moeten openstellen naar het publiek, wil het überhaupt kunnen overleven. Een semi-permanente presentatie over architectuur en design in Maastricht en omgeving zal wellicht een groter publiek aanspreken. Te denken valt aan maquettes en tekeningen van aansprekende gebouwen en projecten (de Koepelkerk, het oeuvre van Frits Peutz en Alphons Boosten, de na-oorlogse uitbreidingsplannen in Maastricht, Dom van der Laan, Artifort, Aldo Rossi en het Bonnefantenmuseum, de Céramique-maquette, het werk van Coenen en Arets, Luikse architecten in de Euregio, het afgeblazen Calatrava-project, enz.). Het initiatief zal van het instituut zelf moeten komen.

    Het Natuurhistorisch Museum wacht op het gouden gebaar van een nog onbekende weldoener, waardoor het kan verhuizen naar een nieuw, modern en licht gebouw (bijvoorbeeld op het sportterein van de Tapijnkazerne).

    Hoe gaan we dit doen?
    Drie nieuwe musea is niet niks. Daarom worden de taken opgesplitst. Zoals in de Middeleeuwen bestaande kloosters nieuwe kloosters stichtten, zo krijgen de bestaande musea in Maastricht de taak een sateliet, een nieuw museum, te stichten. De nieuwe musea worden organisatorisch onderdeel van de 'moedermusea', waardoor bespaard kan worden op personeelskosten (één directie, detacheren van vrijwilligers en betaald personeel), administratie- en marketingkosten.

    Het Bonnefanten gaat, samen met de Schatkamer van Sint Servaas, de basis leggen voor het Museum voor Religieuze Kunst. Dat is logisch aangezien het grootste deel van de collectie van het nieuwe museum uit de depots van het Bonnefanten moet komen. De kunstvoorwerpen blijven eigendom van de huidige eigenaren (kerkbestuur Sint-Servaas, Bonnefantenmuseum, LGOG, Bisdom Roermond en andere bruikleengevers). Bij de provincie Limburg wordt aangeklopt om de exploitatiekosten van het nieuwe museum te subsidiëren.

    Het Museum aan het Vrijthof krijgt de beschikking over de Hoofdwacht en vestigt daar het Vestingmuseum. Eigenlijk is dit geen apart museum; het Museum aan het Vrijthof krijgt er gewoon een aantal zalen bij in een dépendance op 60m afstand en brengt daar een deel van haar collectie onder. Een toegangskaartje geldt voor beide musea (geen kassa, garderobe, ed. nodig). Het museum probeert zoveel mogelijk Maastrichtenaren bij het oude en nieuwe museum te betrekken, ook op het gebied van sponsoring. Door gebruik te maken van vrijwilligers kunnen de personeelskosten worden gedrukt.

    Het Museum van het Industriële Verleden wordt een samenwerking tussen de Ontwikkelingsmaatschappij Belvédère, het Centre Céramique, de gemeente Maastricht en het bedrijfsleven. Belvédère stelt het gebouw beschikbaar, het CC de collectie en de know-how, de gemeente subsidieert het museum en probeert zoveel mogelijk het bedrijfsleven te betrekken bij het nieuwe museum.

    Vertegenwoordigers van de bestaande musea gaan om de tafel zitten om tot een verdeling van taken èn collecties te komen: de directies van het Bonnefantenmuseum, het Museum a/h Vrijthof en het Centre Céramique, een vertegenwoordiger van het LGOG (i.v.m. een deel van de LGOG-collectie dat nu in Venlo is), iemand van het Bisdom Roermond (als vertegenwoordiger van het Bisschoppelijk Museum), iemand van het kerkbestuur van de Sint-Servaas (i.v.m. de schatkamer), vertegenwoordigers van gemeente en provincie. De directeur van Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 trekt de kar. Vooropgesteld is dat alle instellingen erop vooruit gaan.

  • #2
    Loco, wat een visie!

    Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel gecharmeerd ben van het hele idee. Vooral het centraliseren zou m.i. veel kunnen opleveren. Dan heb ik het niet in eerste instantie over het terugbrengen van de overhead, maar vooral het vergroten van de herkenbaarheid van 'Maastricht Museumstad'. De door jou voorgestelde indeling lijkt me aannemelijk, maar is arbitrair - een andere indeling zal dat natuurlijk ook zijn. Vooral een museum met betrekking tot religieuze kunst en het -ook door mij zeer gewenste- museum voor stadsgeschienis spreken me bijzonder aan.

    Het lijkt wel een beetje op de discussie over de hervorming van de publieke netten. Ook hier zullen belangen dermate groot zijn dat dit wel een museaal droombeeld zal blijven (of ben ik te pessimistisch?).

    Tenslotte: waar zijn die 'te verwerven stadssleutels' nu?

    Opmerking


    • #3
      Oorspronkelijk geplaatst door burgemeester Bekijk bericht
      De door jou voorgestelde indeling lijkt me aannemelijk, maar is arbitrair - een andere indeling zal dat natuurlijk ook zijn. Vooral een museum met betrekking tot religieuze kunst en het -ook door mij zeer gewenste- museum voor stadsgeschienis spreken me bijzonder aan.
      Dat stadsmuseum komt er sowieso, denk ik. Daar is het Museum aan het Vrijthof toch wel stevig naar op weg. Voor de rest ben ik uitgegaan van de vier hoofdthema's uit de 'culturele biografie' van Maastricht, waar de gemeente een paar jaar geleden mee kwam (en waar ook Zicht op Maastricht op is gebaseerd):
      - Maastricht als Romeinse vestingstad
      - Maastricht als Middeleeuws religieus centrum
      - Maastricht als garnizoensstad
      - Maastricht als industriële stad
      Alleen dat Romeinse verleden blijft er ook in het GMMP bekaaid afkomen. Daar ligt dan een extra taak voor het CC. En verder hebben we natuurlijk nog de museumkelder van Derlon en ons plan om de thermen weer zichtbaar te maken!
      Oorspronkelijk geplaatst door burgemeester Bekijk bericht
      Tenslotte: waar zijn die 'te verwerven stadssleutels' nu?
      Oei, daar vraag je me wat. Ik bedoel natuurlijk de sleutels van de stadspoorten. Ingrid!...?

      Opmerking


      • #4
        Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
        Ik bedoel natuurlijk de sleutels van de stadspoorten. Ingrid!...?
        Ik maak er even een aparte thread van, anders verwatert dit zo...
        Last edited by burgemeester; 18 augustus 2010, 11:34.

        Opmerking


        • #5
          Loco, Loco, Loco, zeker als locoburgemeester!!
          Ik ben bij vlagen geniaal, alleen is het nu windstil!

          Opmerking


          • #6
            't zou me een zootje worden en binnen no time zou het volk eisen dat Loco moeten hangen! Maar ik ben het met olijfje eens dat de visie weg lijkt te zijn. Ik ben op zich geen voorstander van dat culturele hoofdstad gedoe, maar als het zou leiden tot een structurele verbetering van het culturele leven in deze stad, dan ben ik weer voor

            Opmerking


            • #7
              Zo is dat!
              Ik ben bij vlagen geniaal, alleen is het nu windstil!

              Opmerking


              • #8
                El Loco,

                Ik hoop niet dat je het verkeerd opvat, maar de kans dat je plannen gerealiseerd worden acht ik kleiner dan de kans dat op 1 september a.s. groene marsmannetjes de horlepiep dansen op het Vrijthof

                Je plannen zijn héél goed en ik zou ze met alle plezier willen steunen en er zelfs nog wel wat in willen betekenen, al zou ik op dit moment niet weten wat.

                Maar..... ik weet heel zeker dat de diverse "eigenaren" van de door jouw opgesomde kunstschatten- en voorwerpen in geen honderd jaar zullen meewerken aan je plan, nog los van de vraag of de genoemde locaties (financieel) haalbaar zijn.
                Zelfs als één door jou voorgesteld museum zou kunnen worden gerealiseerd, zou mij dit enorm verbazen en zou ik diep, diep buigen voor je initiatief.

                Heb je al plannen om je suggesties aan de politiek en/of de div. museumdirecteuren kenbaar te maken ???

