Politie verleende ook steun aan verzet
Ad van Liempt over zijn nieuwe boek. Bron: Historisch Nieuwblad
woensdag 20 maart 2013
Het beeld dat de Nederlandse politie vooral collabeerde met de Duitsers, klopt niet. Dit schrijft Ad van Liempt - journalist, schrijver en oud-hoofdredacteur van het tv-programma Nova - in zijn nieuwste boek De jacht op het verzet. "Het beeld van de "foute" politie komt vooral door het optreden van een klein deel van de politie, die als uitvoerend orgaan van Sicherheitsdienst en Sicherheitspolizei (SiPo) opereerde".
door Floris Betlem
Waar heeft u onderzoek naar gedaan en wat voor materiaal heeft u gebruikt?
"Samen met vijf historici heb ik honderden strafdossiers in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) bestudeerd. In dit archief bevinden zich strafdossiers van personen die na de oorlog beschuldigd werden van samenwerking met de Duitse bezetter, het in dienst treden bij de vijandelijke krijgsmacht, verraad of NSB-lidmaatschap. Dat was nog nauwelijks onderzocht, vooral omdat het ontzettend arbeidsintensief is. Deze CABR-dossiers bevatten veel informatie over de jacht op verzetsleden, verhoren en veroordelingen. Hierdoor krijg je als onderzoeker een goed beeld van de verzetsbestrijders en hun methodes. Wat mij daarbij vooral opviel was de excessieve hoeveelheid alcohol en geweld dat gebruikt werd door de verzetsjagers. Robert Hoffmann bijvoorbeeld, van de SiPo in Rotterdam, sloeg bijna alle verdachten in de verhoorkamer een gebroken kaak".
Wat was de rol van de Nederlandse politie tijdens de Duitse bezetting?
"De Duitse bezetters konden het niet alleen, ze hadden te weinig mensen om de illegaliteit effectief te bestrijden. De jacht op verzetsleden werd daarom vaak uitbesteed aan de Nederlanders: de politie, en de Landwacht. Dat was een paramilitaire organisatie die in 1943 werd opgericht en voornamelijk uit NSB'ers bestond. De verhoren werden daarna vaak uitgevoerd door leden van de Sicherheitsdienst en de SiPo. Een deel van de politie werkte intensief mee, maar er waren minstens zoveel agenten die het verzet hielpen. Daarom is het zo moeilijk een algemeen beeld van "de" politie te geven. Wel is na de oorlog acht procent van de politie ontslagen wegens collaboratie, dat is een behoorlijk hoog percentage. Daarnaast werden veel agenten in rangen teruggezet".
Was de onstabiele persoonlijkheid van politiechef Versloot kenmerkend voor personen die met de Duitse bezetter samenwerkten?
"Er zijn maar weinig collaborateurs na de oorlog psychiatrisch onderzocht, wat dat betreft vormt Versloot daarin een uitzondering. Maar er waren duidelijke aanleidingen dat Versloot geestelijk onderzocht moest worden, want zijn onvoorspelbare gedrag was zelfs tijdens de oorlog opmerkelijk te noemen. Ik durf niet te stellen dat het percentage van mensen met een psychische stoornis hoger lag bij de NSB, de Landwacht en de Nederlandse SS in vergelijking tot andere organisaties. Zoals bij elke beweging komen er mensen op af met uiteenlopende motieven, persoonlijkheden en achtergronden."
Was het verzet niet oppermachtig geweest als er net zoveel mensen aan hadden meegedaan als aan de kant van de Duitsers?
"Driehonderdduizend mensen zaten aan het einde van de oorlog ondergedoken, dat was niet mogelijk geweest als maar een klein percentage van de Nederlandse bevolking aan de illegaliteit had meegedaan. Hoe kan het dan dat er zoveel Joden zijn afgevoerd? Daar is wel een verklaring voor: het verzet nam pas in omvang toe na de April-meistakingen van 1943, georganiseerd tegen het besluit om Nederlandse mannen die in 1940 gedemobiliseerd waren op te roepen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland.
Het was daarna ook meteen afgelopen met de "zachte" aanpak van de Duitse bezetter en er volgde een periode van keiharde repressie. Wat ik daarbij opmerkelijk vond was de onbeperkte macht die verzetsbestrijders hadden aan het einde van de oorlog door het Niedermachungsbefehl. Iedereen die verdacht werd van verzetsdaden kon geëxecuteerd worden, er was geen spoor van rechtspraak meer. Bovendien konden kleine aanleidingen grote gevolgen hebben. In de strafdossiers ben ik een verhaal tegengekomen van een man die, waarschijnlijk per ongeluk, zijn pruimtabak tegen de gevel van een NSB-kantoor had aangespuugd, daarvoor werd opgepakt en een half jaar later omkwam in een concentratiekamp."
