In het draadje Historische gebouwen in Maastricht viel de naam Seydlitz.
Dhr. Piet Bovy, opgegroeid te Sint-Pieter en momenteel wonend in Duitsland benaderde mij via de MO e-mail met enkele vragen rondom de Maastrichtse Seydlitzen.
Enkele MO-leden hebben Dhr. Bovy van informatie voorzien en Dhr. Bovy speurde verder. Mijn verzoek om de resultaten van het onderzoek te publiceren op MO werd gehonoreerd door Dhr. Bovy:
De familie Seydlitz in Maastricht: ondernemers en bankiers
door Piet H.L. Bovy, 28 augustus 2014
In de Historische Encyclopedie Maastricht (uitgave 2005) zoekt men tevergeefs een lemma Seydlitz. Googelen op internet levert daarentegen talloze historisch interessante wetenswaardigheden over diverse Maastrichtse Seydlitzen op, die het de moeite waard zijn in deze MestreechOnlinepost samen te vatten. Trouwens, bij mijn internetzoektocht naar Seydlitz in Maastricht was deze site een van de eerste die mij daarbij met een vermelding over Villa Maya op de St. Lambertuslaan 9, in 1903 gebouwd door Herman Josef Seydlitz (1860-1938 ), op weg hielp.
De aanleiding voor mijn zoektocht was een brief, die de archivaris van mijn huidige woonplaats in Unkel aan de Rijn mij enkele maanden geleden toonde met als adressering: An Herrn H. Seydlitz wohlgeboren in Mastricht, en uit Unkel verstuurd op 13 april 1853 (de poststempels op de brief laten overigens zien dat de brief binnen 24 uur in Maastricht was aangekomen! Dat is vandaag de dag wel anders.). De naam Seydlitz was mij al vertrouwd, want ene Hubert Ignatz Seydlitz had in de jaren 1830-1870 een groot landgoed in Unkel. Als Maastrichtenaar word je dan toch nieuwsgierig en vraag je je af of het hier om dezelfde persoon gaat en wat die Unkelse Seydlitz dan wel in Maastricht zoekt. Wie was er destijds in Maastricht (toch al ca 25.000 inwoners) zò bekend, dat een adres overbodig was?
Uit de vele fragmentarische bronnen, vrijwel allemaal via Internet vergaard, kan de volgende schets van de Maastrichtse familie Seydlitz (soms ook geschreven Seidlitz of Seijdlitz) worden samengesteld.
Jakob Seydlitz (1810 gestorven) was bankier en ondernemer in Maastricht en had zakelijke belangen in Keulen, o.a. in het Handelshaus Schüll. Hij was daar 1808 ook de stichter van een handels-ondernemeing in koloniale waren en specerijen: Seydlitz & Merkens. Na zijn overlijden zette zijn weduwe de zaak in Keulen voort totdat de zonen Hubert (1802-1869) en Ignatz (1804-1870) dat konden overnemen. Ignatz beperkte zijn aktieradius voornamelijk tot Keulen, was daar lid van het stadsbestuur en aktief als oprichter van verzekeringsbedrijven. Hubert huwde ca. 1825 de dochter Johanna (1801-1874) van zijn senior-compagnon Merkens. Ik laat nu de Keulse activiteiten van de Seydlitzfamilie terzijde en beperk me tot Maastricht.
Hubert Ignatz Seydlitz wordt vrijwel zonder uitzondering in alle bronnen als zoutzieder opgevoerd. Hij had kennelijk zoutziederijen in Luik, in Maastricht en in Venlo. Op 22 maart 1839 verleent de Belgische Koning hem een patent voor de uitvinding van een apparaat voor de raffinage van zout. Deze uitvinding heeft hem vermoedelijk geen windeieren gelegd, want in Pruissen had hij een monopolie voor de zoutlevering weten te bewerkstelligen. Nog onbekend is welke grondstoffen de Maastrichtse zoutzieders gebruikten (toch geen zeewater zoals in Holland?), waar ze die vandaan haalden, welke zoutproducten ze ermee maakten en welke afzetmarkten ze bedienden.