                Nogmaals, héél veel succes en mocht het je toch lukken, dan beloof ik dat ik de horlepiep op het Vrijthof dans......
                (Dat durf ik tegen die tijd wel, want ik heb dan, samen met burgemeester, een door hem gesponserde goede fles wijn achter de kiezen)

                Wellicht is het vooruitzicht om mij de horlepiep te zien dansen een goede stimulans
                Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd

                Opmerking


                • #9
                  Pier, dans je ook de horlepiep als er één museum bij komt? Want dat gaat wel lukken, denk ik. De Hoofdwacht is door defensie overgedragen aan de stad, er zijn daar al wat losse exposities geweest, lijkt mij niet zo heel moeilijk om daar een vestingmuseum te beginnen. Wat moet je er anders mee? De maquette vult sowieso meteen al de grootste zaal. Geef Monique Dickhaut de sleutel van dat gebouw en ze heeft binnen no time via een paar leuke sponsoracties het geld binnen om daar een dépendance van haar eigen museum te beginnen. Vraag of de Limburgse Jagers meedoen en je krijgt nog teveel geld binnen

                  Trouwens, dat Museum van het Industriële Verleden, of hoe ze het zullen gaan noemen, komt er ook wel. Zo gauw de economie wat aantrekt en de lofts in het Sphinxkwartier als zoete broodjes over de toonbank gaan, zal de Belvédère-ontwikkelingsmaatschappij best iets voor de stad terug willen doen, denk ik, hoop ik.

                  Dat Museum voor Religieuze Kunst wordt een zware dobber. En dat is jammer, want juist dat museum gaat over de schatten van Maastricht. Maastricht heeft pech dat haar grootste schat, de Romaanse kapitelen en reliëfs, op plekken zitten die voor de meeste mensen ontoegankelijk zijn. Juist daarom is een museum nodig, dat die schat ontsluit.

                  Opmerking


                  • #10
                    Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
                    Pier, dans je ook de horlepiep als er één museum bij komt?
                    Jazeker, als hij genoeg heeft gedronken van zijn zelfbetaalde fles wijn.

                    Opmerking


                    • #11
                      Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
                      Pier, dans je ook de horlepiep als er één museum bij komt? Want dat gaat wel lukken, denk ik.
                      Laten we zeggen dat wanneer er één van de door jouw gewenste musea komt, buiten de Hoofdwacht, dan dans ik de horlepiep !!!

                      We zien het wel, we zien het wel, we zullen het wel beleven maar kan het niet een beetje snel want het leeeeeven duurt maar even
                      (Wie van de ouderen onder ons weet nog in welk programma dit gezongen werd ???)

                      Dat de Hoofdwacht, op termijn, een museum wordt, daar twijfel ik echt niet aan.
                      Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd

                      Opmerking


                      • #12
                        Aanvulling: gipsmodellen kapitelen

                        Van de gipsafdrukken van de Romaanse kapitelen, hierboven genoemd om tentoongesteld te worden in het Museum voor Religieuze Kunst, blijkt er helaas nog maar één over te zijn in de LGOG-collectie, en deze is in 2000, samen met de meeste andere voorwerpen uit de historische collectie van het LGOG, overgedragen aan het Limburgs Museum te Venlo.

                        Gipsmodellen waren populair in de 19e eeuw. Alexander Schaepkens bepleitte in 1864 het maken van gipsafdrukken van Maastrichter sculpturen om door leerlingen van de Stadsteekenschool nagetekend te worden. Vanaf 1875 werd in het Rijksmuseum te Amsterdam, op instigatie van Victor de Stuers, een gipsmodellen-collectie aangelegd, waarin de romaanse en vroeggotische sculptuur uit Maastricht goed vertegenwoordigd was. Het complete Bergportaal en alle kapitelen van de kooromgang van de OLV-kerk waren in Amsterdam te bewonderen.

                        Ook het LGOG-museum bezat gipsafdrukken van romaanse kapitelen. In de eerste catalogus van het museum (uit 1920) zijn verschillende gipsmodellen opgenomen, maar geen enkel origineel, hoewel het museum die wel bezat. Toegegeven, de originelen waren over het algemeen zwaar beschadigd en van mindere kwaliteit dan de beroemde cycli in het westwerk van de St-Servaas en het oostkoor van de Slevrouwe, waarvan men gipsafdrukken had. Zelfs in de jaren veertig van de vorige eeuw werden in het museum aan de Lenculenstraat de kopieën binnen tentoongesteld, terwijl de meeste originelen buiten in de tuin lagen.