Ad van Liempt over zijn nieuwe boek. Bron: Historisch Nieuwblad
woensdag 20 maart 2013
Het beeld dat de Nederlandse politie vooral collabeerde met de Duitsers, klopt niet. Dit schrijft Ad van Liempt - journalist, schrijver en oud-hoofdredacteur van het tv-programma Nova - in zijn nieuwste boek De jacht op het verzet. "Het beeld van de "foute" politie komt vooral door het optreden van een klein deel van de politie, die als uitvoerend orgaan van Sicherheitsdienst en Sicherheitspolizei (SiPo) opereerde".
door Floris Betlem
Waar heeft u onderzoek naar gedaan en wat voor materiaal heeft u gebruikt?
"Samen met vijf historici heb ik honderden strafdossiers in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) bestudeerd. In dit archief bevinden zich strafdossiers van personen die na de oorlog beschuldigd werden van samenwerking met de Duitse bezetter, het in dienst treden bij de vijandelijke krijgsmacht, verraad of NSB-lidmaatschap. Dat was nog nauwelijks onderzocht, vooral omdat het ontzettend arbeidsintensief is. Deze CABR-dossiers bevatten veel informatie over de jacht op verzetsleden, verhoren en veroordelingen. Hierdoor krijg je als onderzoeker een goed beeld van de verzetsbestrijders en hun methodes. Wat mij daarbij vooral opviel was de excessieve hoeveelheid alcohol en geweld dat gebruikt werd door de verzetsjagers. Robert Hoffmann bijvoorbeeld, van de SiPo in Rotterdam, sloeg bijna alle verdachten in de verhoorkamer een gebroken kaak".
Wat was de rol van de Nederlandse politie tijdens de Duitse bezetting?
"De Duitse bezetters konden het niet alleen, ze hadden te weinig mensen om de illegaliteit effectief te bestrijden. De jacht op verzetsleden werd daarom vaak uitbesteed aan de Nederlanders: de politie, en de Landwacht. Dat was een paramilitaire organisatie die in 1943 werd opgericht en voornamelijk uit NSB'ers bestond. De verhoren werden daarna vaak uitgevoerd door leden van de Sicherheitsdienst en de SiPo. Een deel van de politie werkte intensief mee, maar er waren minstens zoveel agenten die het verzet hielpen. Daarom is het zo moeilijk een algemeen beeld van "de" politie te geven. Wel is na de oorlog acht procent van de politie ontslagen wegens collaboratie, dat is een behoorlijk hoog percentage. Daarnaast werden veel agenten in rangen teruggezet".
Was de onstabiele persoonlijkheid van politiechef Versloot kenmerkend voor personen die met de Duitse bezetter samenwerkten?
"Er zijn maar weinig collaborateurs na de oorlog psychiatrisch onderzocht, wat dat betreft vormt Versloot daarin een uitzondering. Maar er waren duidelijke aanleidingen dat Versloot geestelijk onderzocht moest worden, want zijn onvoorspelbare gedrag was zelfs tijdens de oorlog opmerkelijk te noemen. Ik durf niet te stellen dat het percentage van mensen met een psychische stoornis hoger lag bij de NSB, de Landwacht en de Nederlandse SS in vergelijking tot andere organisaties. Zoals bij elke beweging komen er mensen op af met uiteenlopende motieven, persoonlijkheden en achtergronden."
Was het verzet niet oppermachtig geweest als er net zoveel mensen aan hadden meegedaan als aan de kant van de Duitsers?
"Driehonderdduizend mensen zaten aan het einde van de oorlog ondergedoken, dat was niet mogelijk geweest als maar een klein percentage van de Nederlandse bevolking aan de illegaliteit had meegedaan. Hoe kan het dan dat er zoveel Joden zijn afgevoerd? Daar is wel een verklaring voor: het verzet nam pas in omvang toe na de April-meistakingen van 1943, georganiseerd tegen het besluit om Nederlandse mannen die in 1940 gedemobiliseerd waren op te roepen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland.
Het was daarna ook meteen afgelopen met de "zachte" aanpak van de Duitse bezetter en er volgde een periode van keiharde repressie. Wat ik daarbij opmerkelijk vond was de onbeperkte macht die verzetsbestrijders hadden aan het einde van de oorlog door het Niedermachungsbefehl. Iedereen die verdacht werd van verzetsdaden kon geëxecuteerd worden, er was geen spoor van rechtspraak meer. Bovendien konden kleine aanleidingen grote gevolgen hebben. In de strafdossiers ben ik een verhaal tegengekomen van een man die, waarschijnlijk per ongeluk, zijn pruimtabak tegen de gevel van een NSB-kantoor had aangespuugd, daarvoor werd opgepakt en een half jaar later omkwam in een concentratiekamp."
Opmerking