De zoutziederij in Maastricht stond aan de Brusselsestraat achter het statige woonhuis annex kantoor van Seydlitz. Dit enorme, maar fraai geproportioneerde pand is omstreeks 1850 door de tekenaar Ph. van Gulpen vastgelegd (zie afb.1). Woonhuis en bedrijf zijn nog indrukwekkender te zien op de stadsmaquette van Maastricht (zie afb.2), gemaakt door de Stichting Maastricht 1867. Op het bedrijfsterrein aan de Brusselsestraat (thans Herdenkingsplein) bevond zich een tweede zoutziederij, die later in handen van de familie Marres is gekomen en tot 1957 in productie was.
Afbeelding 1: huis Seydlitz Brusselsestraat ca 1850 (tekening Ph. van Gulpen).

Afbeelding 2: maquette Huis Seydlitz en Zoutziederij Brusselsestraat ca. 1867.

Hubert Ignatz was een ondernemer die brood zag (waarschijnlijk ook vanwege zijn zouthandel) in deelnemingen in de nieuwe transporttechnieken stoomscheepvaart en spoorweg. Hij kon het goed vinden met de postkoetsenfamilie Bonhomme (van moeders kant ook sterk aan Keulen gelieerd) en stichtte met deze meerdere nieuwe transportondernemingen. In 1840 verwierven zij een licentie voor vervoerdiensten met stoomschepen op de Maas tussen Luik en Maastricht. In 1844 werd dat uitgebreid met diensten op Venlo, in het vervolg waarvan Hubert op 1 maart 1846 met de gebroeders Mathieu (1796-1862) en Guillaume (1807-....) Bonhomme het stoomscheepvaartbedrijf Bonhomme & Seydlitz oprichtte voor her vervoer van personen, goederen en post. Hubert Seydlitz en Guillaume Bonhomme waren niet alleen generatiegenoten maar waren ook verbonden door de gemeenschappelijke achtergrond dat hun echtgenotes beide uit Keulen afkomstig waren en elkaar vermoedelijk reeds kenden. In 1861 neemt Hubert samen met de ondernemers H. Adam uit Luik en Arnold J.H.W. Bonhomme (1837-1901), zoon van de eerder genoemde Guillaume, een vervoervergunning op het nieuwe Kanaal Luik-Maastricht over van een Luiks bedrijf. Met deze licentie stichten zij het vervoerbedrijf voor personen en goederen met de naam Maastrichts Schroefstoomboot Maatschappij Arnold Bonhomme.
In zijn Maastrichtse tijd heeft Hubert Seydlitz zich zeer ingezet voor verbetering van de verkeersinfrastructuur. In 1841 vertegenwoordigt hij de Maastrichtse Kamer van Koophandel en Fabrieken in een Commissie, die als opdracht had een spoorlijn (de zg. Ijzeren Rijn) tussen de Rijn en het nieuwe kanaal Zuid-Willemsvaart te realiseren en te exploiteren. Ook wordt hij in 1844 lid van een 5-koppig comité dat belast werd met de vorming van een naamloze vennootschap voor de aanleg en exploitatie van een spoorweg tussen Maastricht en Aken. In 1845 is het dan zover en wordt hij benoemd in de driehoofdige directie van de Maastrichtse vestiging van het nieuw opgerichte spoorbedrijf.
De zoutzieder Hubert Seydlitz had kennelijk als ondernemer een belangrijke stem in Maastricht. Hij was van 26 maart 1835 tot 1 juni 1852 ononderbroken (bestuurs)lid van de toenmalige Kamer van Koophandel en Fabrieken te Maastricht. De 12 leden van deze Kamer werden steeds voor een periode van 3 jaar door de Nederlandse Koning benoemd. Seydlitz heeft deze functie dus meer dan 5 perioden aan een stuk uitgeoefend voordat hij in 1852 vrijwillig terugtrad, vermoedelijk omdat hij zich meer en meer met zijn zaken in Keulen en Unkel (een landgoed van meer dan 100 ha) wilde gaan bezighouden.
