Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Kloosterzusters van O.L.V. van Afrika

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Kloosterzusters van O.L.V. van Afrika

    Geachte Lezers,

    In een statig pand aan de Hoogebrugstraat 100 te Wijck (Maastricht)hebben de Kloosterzusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika gehuisvest gezeten.

    Zeer nieuwsgierig ben ik naar de inrichting van het kapel en wie het kapel heeft mogen bemeubelen.

    Wanneer en tot wanneer heeft deze kloosterorde zich in de stad gevestigd? Zijn er fotos van vroeger van de interieur van dit pand?

    Tevens ben ik benieuwd naar de levensomstandigheden van deze zusters en hoeveel er gehuisvest waren in dit pand.

    Dank alvast voor de genomen tijd voor het deelnemen aan deze nieuwe discussie.

    Joep Janssen.

  • #2
    adres

    Hoogbrugstraat 100 ?
    Of straatnaam of huisnummer is fout.
    Het hoogste even huisnummer in de Hoogbrugstraat is 76 !!!!
    Kiek ins nao bove !
    http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

    Opmerking


    • #3
      adres2

      Sorry, hoogste even huisnummer is daar 78.

      In de huisnummering vanaf 1850 was er wel een nr. 100 en dat werd vanaf 1888 het huidige nr. 72, maar ik zou niet weten waar daar een kapel te vinden zou moeten zijn geweest.
      Kiek ins nao bove !
      http://www.maastrichtsegevelstenen.nl

      Opmerking


      • #4
        Oorspronkelijk geplaatst door Jef-VMG Bekijk bericht
        In de huisnummering vanaf 1850 was er wel een nr. 100 en dat werd vanaf 1888 het huidige nr. 72, maar ik zou niet weten waar daar een kapel te vinden zou moeten zijn geweest.
        Dit huis was gebouwd door Arnold Rouffaer [1748-1818] rond 1800. Het huis was woonhuis en bedrijfsruimte. Het pand had niets te maken met religie.
        Kompleminte

        Toller

        Opmerking


        • #5
          Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika (1)

          Het is toch wel erg onhandig, Joep, dat jij in Brazilië zit. Jouw niet aflatende belangstelling voor het atelier Ramakers en Zonen moet af en toe knap frustrerend zijn. Er zijn namelijk best mogelijkheden om antwoorden te vinden op je vragen, maar over het algemeen betekent dat hier een gang naar archief of bibliotheek. Lastig als je in Goiânia-Go zit ...

          Enfin, de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika, ook wel Witte Zusters genoemd, zijn in 1869 te Algiers gesticht door kardinaal Lavigerie. Het is dus in oorsprong een Franse congregatie (Algerije was een kolonie van Frankrijk). De zusters werk(t)en meestal op missieposten van de Witte Paters. Deze eveneens door Lavigerie gestichte mannelijke congregatie moet niet verward worden met de paters van Cadier en Keer, de Société des Missions Africaines, die in de volksmond eveneens worden aangeduid als 'witte paters'. (Snel maar niet geheel nauwkeurig onderscheid: die van Cadier dragen - eenmaal geprofest - woeste baarden, de Witte Paters zijn meestal glad geschoren. Natuurlijk is er ook onderscheid in de kleding, maar dat vraagt een scherper oog. )

          Het idee was, dat inlandse vrouwen gemakkelijker te benaderen waren door andere vrouwen dan door mannen, ook al waren die vrouwen dan blank en liepen ze in witte kleding (dit in tegenstelling tot de vaak zeer kleurig geklede inheemse bevolking). Dat het allemaal niet zo gemakkelijk was, wordt duidelijk als je er de krantenbank Delpher of die van het gemeentearchief van Roermond op naslaat. Cultuurverschillen bleken aanvankelijk maar moeilijk te overbruggen. Overigens bestaat deze congregatie nog steeds en is het interessant via Google kennis te nemen van haar werk. Bijna honderdvijftig jaar na de oprichting is dat echter wel een beetje anders dan in 1869. In die jaren stond het hele streven in dienst van het kerstenen van de bevolking en de afschaffing van de slavernij in Afrika.

          Opmerking


          • #6
            Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika (2)

            De West-Europese landen hadden in de loop van de negentiende eeuw de een na de ander de slavernij afgeschaft, als eerste Denemarken in 1803 en Engeland in 1834. Nederland volgde in 1863, evenals de Verenigde Staten (1865) en Portugal (1869). Frankrijk had deze stap al gezet in 1848, maar kardinaal Lavigerie had in zijn bisdom Algiers geconstateerd, dat Afrikanen onderling nog altijd slaven hielden, en dat dit gold voor geheel Noord-Afrika. Vaak ging het daarbij om christelijke Afrikanen die door mohammedaanse landgenoten werden ontvoerd, gekocht en verkocht. Maar ook veel christelijke Europeanen die bijvoorbeeld door de Barbarijse piraterij in Arabische handen vielen, werden sinds eeuwen verhandeld op de slavenmarkten van Tunis en Algiers.

