Caesar
Caesar is hard werken
Julius Caesar, anachronistisch showdrama past in de rijke Maastrichtse traditie van de kemike opera.
Het trio Frans Meewis, Cees van Kooten en Math Stroes slaagt er steeds weer in van een bont gezelschap van amateurs en professionals een eenheid te smeden.
Neem een kijkje bij de repetities en het lijkt alsof zo ongeveer de halve stad meedoet aan Julius Caesar.
Uit alle hoeken en gaten van het Maastrichtse leven dienden ze zich aan - de ruim honderdvijftig acteurs, zangers, muzikanten en productiemedewerkers van het komische spektakelstuk dat begin volgend jaar wordt opgevoerd in de Awwestiene.
Bij binnenkomst botsen we meteen al op op oud-collega Ger Gerritsen, een van de samenzweerders tegen Caesar.
In de pauze komt VVD politicus Alex Meij met echtgenote uit de coulissen van het Bonnefantencollege aan de Eenhoornsingel gelopen.
Hij speelt een slaaf.
En niet de minste, als we hem mogen geloven.
En hé, is dat niet oud-stadsprins en advocaat Norbert Frijns?
Hij is het inderdaad.
Na de pauze blijkt het allesbehalve een theekransje van oude bekenden.
Regisseur Frans Meewis en arrangeur Cees van Kooten hebben de wind er behoorlijk onder.
Reputaties tellen niet, ondervindt vanavond ook Bert Garnier van ’t Vollek vaan Mestreech.
Hij staat als Brutus op een tafel te zingen.
Meewis is niet tevreden: "Ik geloof hier geen bal van!
Er moet pit in zitten, Bert.
Sorry, je zit te kleuteren."
Op de gang legt productiemedewerkster Stephanie Hameleers uit dat discipline pure noodzaak is.
Het is tenslotte de bedoeling dat het 150-koppige gezelschap van 25 februari tot 7 maart acht maal de Awwestiene vol laat lopen.
Bij uitverkochte zalen toch zo’n 3200 toeschouwers.
Die kun je vanzelf geen meuk voorschotelen.
"Daarbij komt dat Julius Caesar minder bekend is dan Kaptein vaan Köpenick.
Dat maakt de uitdaging des te groter om iets moois neer te zetten."
Vanaf half januari verruilen ze de aula van het Bonnenfanten voor de Awwestiene (Augustijnenkerk) aan de Kesselskade om de puntjes op de 'i' te zetten.
Hameleers: "Voor veel Maastrichtenaren is dit misschien weer eens aardige aanleiding voor een bezoekje aan de Awwestiene.
Het mooie van die locatie is dat die sfeer van zichzelf heeft.
We bouwen een tribune voor vierhonderd mensen."
© Foto: Jean Pierre Geusens.
Een paar dagen later legt regisseur Frans Meewis (71) in een café uit dat de Awwestiene ook verder groot genoeg is voor zo’n productie.
Goed, een achterhuis met lift ontbreekt, maar mooi dat de toneelopening net zo groot is als die van Theater aan het Vrijthof.
"Ook qua diepte voldoet het prima."
Meewis wijst er op dat Math Stroes "weer eens als motor" heeft gefungeerd.
Na Kaptein vaan Köpenick in 2007 en Slevrouwe in 2008 vond de productieleider het al snel weer tijd om met Frans Meewis en arrangeur Cees van Kooten aan een nieuwe uitdaging te beginnen.
Wederom via een openbare auditie.
De keus viel op een verhaal van een anonieme schrijver, dat in de jaren ’20 al eens door het serieuze Maastrichtse mannenkoor De Lauwerkrans werd gespeeld - in een poging ook eens iets grappigs te brengen in een stad die destijds wegliep met Trijn de Begijn.
Harie Loontjens vertaalde het stuk in 1969 in het Maastrichts en zocht er muziek bij, waarna het een jaar later werd opgevoerd door personeelsvereniging De Maasvogels van KNP.
In 1989 regisseerde Frans Meewis Julius Caesar voor het eerst.
De komende uitvoering belooft een heel andere te worden, zegt hij.
Kemike opera’s geven regisseur en arrangeur ongekende bewegingsvrijheid.
"We kunnen naar hartelust spelen met de tijd, met muziek en met aankleding.
Maar we hebben ons voorgenomen geen concessies te doen.
Er moet een goed orkest zijn, de aankleding moet state of the art zijn én de groep moet het onderste uit de kan halen.
Dat betekent hard werken."
Meewis gunt zichzelf weinig rust.
Deze week brengt hij als gastregisseur met de Roemeense Staatsopera Die Lustige Witwe.
In Boekarest.
Wie: Antonia van der Beesen (60)
Wat: Professioneel zangeres, voorheen bij de opera in Luik en Aken
Rol: Calpurnia, Caesars vrouw
„Dit is, net als twee jaar geleden Kaptein vaan Köpenick, veel gezelliger dan mijn reguliere werk.
Je ervaart veel saamhorigheid, niemand aast nu al op de volgende rol.
Af en toe coach ik medespelers: ‘Adem laag houden, lachen vanuit de buik.’
