Karl Vogt in Limburg?

[burgemeester]

Rik, .

Dat is inderdaad het bewijs dat Lyell in Maastricht geweest is!

[Breur]

Ik vrees nog ergere taferelen. Het zit toch in de natuur van zijn alter ego om LETTERLIJK te gaan graven?

Laat nu nakomelingen van ene Maria Margaretha VOGT op het kerkhof van St. Pieter begraven liggen. @burgemeester: een retrospectief antecedenten onderzoek zullen we toch maar achterwege laten.

[rikth]

Rik, .

Dat is inderdaad het bewijs dat Lyell in Maastricht geweest is!

Onderstaand citaat is geplaatst door Ingrid M.H. Evers op dit forum in het draadje "Bekende Mestreechteren" # 2462,


OP DARWINS KNIE
uit: Ingrid Evers en Pierre Ubachs, Maastrichtse Mythen (2003)

De mythe: Charles Darwin, de grote man van de evolutieleer, heeft in 1854 of 1855 Maastricht bezocht om de collecties fossielen en gedroogde planten te bekijken van de apothekers De Bosquet en Henckelius.
De in 1851 te Maastricht geboren heer J.H. Schumacher, overleden in 1939 in Amsterdam, vermeldde in zijn Mémoires, dat hij als vierjarige peuter op Darwins knie paardje reed, terwijl hij zich vasthield aan de bakkebaarden van de beroemde geleerde.103
De Engelsman Darwin (1809-1882) maakte in zijn jonge jaren met het schip Beagle één keer een grote reis naar de Stille Zuidzee [1831] en bezocht daar onder meer de Galapagoseilanden.
Daarna trok hij zich terug op het Engelse platteland en werd de spreekwoordelijke kamergeleerde.
Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk, dat hij in de jaren 1850-1860 in Maastricht is geweest.
Wel heeft hij met De Bosquet gecorrespondeerd over de cirripedia, de rankpootkreeften, een soort schaaldieren.104
103. Schulte, Charles Darwin als mens, in: Natuurhistorisch Maandblad 48 (1959) 136 (verslag van lezing). E.M. Kruytzer, Les pharmaciens de Maestricht du 19e siècle et les sciences naturelles, in: Idem, 138-141. De volledige memoires in:Veldeke 10-14(1935-1940).
104. A. Brouwer, Darwin in Maastricht, in: Natuurhistorisch Maandblad 50 (1961) 34-36.

Burgemeester reageert daarop: 'Prachtig....Vooral dat stuk met die bakkebaarden.

Hier een afbeelding van Sir Charles Lyell; toch ook een groot geleerde die wel bij Bosquet thuis is geweest. Aan die bakkebaarden zou je een goede houvast kunnen hebben.

[El Loco]

Ik vermoed dat Rik nu als een razende in de boeken aan het zoeken is, of Lyell, na zijn eerste bezoek in 1850, inderdaad een paar jaar later nog eens teruggekeerd is naar Maastricht, een gelegenheid waarbij Schumacher, zich vasthoudend aan de bakkebaarden van deze geleerde, misschien wel paardje reed op zijn knie.

[rikth]

Ik vermoed dat Rik nu als een razende in de boeken aan het zoeken is, of Lyell, na zijn eerste bezoek in 1850, inderdaad een paar jaar later nog eens teruggekeerd is naar Maastricht, een gelegenheid waarbij Schumacher, zich vasthoudend aan de bakkebaarden van deze geleerde, misschien wel paardje reed op zijn knie.

El Loco dat had ik al gedaan.
Zie #47. Lyell was in elk geval in 1857 in Maastricht.

[El Loco]

Was dat 1857? Rik, je bent geweldig!
Och, als je toch bezig bent, zoek dan ook even op of Karl Vogt een lezing gegeven heeft in Eijsden en of de grote Darwin misschien toch nog een nachtje in een Maastrichts bed geslapen heeft, ja? We weten dat je het kunt!

[rikth]

Was dat 1857? Rik, je bent geweldig!
Och, als je toch bezig bent, zoek dan ook even op of Karl Vogt een lezing gegeven heeft in Eijsden en of de grote Darwin misschien toch nog een nachtje in een Maastrichts bed geslapen heeft, ja? We weten dat je het kunt!