            Al in de twaalfde eeuw ontstond er een kloosterorde (de Trinitariërs, 1198 ) tot vrijkoping van christenslaven die in het Nabije Oosten door de Turken of in Noord-Afrika door de islamieten gevangen werden gehouden. Een uitvloeisel van het streven der trinitariërs was in Maastricht de Drievuldigheidsbroederschap, die in 1646 werd gesticht door prior Michael Claessen van het begaardenklooster. Hij kreeg hiervoor toestemming van de vicaris-generaal van de 'Belgische' provincie van de trinitariërs (hij was tevens pauselijk commissaris). Deze Aartsbroederschap van de Allerheiligste Drievuldigheid ter Verlossing van Gevangenen (een organisatie van gelovige leken) beleefde vanaf de oprichting een grote bloei, niet alleen in Maastricht. In 1670 waren er 10.000 leden uit het gehele land. Het einde kwam met de ontbinding van de religieuze instellingen en de lekenverenigingen door de Fransen in 1796-1797.

            In het midden van de negentiende eeuw stond de wettelijke afschaffing van de slavernij nog altijd sterk in de politieke belangstelling. In tal van staten die koloniën bezaten, ontstond een sterke beweging tegen het houden van slaven (het abolitionisme). Dit leidde er uiteindelijk toe dat in de jaren 1860 ook Nederland, de Verenigde Staten en Portugal over de streep werden getrokken. Tegen deze achtergrond was het niet vreemd dat het streven van Lavigerie om de slavernij ook in Noord-Afrika uit te bannen, groot enthousiasme opriep. De postulanten stroomden toe en niet alleen in Frankrijk.

            Achttien jaar na de oprichting vestigde de congregatie zich met een eerste huis in Nederland, namelijk aan de Hoogbrugstraat te Maastricht (1887). Volgens de krant kwamen de stichtende (Franse) zusters met de trein aan vanuit Luik en liep de hele stad uit om hen te verwelkomen. Niet dat men in Maastricht niet gewend was aan religieuzen in het stadsbeeld, maar kardinaal Lavigerie was inmiddels een internationale beroemdheid die half Europa afreisde om fondsen en volgelingen te werven voor zijn streven. De zusters waren daarom zeer welkom!

            Literatuur
            J. van Rensch, 'Broederschappen in Maastricht, 1400-1850', in: Hemelse trektochten, (Vierkant Maastricht, 16), Maastricht 1990, pp. 7-88, meer speciaal 62-70.

            Opmerking


            • #7
              Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika (3)

              De zusters vestigden zich in het oude handelshuis van Rouffaer aan de Hoogbrugstraat 100, een adres dat inderdaad een jaar later werd omgenummerd naar Hoogbrugstraat 72. Het is me niet helemaal duidelijk of zij het hele pand in gebruik hadden, of dat het pand reeds toen was opgesplitst in een nummer 72 en 72a. (Dat is echter gemakkelijk na te gaan bij het RHCL). Achter het huis lag nog een grote plaats met, naar wordt aangenomen, een klein, vrijstaand huis. Dit achtererf kon worden bereikt via een poort in de Wijker Grachtstraat.

              Het huis in Maastricht is slechts zes jaar in gebruik geweest (1887-1893). Het diende als postulantenhuis, waar jonge meisjes die wilden intreden, de sfeer van het leven als kloosterzuster konden 'proeven' en een eerste opleiding kregen. Na zes maanden begon een postulante dan aan haar noviciaat, dat bij deze congregatie achttien maanden duurde. De derde stap was dat de novice als zuster geloften aflegde voor de duur van een jaar. Dat werd bij deze congregatie nog vijf keer herhaald, zodat men pas na zes jaar definitief lid van de congregatie was.

              Uit een krantenbericht van 1888 blijkt, dat kardinaal Lavigerie dat jaar in hoogst eigen persoon de postulanten in Maastricht kwam inkleden tot novicen. De nieuwe novicen werden volgens de krant rechtstreeks naar het moederhuis in Algiers gezonden. Of dit juist is, is eveneens niet helemaal duidelijk. Er was namelijk ook een noviciaat in Frankrijk zelf gevestigd.
              In 1890, drie jaar na de oprichting, had 'Maastricht' reeds zeventig (70) nieuwe novicen afgeleverd, iets meer dan tien per half jaar.

              In 1893 werd de vestiging te Maastricht opgeheven en verhuisde de congregatie naar Esch bij Vught, in Noord-Brabant. Voortaan was hier het Nederlandse postulaat gevestigd, en later het Nederlandse noviciaat.