                        Bron: Hartog, E. den, Romanesque Sculpture in Maastricht. Maastricht, 2002, p.14-19

                        Opmerking


                        • #13
                          Aanvulling: gipsmodel Eedsreliëf


                          Eedsreliëf OLV-kerk: het origineel in de Merodekapel en de kopie (op houten blokjes) in de kloostergang

                          De Onze-Lieve-Vrouwebasiliek blijkt ook over minimaal één gipsmodel van een Romaanse sculptuur te beschikken: het Eedsreliëf (ook wel De eed op de relieken genoemd). Het staat tegen een muur in een van de kruisgangen opgesteld. Da's natuurlijk een beetje onzin, aangezien het origineel, zwartgeblakerd en wel, om de hoek in een muur is ingemetseld. Eén van beide kan dus rechtstreeks naar het Museum voor Religieuze Kunst, want het is wel een belangrijk werk (zie ook deze bijdrage).

                          Opmerking


                          • #14
                            GMMP/Museum voor Religieuze Kunst

                            Hoe staat het toch met ons Groet Mestreechs Museum Plan, zal menigeen zich afgevraagd hebben. Nou, best goed, mensen. Het plan is inmiddels zelfs uitgebreid (hoezo krimpscenario's?) met een Museum van het Romeins Verleden (zie elders op deze site). Deze nieuwste loot aan de stam van het GMMP zal bestaan uit een ondergrondse archeologie-route, die de Museumkelder Derlon, het Thermencomplex en enkele restanten van de vestingwerken van het Romeins castellum met elkaar verbindt, en een bovengrondse tentoonstellingsruimte met Romeinse artefacten (o.a. de in 1963 opgedregde sculptuurfragmenten, die eeuwenlang op de bodem van de Maas hebben gelegen en nu alweer tientallen jaren in museumdepots).

                            Het Vestingmuseum in de Hoofdwacht op het Vrijthof, één van de drie nieuwe musea in het GMMP, komt er gewoon (zie http://www.maastricht.nl/web/file?uu...ontentid=20440, p.62), daar hoeven we ons dus niet meer druk over te maken. Dat betekent - één erbij, één eraf - dat we nog steeds drie nieuwe musea te realiseren hebben. Geen probleem toch?

                            De grootste dobber wordt, zoals al eerder gezegd, het Museum voor Religieuze Kunst. Niet alleen omdat dit organisatorisch het lastigst te verwezenlijken is (o.a. vanwege het feit dat een groot deel van de collectie al elders gehuisvest is), maar ook omdat 'religieus' toch voor velen een vies woord geworden is en het lastig zal zijn om mensen voor een dergelijk museum te enthousiasmeren. Toch is dit museum mijn persoonlijke 'lievelingetje' en wel om de volgende redenen:
                            1. Het religieuze verleden is onlosmakelijk verbonden met de twee grote bloeiperioden van de kunsten in Maastricht: de twaalfde eeuw (bouw van de kapittelkerken, beeldhouwkunst, edelsmeedkunst, Henric van Veldeke) en de periode rond 1500 (Jan van Steffeswert, Aert van Tricht en andere ateliers).
                            2. Het religieuze verleden is door de gemeente aangemerkt als één van de vier pijlers van de identiteit van Maastricht (samen met Romeinse stad, vestingstad en industriële stad).
                            3. Als het Victoria & Albert Museum in Londen het de moeite waard vindt om een gipsafdruk van een Maastrichts reliëf (zie hier) te tonen, waarom besteedt Maastricht er dan zo weinig aandacht aan? Het V&A reliëf is niet eens een topstuk. De eigenlijk veel sensationelere kapitelen in het westwerk van de Sint-Servaas en in de kooromgang van de Slevrouwe zijn voor de meeste bezoekers van de stad onzichtbaar, door het simpele feit dat ze zich hoog bovenop pilaren in ontoegankelijke ruimtes bevinden. Een museum met gipsafdrukken van die belangrijke schatten kan daar verandering in brengen.