Carl Vogt (met een C) was niet in Eijsden. Daar had ik al naar gekeken.
Men zegt ( en niet de minsten) dat Darwin nooit in Maastricht geslapen heeft maar als hij ooit de euvele moed heeft gehad kom ik erachter.

[El Loco]

Dan zullen we het met Lyell moeten doen! Beter iets dan niets

[burgemeester]

(...) maar als hij [Darwin] ooit de euvele moed heeft gehad kom ik erachter.

Ik weet niet heel veel van Darwin, maar wel iets. Ik heb al vaak gelezen dat Darwin na zijn wereldreis op de Beagle nooit meer een stap buiten het Britse koninklijke eiland gezet heeft. De memoires van Schumacher zijn dus inderdaad een mythe. De mogelijkheid dat Schumacher zich heeft vastgehouden aan de bakkebaarden van Lyell is niet te bewijzen (hoewel, met Rik hebben we een vasthoudend researcher te pakken), maar speelde ook al door mijn hoofd.

[burgemeester]

Was dat 1857? Rik, je bent geweldig!

Rik, was dat inderdaad zeker in 1857? Dat zou een nieuwe gang naar het RHCL betekenen!

[Ingrid M.H.Evers]

Binkhorst

Een bewijsstuk voor een bezoek aan Maastricht [in 1850] in het archief heb ik niet aangetroffen. Behalve in de door Ingrid Evers genoemde stukken heb ik ook nog no. 273. Registers houdende aanteekeningen van verleende visa op (buitenlandsche) paspoorten. 1848 mei - 1857 dec. doorzocht. Helaas dus zonder resultaat.

Uit een eerdere posting van rikth (#40) blijkt duidelijk dat Lyell - als hij zich later niet zélf vergiste - in 1850 in Maastricht de jonge Bosquet heeft ontmoet. Het zou verleidelijk zijn de Engelse geoloog onder te brengen bij de (oud-)burgemeester van Meerssen, de amateur-geoloog J.T. Binkhorst van den Binkhorst, die vanaf 1857 internationaal publiceerde. Vermakelijk is dat Binkhorst tijdens zijn burgemeestersambt (1842-1846) in Maastricht is blijven wonen, hetgeen ook toen reeds door de Meerssenaren niet erg werd gewaardeerd. (L'histoire se repète! ). Maar zoals al bleek uit des burgemeesters archiefmiddag: in 1850 is Lyell niet te vinden in de Maastrichtse verblijfsregisters.

Zoals ik al schreef: hij zal buiten de stad gelogeerd hebben. En die omgeving begon buiten de stadsmuren, dus bij de huidige Parallelweg bij het station (gem. Meerssen), in het nog niet bestaande Villapark (gem. Sint Pieter) en vanaf de Champs-Elysées en verder westelijk ter hoogte van de huidige singels (gem. Oud-Vroenhoven).

Een probleem is echter dat er op dat moment nog een ruime schil van onbebouwd gebied rond de stad lag, waar in verband met het schootsveld van de vesting geen permanente opstallen mochten staan. (Ergens staat daar iets over op MO). Dus Lyells onderdak moet al gauw tot een uur gaans buiten de stad hebben gelegen. Kwam hij misschien een dagje op en neer uit Aken?

Wat betreft Binkhorst: zijn bijzondere collectie is net als die van De Bosquet naar het buitenland verdwenen.

Zie: E.M. Kruytzer, 'J.T. Binkhorst van den Binkhorst, burgemeester en geoloog, 1810-1876', in: Miscellania Trajectensia, bijdragen tot de geschiedenis van Maastricht, uitgegeven bij gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de Stadsbibliotheek Maastricht, Maastricht 1962, 641-660.

[rikth]

Rik, was dat inderdaad zeker in 1857? Dat zou een nieuwe gang naar het RHCL betekenen!

Dat is zeker. Als je in #47 de link opent: Life, letters......Charles Lyell en gaat naar pagina 241 zie je links bovenaan het jaartal 1857. Als je naar boven scrolt zie je aan de jaartallen dat Lyell het chronologisch opbouwt. Je kunt zijn bezoek aan Bosquet denk ik nog nauwkeuriger bepalen (scheelt zoektijd )
1857 maar niet voor augustus.

[Ingrid M.H.Evers]

Lyell kende Binkhorst van den Binkhorst

Het zou verleidelijk zijn de Engelse geoloog onder te brengen bij de (oud-)burgemeester van Meerssen, de amateur-geoloog J.T. Binkhorst van den Binkhorst, die vanaf 1857 internationaal publiceerde.