              Voor details over de opleiding zie deze tekst.

              Opmerking


              • #8
                Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika (4)

                Oorspronkelijk geplaatst door J.W. Ramakers en Zonen Bekijk bericht
                1. Zeer nieuwsgierig ben ik naar de inrichting van het kapel en wie het kapel heeft mogen bemeubelen.
                2. Wanneer en tot wanneer heeft deze kloosterorde zich in de stad gevestigd?
                3. Zijn er foto's van vroeger van de interieur van dit pand?
                4. Tevens ben ik benieuwd naar de levensomstandigheden van deze zusters en hoeveel er gehuisvest waren in dit pand.
                Ad 1. Ongetwijfeld hebben de zusters beschikt over een eigen kapel, maar waarschijnlijk is dit een aangepast vertrek in het grote pand geweest en was het meubilair er sober. Waarmee ik bedoel: een beetje bijeen gesjraveld. Niet dat ik dat kan onderbouwen: ik heb er tot nu toe geen enkele vermelding van gevonden. Bedenk echter dat 'Maastricht' de eerste vestiging in Nederland was en dat de congregatie waarschijnlijk eerst de kat uit de boom heeft willen kijken voordat men grote investeringen deed. Dit verklaart ook dat men na zes jaar van kennelijk succes verhuisde naar Vught in Brabant (bisdom 's-Hertogenbosch), waar in de omgeving al een klooster van Witte Paters was gevestigd. Bovendien was Vught voor de rest van Nederland beter bereikbaar en was het kerkelijk klimaat er in deze jaren mogelijk ook gunstiger dan in Maastricht, c.q. het bisdom Roermond.

                Ad 2. Zij woonden, zoals al enkele keren vermeld, op het adres Hoogbrugstraat 100 (in 1888 omgenummerd tot 72), van 1887-1893.

                Ad 3. De Monumentengids Maastricht (J. van den Boogard en S. Minis) geeft op pagina 130 een kunsthistorische beschrijving van het pand, die deels teruggaat op De Monumenten van Geschiedenis en Kunst te Maastricht.
                Wat betreft interieur foto's geef ik je weinig kans: het is gewoon
                veel te vroeg voor foto-opnamen binnenshuis. De techniek was gewoon nog niet aanwezig. In het openbaar domein heb ik dan ook geen interieurfoto's kunnen vinden. Misschien dat er tekeningen zijn geweest, schetsen van het interieur. De beste kans hiervoor en voor eventuele (ver)bouwtekeningen maak je bij het RHCL. Het kan ook interessant zijn uit te zoeken wie het pand kochten in 1893 en later jaren. Misschien dat een daar gevestigd bedrijf ooit een eigen brochure met gegevens samenstelde. Uit eigen ervaring weet ik dat op dit adres de firma Schrijen heeft gezeten, een welvarende en zeer goede boekbinder die nog steeds bestaat. We zitten dan wel al een eeuw later dan de zusters, maar je kunt nooit weten...

                Ad 4. Hoeveel zusters en postulanten er woonden in dit huis is simpel na te gaan in het bevolkingsregister (RHCL, Bevolkingsregister, gestichten). Hoe ze leefden is terug te vinden in het eigen archief van de congregatie, dat onder meer leefregels en kledingvoorschriften bevat.

                Het archief van de Nederlandse tak van deze congregatie ligt sinds enkele jaren in het Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven in Cuijk (NB ). De archiefinventaris staat op Internet. Daarin bevindt zich (en dat is nogal bijzonder) een inventarisnummer 627: Informatie over het eerste huis in Nederland (Maastricht) over de jaren 1887-1893, 1949 (1 omslag). Voor de inhoud van deze omslag kan men het Erfgoedcentrum benaderen.

                Over de
                komst naar Maastricht op 18 november 1887 zie ook hier.
                Over het vertrek naar Vught zie onder meer hier. Hier tevens een aantal bijzonderheden over doelstellingen en leefwijze.

                Literatuur
                * Meer in het algemeen wil ik nog verwijzen naar de Pius Almanak, het nog altijd jaarlijks uitkomende Adresboek [Jaarboek] van katholiek Nederland. Misschien dat de uitgaven van 1887-1893 nog aanvullende gegevens opleveren.

                * Voorts zijn er de afgelopen twintig jaar buitengewoon interessante boeken verschenen over vrouwelijke religieuzen, in het bijzonder ook de vrouwelijke missieorden en -congregaties. Een beetje Googelen maakt je bepaald hebberig voor bepaalde titels, ware het niet dat deze uitgaven (niet ten onrechte) redelijk prijzig zijn.

                * Een mooie samenvatting van geschiedenis en doelstellingen is te vinden op de website Huygens ING

                Opmerking

                Bezig...
                X