                            Er zijn in Nederland al diverse musea van religieuze kunst: het Museum Jacob van Horne in Weert, het Museum voor Religieuze Kunst in Uden (met de collecties van de bisschoppelijke musea van Breda en Den Bosch) en het Rijksmuseum Catharijneconvent in Utrecht (met de collecties van het Oud-Katholiek Museum, het Aartsbisschoppelijk Museum en het Bisschoppelijk Museum Haarlem). In Italië heeft elke zichzelf respecterende stad een Museo Diocesano. Maastricht als oudste bisschopstad in Nederland en centrum voor Maaslandse kunst in de Middeleeuwen mist zo'n museum node.

                            Opmerking


                            • #15
                              Museum voor Religieuze Kunst - Collectie

                              We maken alvast een wandelingetje door het nieuwe Museum voor Religieuze Kunst in de voormalige Proosdij aan het Sint-Servaasklooster:

                              Zalen A t/m F: Schatkamer van Sint-Servaas
                              Net zoals in de bestaande schatkamer zijn er in het nieuwe museum 6 zalen gewijd aan de schat van Sint-Servaas. De huidige indeling (Noodkist, 'Servatiana', reliekhouders, liturgische voorwerpen, textilia) wordt gehandhaafd.


                              De Schatkamer: Noodkist, sleutel, buste, reliekhouder, monstrans en nog véél meer...

                              Zaal G: Archeologie (periode tot ±450 na Chr)
                              Hier zijn voornamelijk bodemvondsten met een religieus tintje uit voor-christelijk Maastricht en omgeving te vinden.

                              Keltisch-Romeinse grafsteen, Venus (terracotta), viergodensteen, bronzen Mercurius

                              Zaal H: Vroege Middeleeuwen (450-1000)
                              Het ontstaan en de ontwikkeling van het bisdom Tongeren-Maastricht-Luik: de paltskapel van Karel de Grote in Aken, de bloei van Luik onder bisschop Notger (10e/11e eeuw), de ontwikkeling van de Sint-Servaaskerk van 'cella memoriae' tot pelgrimskerk, de eerste kloosters (Susteren, Sint-Truiden, Aldeneik, Nijvel, Stavelot, Malmédy, Celles, Lobbes).

                              Vroeg-christelijke grafsteen, Merovingische grafvondsten, Karolingische sculptuur (St-Servaaskerk)

                              Zaal I: Romaanse periode I (±1000-1225)
                              In deze zaal wordt de bloeiperiode van de Maaslandse kunst belicht en de relatie met de Romaanse kunst elders. Bouwmodellen illustreren de architectuur van de grote Maastrichtse kapittelkerken en de kloosterkerken van Rolduc, Susteren en St-Odiliënberg. De originele Maaslandse kapitelen uit de Bonnefanten-collectie illustreren de relatie met de Italiaanse beeldhouwkunst. Kunstvoorwerpen uit de Neutelings-collectie leggen verbanden tussen de edelsmeedkunst in het Maasland, het Rijnland en Frankrijk (Limoges).

                              Romaans kapiteel OLV-kloostergang, koperen griffioen uit Keulen, emaille uit Limoges

                              Zaal J: Romaanse periode II (±1000-1225)
                              Deze zaal is in zijn geheel gewijd aan de Romaanse sculptuur in Maastricht en het Maasdal. Van het 'Maastrichtse atelier' worden gipsafdrukken van diverse reliëfs en kapitelen in de OLV-kooromgang en het westwerk van de St-Servaas getoond. Verder komt het 'Maastrichtse atelier' buiten Maastricht aan bod: Rolduc, Utrecht, Schwarzrheindorf, Eisenach, de Wartburg.

                              Reliëf en kapiteel in de Slevrouwe. Idem in de Sint-Servaas (gipsmodellen gedeeltelijk al voorhanden)


                              'Maastrichtse' kapitelen in Rolduc en de Wartburg. Reliëfs in Luik en Utrecht (te maken gipsafdrukken)

                              (Zaal K t/m Q komt een andere keer - iemand nog twijfels over de noodzaak van dit museum? )

                              Opmerking

                              Bezig...
                              X