Elders op de site is een vraag gesteld naar de huisnummering in Maastricht. Omdat ik daarover al vaker uitleg heb gegeven, maar ik dat ook niet zo gauw kan terug vinden, zet ik het nu maar eens op een centraal punt bij elkaar, nl. in dit 'draadje' over Maastrichtse huisnummers.
Vraag, oorspronkelijk geplaatst door Johanvanderdonk:
Weet misschien iemand hoe die nummering ontstaan is?
In vroeger eeuwen waren er al wel straatnamen, maar voor de globale aanduiding van een bepaald adres gebruikte men markante punten in die straat, bv. 'tegenover de Heilige Geest', of 'naast de herberg van Guert Brouwers', of 'naast het oirthuis [hoekhuis] van Spilstraat en Grote Staat, in de richting van het Vrijthof'.
Huizen met gevelstenen waren gemakkelijker te vinden, en sommige panden hadden ook nog heel eigen ornamenten, die voor iedereen herkenbaar waren. Een apotheker had vaak een 'gaper' uithangen, een herberg een uithangbord en naar het schijnt betekende een gevlochten mand/kooi boven aan de gevel dat in dat logement 'kalde herberg' werd gehouden, oftewel dat het een bordeel was. (Jawel, daar komt de plaatsnaam Kalterherberg vandaan, bij Monschau, en Wijnandsrade heeft ook zo'n herinnering).
Eind achttiende eeuw is men afgestapt van de toch wat lastige identificering van panden door een omschrijving van de locatie. Nog voor de Franse Tijd (1794-1814) heeft men een huisnummering ingevoerd. Dat moet omstreeks 1770 zijn geweest. Bij het RHCL wordt in de collecties van het Gemeentearchief Maastricht een overzicht bewaard uit die jaren dat al een doorlopende huisnummering geeft. Ik heb deze staat zelf nog nooit bekeken, maar dat hij bestaat staat buiten kijf.
Vraag, oorspronkelijk geplaatst door Johanvanderdonk:
Weet misschien iemand hoe die nummering ontstaan is?
In vroeger eeuwen waren er al wel straatnamen, maar voor de globale aanduiding van een bepaald adres gebruikte men markante punten in die straat, bv. 'tegenover de Heilige Geest', of 'naast de herberg van Guert Brouwers', of 'naast het oirthuis [hoekhuis] van Spilstraat en Grote Staat, in de richting van het Vrijthof'.
Huizen met gevelstenen waren gemakkelijker te vinden, en sommige panden hadden ook nog heel eigen ornamenten, die voor iedereen herkenbaar waren. Een apotheker had vaak een 'gaper' uithangen, een herberg een uithangbord en naar het schijnt betekende een gevlochten mand/kooi boven aan de gevel dat in dat logement 'kalde herberg' werd gehouden, oftewel dat het een bordeel was. (Jawel, daar komt de plaatsnaam Kalterherberg vandaan, bij Monschau, en Wijnandsrade heeft ook zo'n herinnering).
Eind achttiende eeuw is men afgestapt van de toch wat lastige identificering van panden door een omschrijving van de locatie. Nog voor de Franse Tijd (1794-1814) heeft men een huisnummering ingevoerd. Dat moet omstreeks 1770 zijn geweest. Bij het RHCL wordt in de collecties van het Gemeentearchief Maastricht een overzicht bewaard uit die jaren dat al een doorlopende huisnummering geeft. Ik heb deze staat zelf nog nooit bekeken, maar dat hij bestaat staat buiten kijf.
Opmerking