De familiaire omstandigheden van Hubert zijn een spiegelbeeld van zijn zakelijke activiteiten. In 1825 huwt hij in Keulen Johanna Merkens (1801-1874), dochter van de Keulse zakenman en ondernemer Heinrich Merkens (1777-1854), zijn compagnon in zijn Keulse ondernemingen. Hij vestigt zich aansluitend in Venlo, waar tussen 1826 en 1829 de eerste vier kinderen worden geboren, drie dochters en zoon Hendrik Frans Karel Emilius (*1828 ). Twee verdere zonen zien in Maastricht het levenslicht: Jacob Constant (1830-...) en Ignatz Eugene (1831-...). Het zevende kind (Sibylle, 1832-1884) wordt in Keulen geboren en het laatste (Josephina, 1839-...) weer in Maastricht.
Ook zijn nazaten hebben in Maastricht hun sporen verdiend. De oudste zoon, de jurist Mr. Hendrik Seydlitz (1828-1911) was van 3 juli 1860 tot 2 juli 1895 gekozen lid van de Provinciale Staten van Limburg als vertegenwoordiger van de stad Maastricht. Van 1867 tot 1893 was hij tevens lid van het gemeentebestuur. Mr. Hendrik had drie dochters en twee zonen. De oudste zoon Paul Josef (1857-...) is naar het noorden vertrokken, de jongste zoon Herman Josef (1860-1938 ) zette in Maastricht de bankierstraditie van de familie voort. Hij was agent van de Geldersche Credietvereniging en hield kantoor in een statig pand aan de Lambertuslaan nr.9. Hij bouwde in 1903 op dat adres, een van de hoekpunten van het toenmalige rond-point op het kruispunt van Prins-Bisschopsingel en Lambertuslaan in het nieuwe villapark zijn Villa Maya (zie afb. 3). Het statige herenhuis op de Brusselsestraat voldeed vermoedelijk met zijn voortechnische inrichting (geen elektriciteit e.d.) niet meer aan de eisen van de tijd, zeker niet voor een representatief bankhuis. Herman Josef was van 1892 tot 1893 lid van het gemeentebestuur in Maastricht. Hij huwde 1891 Emilie Jeanne Henriette Marie van der Maesen de Sombreff (1864-1951). Zij was de dochter van jonkheer Paul vdMdS (1827-1902) uit Maastricht, na meermaals ongelukkig optreden als Minister van Buitenlandse Zaken, de “Limburgse dorpeling-diplomaat” genoemd. Naar verdere, nog levende nazaten wordt gezocht.
Afbeelding 3: Seydlitz Villa Maya, St. Lambertuslaan 9 te Maastricht.

Velen van de hier genoemde nazaten zijn begraven op de stedelijke begraafplaats aan de Tongerseweg. Hubert Ignatz en zijn vrouw Johanna hebben hun laatste rust gevonden op een van de mooiste direct aan de Rijn gelegen begraafplaatsen, met uitzicht over het Zevengebergte, namelijk in Unkel.
Bronnen:
- P.Ubachs & I. Evers Historische Encyclopedie Maastricht, RHCL, Walburg Pers, 2005.
- Internetsite www.marres.nl/zoutziederij.htm, augustus 2014.
- Internetsite MestreechOnline, 2009.
- De Maasgouw 54e jaargang 1934 Afl. 3.
- Nederlanse Staatscourant van 22.05.1856.
- Klara von Eyll, „Merkens, Peter Heinrich“. In: Neue Deutsche Biographie, 17 (1994) S.153-155.
Met dank aan Breur Henket en Boed Marres voor de vele suggesties.