Het doet me deugd dat er zoveel jeugd meedoet.
Deze kemike opera’s zijn echt een Maastrichtse traditie.
Maar vergis je niet: de discipline is hetzelfde.
Ik had niet gedacht dat de productie zo groot zou worden.â€
Wie: Peter van Hooren (53)
Wat: Commercieel directeur Nederlandse Weekbladen Groep
Rol: Cinna
„Ik heb vroeger in bandjes gespeeld en heb me vanuit mijn achtergrond in de muziek aangemeld.
Een grote uitdaging.
Zingen én acteren tegelijk is niet zo eenvoudig.
Eerst moet je je de melodieën eigen maken.
Dan de teksten.
En dan moet je je inbeelden wát je speelt.
Dat vraagt tijd.
Wij repeteren bijna driekwart jaar, twee keer in de week.
Af en toe word je afgezeken.
Daar moet je tegen kunnen.
Wij zijn meest amateurs, maar dat wil niet zeggen dat we niet het allerbeste onszelf moeten halen.â€
Wie: Linda Cremers (19)
Wat: Studente Pedagogische wetenschappen in Utrecht
Rol: Cunegonda, Caesars nicht
„Een grote eer voor iemand die net komt kijken, deze hoofdrol.
Ik heb zangles gehad, in Sjamaes en kerkkoren gezongen en een musicalcursus bij Kumulus gevolgd.
Maar ik studeer nu in Utrecht.
In het Maastrichts zingen is leuk, omdat ik in het Maastrichts denk.
Het is door die lange klanken een mooie taal om te zingen.
Kemike opera’s met een groep mensen als deze, levert een geweldige sfeer op.
Na afloop van Kaptein vaan Köpenick kreeg ik meteen heimwee naar de bühne.â€
Wie: Marc van den Eertwegh (35)
Wat: Artistiek leider Seth-theater, zanger, acteur en nog veel meer
Rol: Julius Caesar
„Net als een handvol anderen speelde ik ook al in Kaptein vaan Köpenick.
Mijn moeder draaide die kemike opera vroeger veel; heb ’m met de paplepel ingegoten gekregen.
Het was ook mijn moeder die me attent maakte op de advertentie voor Julius Caesar.
Het lijkt ver af te staan van mijn werk bij het Seth-theater.
Maar er zijn vooral overeenkomsten: amateurs en profs die een combinatie van toneel en muziek maken.
En net zo lang schaven tot het goed is.â€
© Siebrand Vos
gazet De Limburger
10-12-2009
Caesar is hard werken
Julius Caesar, anachronistisch showdrama past in de rijke Maastrichtse traditie van de kemike opera.
Het trio Frans Meewis, Cees van Kooten en Math Stroes slaagt er steeds weer in van een bont gezelschap van amateurs en professionals een eenheid te smeden.
Neem een kijkje bij de repetities en het lijkt alsof zo ongeveer de halve stad meedoet aan Julius Caesar.
Uit alle hoeken en gaten van het Maastrichtse leven dienden ze zich aan - de ruim honderdvijftig acteurs, zangers, muzikanten en productiemedewerkers van het komische spektakelstuk dat begin volgend jaar wordt opgevoerd in de Awwestiene.
Bij binnenkomst botsen we meteen al op op oud-collega Ger Gerritsen, een van de samenzweerders tegen Caesar.
In de pauze komt VVD politicus Alex Meij met echtgenote uit de coulissen van het Bonnefantencollege aan de Eenhoornsingel gelopen.
Hij speelt een slaaf.
En niet de minste, als we hem mogen geloven.
En hé, is dat niet oud-stadsprins en advocaat Norbert Frijns?
Hij is het inderdaad.
Na de pauze blijkt het allesbehalve een theekransje van oude bekenden.
Regisseur Frans Meewis en arrangeur Cees van Kooten hebben de wind er behoorlijk onder.
Reputaties tellen niet, ondervindt vanavond ook Bert Garnier van ’t Vollek vaan Mestreech.
Hij staat als Brutus op een tafel te zingen.
Meewis is niet tevreden: "Ik geloof hier geen bal van!
Er moet pit in zitten, Bert.
Sorry, je zit te kleuteren."
Op de gang legt productiemedewerkster Stephanie Hameleers uit dat discipline pure noodzaak is.
Het is tenslotte de bedoeling dat het 150-koppige gezelschap van 25 februari tot 7 maart acht maal de Awwestiene vol laat lopen.
Bij uitverkochte zalen toch zo’n 3200 toeschouwers.
Die kun je vanzelf geen meuk voorschotelen.
"Daarbij komt dat Julius Caesar minder bekend is dan Kaptein vaan Köpenick.
Dat maakt de uitdaging des te groter om iets moois neer te zetten."
Vanaf half januari verruilen ze de aula van het Bonnenfanten voor de Awwestiene (Augustijnenkerk) aan de Kesselskade om de puntjes op de 'i' te zetten.
Hameleers: "Voor veel Maastrichtenaren is dit misschien weer eens aardige aanleiding voor een bezoekje aan de Awwestiene.
