Indien dit uw eerste bezoek is, vergeet dan niet de FAQ te lezen door op de bovenstaande verwijzing te klikken. U dient zich te registreren voordat u kunt gaan posten. Klik op de registreer verwijzing hierboven om te vervolgen. Om te beginnen met het tonen van de berichten selecteert u het forumdeel welke u wil gaan bezoeken middels gebruikmaking van de onderstaande selectie.
Ter info:
Mocht er zich onverhoopt een probleem en/of fout voordoen tijdens uw aanmelding, meldt deze dan aub. aan ons (door op de onderstaande gekleurde tekst te klikken).
Wij zullen u dan via email contacteren en zorg dragen voor uw aanmelding zodat u gebruik kunt maken van het forum! Registreren lukt niet, ik kan mij niet aanmelden!
Dat er in de Mariastraat een lag halverwege dat weet ik heel zeker. Dat was Familie.
Het bereik en dus klandizie per water en vuur winkeltje lag zo op twee straatlengten, vertelde m'n vader. Anders was het water koud voor men thuis was.
Hij zou dat geweten hebben maar ik kan hem helaas niet meer vragen.
Dat weten die er voor 1930 woonden en nu nog in leven zijn.
Of die commissies / leveranciers ook in het stad register "moeten" staan daar kan Mevrouw Ingrid Evers wellicht bij helpen.
mvg
Adolf Caris (1857-1918 ) werkte bij de Post en was actief bij de vakbeweging te Maastricht. Het echtpaar had in Wijk (bij de H.B.S. Hoogbrugstraat?) een winkeltje waar je o.a. "bökkinge" en warm water kon kopen. Adolf was gehuwd met Anna Maria PIETERS (1858-1936).
Op MO valt veel te vinden. Er zat een water- en vuurwinkel in de Tafelstraat.
In de roman Sjengske van Ber Hollewijn wordt eveneens melding gemaakt van een water- en vuurwinkeltje 'aan de overkant van het straatje'. Misschien dat zorgvuldige lezing een bepaald straatje oplevert? (Maar heeft dat winkeltje dan bestaan, of is het een verzinsel van de auteur die immers een roman schrijft, geen historische verhandeling?)
Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. EversBekijk bericht
In de roman Sjengske van Ber Hollewijn wordt eveneens melding gemaakt van een water- en vuurwinkeltje 'aan de overkant van het straatje'. Misschien dat zorgvuldige lezing een bepaald straatje oplevert? (Maar heeft dat winkeltje dan bestaan, of is het een verzinsel van de auteur die immers een roman schrijft, geen historische verhandeling?)
En de mevrouw van dat water- en vuurwinkeltje heet Bet. Vandaar wellicht de gestelde vraag.
"Wel, zijn Eerwaarde, al komt alles niet uit, gebeurt het in Nederland niet dikwijls dat een gehuwd rijk heer bij deze of gene ligte dame of bij eene knappe dienstbode het vooruitzicht van vaderschap verwerft, en dat hij, om deze hem in het nauw jagende aangelegenheid te toetoppen — zeggen wij hier; in Nederland zegt men: te bedekken of in den doofpot te stoppen — naar een plaatsvervanger uitziet; naar iemand, die voor een water- en vuurwinkel en eenige honderde guldens of minder, de onrustbarende schoone tot zijne vrouw maakt?"
De meeste van dit soort winkeltjes werden gedreven door een vrouw. Je kon er o.a. warm water, petroleum, gloeiende kooltjes (b.v. om in een stoof te doen) en aanmaakhoutjes kopen (bösselke hout).
In een water- en vuurwinkeltje kon men elke dag warm water kopen. Het warme water gebruikten de mensen onder andere voor het wassen van de kleding, voor het wassen van het gezin en uiteraard voor het zetten van koffie en thee. Ook bestond de mogelijkheid om een gloeiende steenkool te kopen om bijvoorbeeld zelf thuis de kachel aan te maken. Ook het vullen van de stoof of de strijkbout met de gloeiende kool vergemakkelijkte het dagelijkse leven. Een bijkomend werkje was het wekken van de arbeiders, zodat zij op tijd in de fabriek waren. Over de prijzen van het warme water, steenkool en het wekken in Maastricht is mij niets bekend, maar het gaat om enkele centen per week per klant. Bekend is dat in de eerste helft van de twintigste eeuw de klant, vijf cent voor warm water en ook vijf cent voor vuur moest betalen. Het wekken was 10 cent per week, daarvoor moest de ‘wekker’ wel elke dag om vier uur opstaan.
Opmerking