Dhr. Piet Bovy, opgegroeid te Sint-Pieter en momenteel wonend in Duitsland benaderde mij via de MO e-mail met enkele vragen rondom de Maastrichtse Seydlitzen.
Enkele MO-leden hebben Dhr. Bovy van informatie voorzien en Dhr. Bovy speurde verder. Mijn verzoek om de resultaten van het onderzoek te publiceren op MO werd gehonoreerd door Dhr. Bovy:
De familie Seydlitz in Maastricht: ondernemers en bankiers
door Piet H.L. Bovy, 28 augustus 2014
In de Historische Encyclopedie Maastricht (uitgave 2005) zoekt men tevergeefs een lemma Seydlitz. Googelen op internet levert daarentegen talloze historisch interessante wetenswaardigheden over diverse Maastrichtse Seydlitzen op, die het de moeite waard zijn in deze MestreechOnlinepost samen te vatten. Trouwens, bij mijn internetzoektocht naar Seydlitz in Maastricht was deze site een van de eerste die mij daarbij met een vermelding over Villa Maya op de St. Lambertuslaan 9, in 1903 gebouwd door Herman Josef Seydlitz (1860-1938 ), op weg hielp.
De aanleiding voor mijn zoektocht was een brief, die de archivaris van mijn huidige woonplaats in Unkel aan de Rijn mij enkele maanden geleden toonde met als adressering: An Herrn H. Seydlitz wohlgeboren in Mastricht, en uit Unkel verstuurd op 13 april 1853 (de poststempels op de brief laten overigens zien dat de brief binnen 24 uur in Maastricht was aangekomen! Dat is vandaag de dag wel anders.). De naam Seydlitz was mij al vertrouwd, want ene Hubert Ignatz Seydlitz had in de jaren 1830-1870 een groot landgoed in Unkel. Als Maastrichtenaar word je dan toch nieuwsgierig en vraag je je af of het hier om dezelfde persoon gaat en wat die Unkelse Seydlitz dan wel in Maastricht zoekt. Wie was er destijds in Maastricht (toch al ca 25.000 inwoners) zò bekend, dat een adres overbodig was?
Uit de vele fragmentarische bronnen, vrijwel allemaal via Internet vergaard, kan de volgende schets van de Maastrichtse familie Seydlitz (soms ook geschreven Seidlitz of Seijdlitz) worden samengesteld.
Jakob Seydlitz (1810 gestorven) was bankier en ondernemer in Maastricht en had zakelijke belangen in Keulen, o.a. in het Handelshaus Schüll. Hij was daar 1808 ook de stichter van een handels-ondernemeing in koloniale waren en specerijen: Seydlitz & Merkens. Na zijn overlijden zette zijn weduwe de zaak in Keulen voort totdat de zonen Hubert (1802-1869) en Ignatz (1804-1870) dat konden overnemen. Ignatz beperkte zijn aktieradius voornamelijk tot Keulen, was daar lid van het stadsbestuur en aktief als oprichter van verzekeringsbedrijven. Hubert huwde ca. 1825 de dochter Johanna (1801-1874) van zijn senior-compagnon Merkens. Ik laat nu de Keulse activiteiten van de Seydlitzfamilie terzijde en beperk me tot Maastricht.
Hubert Ignatz Seydlitz wordt vrijwel zonder uitzondering in alle bronnen als zoutzieder opgevoerd. Hij had kennelijk zoutziederijen in Luik, in Maastricht en in Venlo. Op 22 maart 1839 verleent de Belgische Koning hem een patent voor de uitvinding van een apparaat voor de raffinage van zout. Deze uitvinding heeft hem vermoedelijk geen windeieren gelegd, want in Pruissen had hij een monopolie voor de zoutlevering weten te bewerkstelligen. Nog onbekend is welke grondstoffen de Maastrichtse zoutzieders gebruikten (toch geen zeewater zoals in Holland?), waar ze die vandaan haalden, welke zoutproducten ze ermee maakten en welke afzetmarkten ze bedienden.