Ik heb eens wat verder doorgelezen op de link van rikths posting # 47 en wat vond ik daar tot mijn niet geringe verbazing: in 1860 ontmoet Lyell 'van Binkhorst'! (klik hier en dubbelklik dan op het kleine citaatvenster voor toegang tot de rest van de tekst).

Burgemeester is nog niet klaar met die politiearchieven!

[Ingrid M.H.Evers]

Vermeldingen van Lyells bezoeken aan Maastricht en omgeving (graag aanvulling)

Lyell (heeft) niet alleen in 1850 maar ook in 1851, 1857 en 1860 Maestricht, of de groeven daar omheen, bezocht.

Bovenstaand citaat van rikth heb ik even gekopieerd van het RHCL-draadje, omdat deze informatie hier meer op zijn plaats is.

Inmiddels heb ik geprobeerd met rikths en burgemeesters eerdere literatuuropgaven een overzichtje te maken. Het door rikth vermelde bezoek in 1851 vond ik niet terug. Heb ik iets over het hoofd gezien?

Overzicht bezoeken aan Maastricht:

1850 augustus (?); ontmoet De Bosquet. Bron: A manual of elementary geography, p. 238. Zie ook: Life, letters and journals of Sir Charles Lyell, Bart., pp. 161: ontmoet De Bosquet, ‘a young pharmacien (…). He and his master had a fine collection of shells…’.

1851 ?

1857 augustus (?): Lyell komt voor een dagje over uit Aken (!), ontmoet De Bosquet. Bron: Life, letters and journals of Sir Charles Lyell, Bart., p. 241.

1860: ontmoet Binkhorst van den Binkhorst. Bron: The geological evidence of the antiquity of man, p. 268.

1863: Bezoekt grotten van Luik en Maastricht. Bron: Life, letters and journals of Sir Charles Lyell, Bart., p. 343.

Lyell noemt ook het werk van een ‘prof. Crahay uit Leuven’ (The geological evidence of the antiquity of man, p. 267). Dit is de Maastrichtenaar Jacques Guillaume Crahay (1789-1855), natuurkundige, zie de HEM.

[burgemeester]

Mijn excuses dat ik dit contact met Binkhorst nog niet eerder gepost heb, maar dat wordt ook vermeld in het artikel van J.P. De Warrimont in het natuurhiostorisch maandblad van februari 2008. Ik citeer:


"Lyell bezocht in 1860 in gezelschap van de oud-burgemeester van Meerssen, de geoloog en paleontoloog jonkheer Johannes Theodorus Binkhorst van den Binkhorst (1810-1876), een vindplaats van een fossiele mensenkaak en ‘olifantsbeenderen’ bij de Hocht langs de Zuid-Willemsvaart (Lyell,1863).Hij was op een rondreis door Europa en bezocht vindplaatsen waar prehistorische artefacten of fossiele menselijke beenderen voorkwamen samen met de beenderen van uitgestorven dieren. Lyell, geïnspireerd door het verschijnen, een jaar eerder, van Darwins On the Origin of Species, was bezig met onderzoek voor zijn boek over de ouderdom van de mens (Geological Evidences of the Antiquity of Man) dat in 1863 zou verschijnen. De vindplaats bij de Hocht werd tussen 1815 en 1823 ontdekt onder een ruim 5,5 m dikke lösslaag, bij het graven van de Zuid-Willemsvaart door het plateau van Caberg tussen Maastricht en de Hocht bij Smeermaas (België). Jacques Guillaume Crahay (1789-1855), in 1818 de opvolger van Jan Pieter Minckelers als professor in de natuurwetenschappen aan het Atheneum te Maastricht (Van den Boogard, 2006) hield tijdens de ontdekking toezicht op de fossielen en interpreteerde de kaak als diluviaal, dus afkomstig uit het ijstijdvak of Pleistoceen (Kruytzer, 1963a)".

Met grote dank dus aan het eerdergenoemde artikel van J.P. de Warrimont. Voor de volledigheid:

J.P. de Warrimont. 'Britse belangstelling in de negentiende eeuwvoor prehistorische vondsten uit de regio Maas-Rijn'. In: Natuurhistorisch Maandblad, jaargang 97, deel 2 [2008].