Onderzoek doet iedereen op zijn eigen manier, maar de gouden regel voor een historicus is: Lees je in. Begin bij de literatuur, niet
Misschien mag ik aan de hand van een plaatselijke kunstenaar als
Bot gevangen? Spoed u naar de Documentatie Limburg op de vierde verdieping van de SB om daar de zgn. krantendocumentatie te raadplegen en de nog veel belangrijkere kaartenbakken met documentatiefiches van vermeldingen in boeken en tijdschriften. Die laatste maken eigen onderzoek in boeken en tijdschriften van voor ca. 1988 in veel gevallen geheel overbodig.
De oprichter van de Documentatie Limburg, de vorig jaar overleden heer Max van Heyst, heeft met zijn opvolgers gedurende bijna veertig jaar letterlijk elke relevante binnen- en buitenlandse publicatie doorgespit om ook maar het kleinste gegeven in verband met Limburg te noteren. Toen hij in de jaren 1970 enkele medewerkers kreeg, zijn die begonnen aan een documentatie van de Limburgse kranten. Na 1988-1990 heeft de Maastrichtse gemeentepolitiek een andere prioriteitenstelling gekozen en is het werk stopgezet. Maar als u wilt weten of er voor 1988 iets is geschreven over welk onderwerp dan ook in verband met Limburg in de breedste zin
Zoek in die bakken niet alleen op naam maar ook op ruimere onderwerpen die in verband staan met de zoekvraag. Met betrekking tot Jules Sondeijker bv. ook op 'schilderkunst algemeen', tentoonstellingen, tekenonderwijs etc. Kortom: 'Man soll Sich etwas einfallen lassen!'
Als u er niet uitkomt, vraag dan bij het personeel hoe die systemen precies werken. Sommigen zullen het misschien niet exact weten, maar er is bijna altijd wel een ter zake kundige collega te vinden. Het loont de moeite desnoods een keer terug te komen. Men zal u dan graag verder helpen.
Bedenk echter wel dat, waar niet over gepubliceerd is, niets over gevonden kan worden, en dat de vragen van nu niet altijd die van vroeger zijn. Over het verzet van milieubewegingen tegen bijvoorbeeld legbatterijen voor kippen zal men in die kaartenbakken weinig vinden, wel over dat tegen kernenergie. Elke tijd had/heeft zijn eigen stokpaardjes! Sommige zaken werden ook nooit gepubliceerd. Het is zinloos om in kranten uit de Tweede Wereldoorlog te zoeken naar verslagen over neergeschoten vliegtuigen of daden van verzet. De Duitse bezetter stond dergelijke berichtgeving gewoon niet toe!
Bedenk ook dat het puur technisch ook niet mogelijk was alles te documenteren. Het zou niet eerlijk zijn een systeem dat eind jaren 1940 werd opgezet te vergelijken met sommige hedendaagse websites waar historische kranten digitaal werden ingescand en op een willekeurig trefwoord te raadplegen zijn. Zolang de microfiches van de krantendocumentatie niet digitaal worden ingescand (en dat is een kwestie van geld), blijft alleen het handmatig lezen via de microfiches-reader over. Maar ook daar mag men Max van Heyst dankbaar voor zijn!
De Documentatie Limburg is voor velen een onontdekte Fundgrube. Al die kaartjes lijken zo lastig, maar eenmaal thuis in het systeem, wordt het een onmisbaar en gewaardeerd hulpmiddel. Literatuurgegevens over de laatste twintig jaar blijven echter een kwestie van moeizaam en minutieus eigen onderzoek.
Adresboeken voor Maastricht zijn mogelijk nog wat aanvullende details te vinden. In de prentencollecties van het voormalige Rijksarchief in Limburg (RAL), het Gemeentearchief Maastricht (GAM) en het nu bij het Historisch Centrum Limburg (HCL) inwonende Sociaal Historisch Centrum Limburg (SHCL) - Sint Pieterstraat 7 - is misschien zelfs origineel werk van Jules Sondeijker aanwezig. Vraag ernaar, want de collectie is veel groter dan de GAM-bakken met fotokaarten in de studiezaal suggereren.
Een piepklein deel van die beeldcollecties is digitaal te raadplegen op de websites www.rhcl.nl en www.shcl.nl. In andere collecties op de Sint Pieterstraat berust mogelijk een foto, een bidprentje of een briefhoofd. Let op: RAL, GAM en SHCL hebben allemaal hun eigen variaties van dergelijke collecties. Een foto, doodsprentje of briefhoofd kan (maar hoeft niet) dus op drie plaatsen bewaard worden. Dat zijn nu eenmaal de gevolgen van fusies-in-ontwikkeling. En dan is er nog de weinig bekende Iconografische collectie van LGOG, daar berustend onder beheer van dr. G. Venner. Al die plaatjes zijn handig bij de 'aankleding' van de kunstenaar Jules Sondeijker. Als ik zelf dit onderzoek ter hand zou moeten nemen, zou ik het op de hier beschreven wijze doen.
Opmerking