Het mooie van die locatie is dat die sfeer van zichzelf heeft.
We bouwen een tribune voor vierhonderd mensen."
© Foto: Jean Pierre Geusens.
Een paar dagen later legt regisseur Frans Meewis (71) in een café uit dat de Awwestiene ook verder groot genoeg is voor zo’n productie.
Goed, een achterhuis met lift ontbreekt, maar mooi dat de toneelopening net zo groot is als die van Theater aan het Vrijthof.
"Ook qua diepte voldoet het prima."
Meewis wijst er op dat Math Stroes "weer eens als motor" heeft gefungeerd.
Na Kaptein vaan Köpenick in 2007 en Slevrouwe in 2008 vond de productieleider het al snel weer tijd om met Frans Meewis en arrangeur Cees van Kooten aan een nieuwe uitdaging te beginnen.
Wederom via een openbare auditie.
De keus viel op een verhaal van een anonieme schrijver, dat in de jaren ’20 al eens door het serieuze Maastrichtse mannenkoor De Lauwerkrans werd gespeeld - in een poging ook eens iets grappigs te brengen in een stad die destijds wegliep met Trijn de Begijn.
Harie Loontjens vertaalde het stuk in 1969 in het Maastrichts en zocht er muziek bij, waarna het een jaar later werd opgevoerd door personeelsvereniging De Maasvogels van KNP.
In 1989 regisseerde Frans Meewis Julius Caesar voor het eerst.
De komende uitvoering belooft een heel andere te worden, zegt hij.
Kemike opera’s geven regisseur en arrangeur ongekende bewegingsvrijheid.
"We kunnen naar hartelust spelen met de tijd, met muziek en met aankleding.
Maar we hebben ons voorgenomen geen concessies te doen.
Er moet een goed orkest zijn, de aankleding moet state of the art zijn én de groep moet het onderste uit de kan halen.
Dat betekent hard werken."
Meewis gunt zichzelf weinig rust.
Deze week brengt hij als gastregisseur met de Roemeense Staatsopera Die Lustige Witwe.
In Boekarest.
Wie: Antonia van der Beesen (60)
Wat: Professioneel zangeres, voorheen bij de opera in Luik en Aken
Rol: Calpurnia, Caesars vrouw
„Dit is, net als twee jaar geleden Kaptein vaan Köpenick, veel gezelliger dan mijn reguliere werk.
Je ervaart veel saamhorigheid, niemand aast nu al op de volgende rol.
Af en toe coach ik medespelers: ‘Adem laag houden, lachen vanuit de buik.’
Het doet me deugd dat er zoveel jeugd meedoet.
Deze kemike opera’s zijn echt een Maastrichtse traditie.
Maar vergis je niet: de discipline is hetzelfde.
Ik had niet gedacht dat de productie zo groot zou worden.â€
Wie: Peter van Hooren (53)
Wat: Commercieel directeur Nederlandse Weekbladen Groep
Rol: Cinna
„Ik heb vroeger in bandjes gespeeld en heb me vanuit mijn achtergrond in de muziek aangemeld.
Een grote uitdaging.
Zingen én acteren tegelijk is niet zo eenvoudig.
Eerst moet je je de melodieën eigen maken.
Dan de teksten.
En dan moet je je inbeelden wát je speelt.
Dat vraagt tijd.
Wij repeteren bijna driekwart jaar, twee keer in de week.
Af en toe word je afgezeken.
Daar moet je tegen kunnen.
Wij zijn meest amateurs, maar dat wil niet zeggen dat we niet het allerbeste onszelf moeten halen.â€
Wie: Linda Cremers (19)
Wat: Studente Pedagogische wetenschappen in Utrecht
Rol: Cunegonda, Caesars nicht
„Een grote eer voor iemand die net komt kijken, deze hoofdrol.
Ik heb zangles gehad, in Sjamaes en kerkkoren gezongen en een musicalcursus bij Kumulus gevolgd.
Maar ik studeer nu in Utrecht.
In het Maastrichts zingen is leuk, omdat ik in het Maastrichts denk.
Het is door die lange klanken een mooie taal om te zingen.
Kemike opera’s met een groep mensen als deze, levert een geweldige sfeer op.
Na afloop van Kaptein vaan Köpenick kreeg ik meteen heimwee naar de bühne.â€
Wie: Marc van den Eertwegh (35)
Wat: Artistiek leider Seth-theater, zanger, acteur en nog veel meer
Rol: Julius Caesar
„Net als een handvol anderen speelde ik ook al in Kaptein vaan Köpenick.
Mijn moeder draaide die kemike opera vroeger veel; heb ’m met de paplepel ingegoten gekregen.
Het was ook mijn moeder die me attent maakte op de advertentie voor Julius Caesar.
Het lijkt ver af te staan van mijn werk bij het Seth-theater.
Maar er zijn vooral overeenkomsten: amateurs en profs die een combinatie van toneel en muziek maken.
En net zo lang schaven tot het goed is.â€
© Siebrand Vos
gazet De Limburger
10-12-2009
Opmerking