Een ansichtkaart permanent in de steigers.


TEr zijn amper ansichtkaarten van Maastricht waar de Onze Lieve Vrouwebasiliek niet op staat.
De kerk is zo’n beetje het beeldmerk van de stad geworden.
Een kostbaar bezit.
Letterlijk.
Vraag maar aan Fons Kurris.
Sinds hij eind 2000 tot pastoor werd benoemd van ‘Slevruike’, loopt hij bij wijze van spreken achter de kruiwagen.
Hij kwam op het moment dat de zoveelste restauratie van het monumentale godshuis zo’n beetje was afgerond, maar is sindsdien alleen maar bezig met het verhelpen van nieuwe bouwkundige gebreken.
De ene renovatie volgt op de andere.
En telkens weer gebedel om geld, want een kleine kerkgemeenschap als die van de Onze Lieve Vrouwebasiliek (ruim 1700 parochianen) kan het onderhoud van zo’n prachtige brok cultureel erfgoed natuurlijk niet opbrengen.

Dankzij Sterre der Zee, het devotiebeeld van Maria, is de basiliek met haar twee torens uitgegroeid tot een van de drukstbezochte van het land.
Gemiddeld worden er dagelijks in de kapel van ‘Slevruike’ duizend kaarsen aangestoken.
Een half jaar na zijn aantreden besloot Fons Kurris wereldkundig te maken dat zijn basiliek per jaar 250.000 gulden incasseerde, omdat zo veel mensen ‘e keerske branne beij Slevrouwe’ onderdeel van hun dagbesteding hebben gemaakt.
Een prachtig bedrag, maar het gaat er ook even hard weer uit, legde Kurris uit.
Puur bedrijfseconomisch bekeken teerde de kerk in op haar vermogen en stevende het af op een faillissement.
Het onderhoud vreet handenvol geld.
En dat is er onvoldoende.
Voor een monument als de OLV-basiliek zou een fonds in het leven geroepen moeten worden, waaruit de instandhouding van het godshuis kan worden betaald.
Nu moet bij elke nieuwe tegenvaller weer een rondgang worden gemaakt langs subsidiepotten.
Het schiet allemaal niet op.
Want anno 2008 is ondanks herhaalde smeekbedes van Kurris niks veranderd.
Opnieuw staat een van de torens van de basiliek in de steigers.
Uitgesleten voegen en een rot dak maken direct ingrijpen noodzakelijk.

Stel je voor dat een kerkganger of toerist een steen op zijn hoofd krijgt.
Maar ja: twee torens restaureren en hun ‘hoedjes’ vervangen door nieuwe, vergt bijna één miljoen euro.
Dat haal je met kaarsen niet zomaar even binnen.
De nieuwste tegenslag valt samen met de viering van de status van 75 jaar basiliek.
Misschien is dat maar goed ook.
Er zijn allerlei festiviteiten georganiseerd die veel bezoekers zullen trekken.
Allemaal gaan ze ook zien dat ‘Slevruike’ weer eens gehavend is en ook in 2009 (de rechtertoren) volop gerestaureerd moet worden.
Het kan niet anders, maar er is - nog - geen geld.
Gehoopt wordt dat enkele kapitaalkrachtige bedrijven in stad en regio de viering van het jubileum zullen aangrijpen om over de brug te komen met een mooie donatie om ‘de ansichtkaart van Maastricht’ weer een tijdje toekomstbestendig te maken.
Want zoals het nu gaat, blijft het sukkelen.
Op 24 september 2000, Fons Kurris moest toen nog beginnen in de Onze Lieve Vrouwebasiliek, schreef John Goessen een voorwoord in een door hem samengesteld boekje dat hij "In beeld...De veel vereeuwigde Slevrouwe' noemde.
Het bevat honderd verschillende afbeeldingen (foto’s, prenten en tekeningen) van het godshuis die hij tussen 1980 en 2000 verzamelde.
De bundel moest de afronding markeren van een tienjarig onderhoudsplan.
Mooi initiatief, mooi boekje.
Maar het restaureren ging noodgedwongen gewoon door.
Tijd voor een definitieve oplossing.
Niet voor niks schreef Goessen: ‘Elke Maastrichtenaar heeft twee parochiekerken: zijn eigen en de Onze Lieve Vrouwekerk.
Alleen de parochianen van de in 1933 tot basiliek verheven kerk hebben er maar één.’

© John Hoofs; gazet De Limburger; 220708.