De zoutziederij in Maastricht stond aan de Brusselsestraat achter het statige woonhuis annex kantoor van Seydlitz. Dit enorme, maar fraai geproportioneerde pand is omstreeks 1850 door de tekenaar Ph. van Gulpen vastgelegd (zie afb.1). Woonhuis en bedrijf zijn nog indrukwekkender te zien op de stadsmaquette van Maastricht (zie afb.2), gemaakt door de Stichting Maastricht 1867. Op het bedrijfsterrein aan de Brusselsestraat (thans Herdenkingsplein) bevond zich een tweede zoutziederij, die later in handen van de familie Marres is gekomen en tot 1957 in productie was.
Afbeelding 1: huis Seydlitz Brusselsestraat ca 1850 (tekening Ph. van Gulpen).

Afbeelding 2: maquette Huis Seydlitz en Zoutziederij Brusselsestraat ca. 1867.

Hubert Ignatz was een ondernemer die brood zag (waarschijnlijk ook vanwege zijn zouthandel) in deelnemingen in de nieuwe transporttechnieken stoomscheepvaart en spoorweg. Hij kon het goed vinden met de postkoetsenfamilie Bonhomme (van moeders kant ook sterk aan Keulen gelieerd) en stichtte met deze meerdere nieuwe transportondernemingen. In 1840 verwierven zij een licentie voor vervoerdiensten met stoomschepen op de Maas tussen Luik en Maastricht. In 1844 werd dat uitgebreid met diensten op Venlo, in het vervolg waarvan Hubert op 1 maart 1846 met de gebroeders Mathieu (1796-1862) en Guillaume (1807-....) Bonhomme het stoomscheepvaartbedrijf Bonhomme & Seydlitz oprichtte voor her vervoer van personen, goederen en post. Hubert Seydlitz en Guillaume Bonhomme waren niet alleen generatiegenoten maar waren ook verbonden door de gemeenschappelijke achtergrond dat hun echtgenotes beide uit Keulen afkomstig waren en elkaar vermoedelijk reeds kenden. In 1861 neemt Hubert samen met de ondernemers H. Adam uit Luik en Arnold J.H.W. Bonhomme (1837-1901), zoon van de eerder genoemde Guillaume, een vervoervergunning op het nieuwe Kanaal Luik-Maastricht over van een Luiks bedrijf. Met deze licentie stichten zij het vervoerbedrijf voor personen en goederen met de naam Maastrichts Schroefstoomboot Maatschappij Arnold Bonhomme.
In zijn Maastrichtse tijd heeft Hubert Seydlitz zich zeer ingezet voor verbetering van de verkeersinfrastructuur. In 1841 vertegenwoordigt hij de Maastrichtse Kamer van Koophandel en Fabrieken in een Commissie, die als opdracht had een spoorlijn (de zg. Ijzeren Rijn) tussen de Rijn en het nieuwe kanaal Zuid-Willemsvaart te realiseren en te exploiteren. Ook wordt hij in 1844 lid van een 5-koppig comité dat belast werd met de vorming van een naamloze vennootschap voor de aanleg en exploitatie van een spoorweg tussen Maastricht en Aken. In 1845 is het dan zover en wordt hij benoemd in de driehoofdige directie van de Maastrichtse vestiging van het nieuw opgerichte spoorbedrijf.
De zoutzieder Hubert Seydlitz had kennelijk als ondernemer een belangrijke stem in Maastricht. Hij was van 26 maart 1835 tot 1 juni 1852 ononderbroken (bestuurs)lid van de toenmalige Kamer van Koophandel en Fabrieken te Maastricht. De 12 leden van deze Kamer werden steeds voor een periode van 3 jaar door de Nederlandse Koning benoemd. Seydlitz heeft deze functie dus meer dan 5 perioden aan een stuk uitgeoefend voordat hij in 1852 vrijwillig terugtrad, vermoedelijk omdat hij zich meer en meer met zijn zaken in Keulen en Unkel (een landgoed van meer dan 100 ha) wilde gaan bezighouden.
