Afbraak OLV-wal met Bloedbak en herbouw walmuur langs Jeker (2)
Wie de beschrijving van deze foto op de website van de Rijkdienst voor Cultureel Erfgoed bekijkt, ziet dat het niet gaat om de afbraak van de Bloedbak. Zeker, er is een rioleringsbuisje te zien dat uitkomt op de 'siphon waar de Jeker onder het kanaal doorgaat', maar die 'siphon'is verder niet te zien. Hoe groot dat verzamelbekken van de Jeker (en de Bloedbak) is, wordt hier niet duidelijk.
Deze foto laat de iets noordelijker gelegen stadsmuur zien, waar ingrijpende werkzaamheden plaatvinden. Wat was het geval?
Na de opheffing van de vestingstatus van Maastricht (eind mei 1867) begon de stad driftig te slopen. In drie jaar tijd verdwenen - het is elders op deze site beschreven - in rap tempo alle stadspoorten in de tweede stadsmuur. Daar waar ze in de weg stonden, verdwenen ook de stadsmuren.
De muurdelen ter weerszijden van de Helpoort werden op eigenmachtig initiatief van wethouder, na 1873 burgemeester Pyls, gesloopt. Wanneer dat precies was, is mij niet helemaal duidelijk (de privé-bibliotheek schiet te kort ), maar het was in elk geval vóór 1887. De tekenaar Jan Nicolaas Brabant (1806-1886) maakte namelijk op een van zijn honderden tekeningen van de vesting een aantekening in die geest.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw begon Maastricht van noord naar zuid de stadsmuur langs de Maas te slopen. De Maasmolendijk langs Van Hasseltkade en Kesseltkade werd aangelegd op de resten van de afgebroken muur langs de Maasoever. Maar na 1900 draaide de wind. De muur langs het Bat en bij de Graanmarkt zou nog verdwijnen. Ook verdween dat gedeelte van de Onze Lieve Vrouwewal dat over de bloedbak doorliep naar het rondeel De Vijf Koppen. Het rijk (lees: onder meer Victor de Stuers) wist echter te voorkomen dat ook het laatste restant van de Onze Lieve Vrouwewal werd afgebroken (tussen Graanmarkt en Jekertoren).
Van de Helpoort tot aan de Maas stond voor de afbraak een kort stuk stadsmuur. Aan het eind daarvan stond de Jekertoren, die in de twintigste eeuw ook wel foutief de Maastrichter Maaspunttoren werd genoemd (als tegenhanger van de Maaspunttoren bij het terras van Café Zuid op de rechter Maasoever). Daarop sloot dan weer de Onze Lieve Vrouwewal aan. Niks nieuws onder de zon, zult u zeggen, dat is nog altijd zo.
Jawel, maar dat was NIET zo in 1905. Muur en toren waren afgebroken en de verbinding van de twee zuidelijke delen van de OLV-wal was eveneens verdwenen. Op de foto van de link is dat duidelijk te zien; rechts achter een van de torens van de Helpoort; het zwarte dak daarachter is van de papiermolen Het Ancker/'pesthuis'.
Literatuur
Louis Morreau, Die Yseren Stadt Maestricht (1982), pp. 17-18 en elders.
Louis Morreau, Bolwerk der Nederlanden, passim.
Wie de beschrijving van deze foto op de website van de Rijkdienst voor Cultureel Erfgoed bekijkt, ziet dat het niet gaat om de afbraak van de Bloedbak. Zeker, er is een rioleringsbuisje te zien dat uitkomt op de 'siphon waar de Jeker onder het kanaal doorgaat', maar die 'siphon'is verder niet te zien. Hoe groot dat verzamelbekken van de Jeker (en de Bloedbak) is, wordt hier niet duidelijk.
Deze foto laat de iets noordelijker gelegen stadsmuur zien, waar ingrijpende werkzaamheden plaatvinden. Wat was het geval?
Na de opheffing van de vestingstatus van Maastricht (eind mei 1867) begon de stad driftig te slopen. In drie jaar tijd verdwenen - het is elders op deze site beschreven - in rap tempo alle stadspoorten in de tweede stadsmuur. Daar waar ze in de weg stonden, verdwenen ook de stadsmuren.
De muurdelen ter weerszijden van de Helpoort werden op eigenmachtig initiatief van wethouder, na 1873 burgemeester Pyls, gesloopt. Wanneer dat precies was, is mij niet helemaal duidelijk (de privé-bibliotheek schiet te kort ), maar het was in elk geval vóór 1887. De tekenaar Jan Nicolaas Brabant (1806-1886) maakte namelijk op een van zijn honderden tekeningen van de vesting een aantekening in die geest.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw begon Maastricht van noord naar zuid de stadsmuur langs de Maas te slopen. De Maasmolendijk langs Van Hasseltkade en Kesseltkade werd aangelegd op de resten van de afgebroken muur langs de Maasoever. Maar na 1900 draaide de wind. De muur langs het Bat en bij de Graanmarkt zou nog verdwijnen. Ook verdween dat gedeelte van de Onze Lieve Vrouwewal dat over de bloedbak doorliep naar het rondeel De Vijf Koppen. Het rijk (lees: onder meer Victor de Stuers) wist echter te voorkomen dat ook het laatste restant van de Onze Lieve Vrouwewal werd afgebroken (tussen Graanmarkt en Jekertoren).
Van de Helpoort tot aan de Maas stond voor de afbraak een kort stuk stadsmuur. Aan het eind daarvan stond de Jekertoren, die in de twintigste eeuw ook wel foutief de Maastrichter Maaspunttoren werd genoemd (als tegenhanger van de Maaspunttoren bij het terras van Café Zuid op de rechter Maasoever). Daarop sloot dan weer de Onze Lieve Vrouwewal aan. Niks nieuws onder de zon, zult u zeggen, dat is nog altijd zo.
Jawel, maar dat was NIET zo in 1905. Muur en toren waren afgebroken en de verbinding van de twee zuidelijke delen van de OLV-wal was eveneens verdwenen. Op de foto van de link is dat duidelijk te zien; rechts achter een van de torens van de Helpoort; het zwarte dak daarachter is van de papiermolen Het Ancker/'pesthuis'.
Literatuur
Louis Morreau, Die Yseren Stadt Maestricht (1982), pp. 17-18 en elders.
Louis Morreau, Bolwerk der Nederlanden, passim.
Opmerking