De familiaire omstandigheden van Hubert zijn een spiegelbeeld van zijn zakelijke activiteiten. In 1825 huwt hij in Keulen Johanna Merkens (1801-1874), dochter van de Keulse zakenman en ondernemer Heinrich Merkens (1777-1854), zijn compagnon in zijn Keulse ondernemingen. Hij vestigt zich aansluitend in Venlo, waar tussen 1826 en 1829 de eerste vier kinderen worden geboren, drie dochters en zoon Hendrik Frans Karel Emilius (*1828 ). Twee verdere zonen zien in Maastricht het levenslicht: Jacob Constant (1830-...) en Ignatz Eugene (1831-...). Het zevende kind (Sibylle, 1832-1884) wordt in Keulen geboren en het laatste (Josephina, 1839-...) weer in Maastricht.
Ook zijn nazaten hebben in Maastricht hun sporen verdiend. De oudste zoon, de jurist Mr. Hendrik Seydlitz (1828-1911) was van 3 juli 1860 tot 2 juli 1895 gekozen lid van de Provinciale Staten van Limburg als vertegenwoordiger van de stad Maastricht. Van 1867 tot 1893 was hij tevens lid van het gemeentebestuur. Mr. Hendrik had drie dochters en twee zonen. De oudste zoon Paul Josef (1857-...) is naar het noorden vertrokken, de jongste zoon Herman Josef (1860-1938 ) zette in Maastricht de bankierstraditie van de familie voort. Hij was agent van de Geldersche Credietvereniging en hield kantoor in een statig pand aan de Lambertuslaan nr.9. Hij bouwde in 1903 op dat adres, een van de hoekpunten van het toenmalige rond-point op het kruispunt van Prins-Bisschopsingel en Lambertuslaan in het nieuwe villapark zijn Villa Maya (zie afb. 3). Het statige herenhuis op de Brusselsestraat voldeed vermoedelijk met zijn voortechnische inrichting (geen elektriciteit e.d.) niet meer aan de eisen van de tijd, zeker niet voor een representatief bankhuis. Herman Josef was van 1892 tot 1893 lid van het gemeentebestuur in Maastricht. Hij huwde 1891 Emilie Jeanne Henriette Marie van der Maesen de Sombreff (1864-1951). Zij was de dochter van jonkheer Paul vdMdS (1827-1902) uit Maastricht, na meermaals ongelukkig optreden als Minister van Buitenlandse Zaken, de “Limburgse dorpeling-diplomaat” genoemd. Naar verdere, nog levende nazaten wordt gezocht.
Afbeelding 3: Seydlitz Villa Maya, St. Lambertuslaan 9 te Maastricht.

Velen van de hier genoemde nazaten zijn begraven op de stedelijke begraafplaats aan de Tongerseweg. Hubert Ignatz en zijn vrouw Johanna hebben hun laatste rust gevonden op een van de mooiste direct aan de Rijn gelegen begraafplaatsen, met uitzicht over het Zevengebergte, namelijk in Unkel.
Bronnen:
- P.Ubachs & I. Evers Historische Encyclopedie Maastricht, RHCL, Walburg Pers, 2005.
- Internetsite www.marres.nl/zoutziederij.htm, augustus 2014.
- Internetsite MestreechOnline, 2009.
- De Maasgouw 54e jaargang 1934 Afl. 3.
- Nederlanse Staatscourant van 22.05.1856.
- Klara von Eyll, „Merkens, Peter Heinrich“. In: Neue Deutsche Biographie, 17 (1994) S.153-155.
Met dank aan Breur Henket en Boed Marres voor de vele suggesties.
Opmerking