Jos. Russel, is de schrijver van het boekwerk “De opening van het Limburgschen Staats-Spoorweg op den 6 November 1865”. Het boekwerk bestaat uit 40 pagina’s en verhaalde de komst van Thorbecke, de toenmalige minister van Binnenlandse zaken en verantwoordelijk voor de aanleg van het Staatsspoor van Maastricht-Roermond-Venlo. Russel was een uitgesproken tegenstander van Thorbecke en de toenmalige burgemeester van Maastricht Pijls. Maar wie was deze Jos. Russel?
Jos. Russel werd geboren in Sittard in 1829 en stierf in 1888. Hij werd begraven in Lanaken. Zijn opleiding genoot hij in Sittard en Rolduc. Als redacteur van de Courrier de la Meuse werd hij “weggewerkt”[medeoprichter de toenmalige burgemeester Pijls], waarna hij met steun van Petrus Regout de krant L'Ami des Intérêts Limbourgeois oprichtte. Deze krant werd de tegenhanger van de Courrier de la Meuse. Bij de dood van Petrus Regout werd de krant opgeheven.
Jos. Russel schrijft in zijn boek “De Limburgsche coterie in het hoofdstuk IV” dat in 1863 het LGOG een subsidie aanvraag indiende bij de gemeente Maastricht. In die tijd vertrok Russel bij de Courrier de la Meuse. Hij was ‘in ongenade gevallen bij de huichelaars van den Courrier, welke hij zich niet ontzag van tijd tot tijd op hunne plaats te zetten’. Tegenwoordig noemen wij dit een verstoorde arbeidsrelatie.
Russel was namelijk secretaris van het LGOG. Russel gaat verder met de bewering dat als hij zijn functie ter beschikking stelde het LGOG de subsidie zou ontvangen. Zo geschiedde, Russel weg en subsidie in de beurs.
Door zijn innige band met Petrus Regout werd Russel ook wel genoemd: “une personne attachée à maison” en “mon secrétaire intime”. (Dr. A.J.Fr. Maenen, Petrus Regout 1801-1878, pag. 106)
Jos. Russel werd geboren in Sittard in 1829 en stierf in 1888. Hij werd begraven in Lanaken. Zijn opleiding genoot hij in Sittard en Rolduc. Als redacteur van de Courrier de la Meuse werd hij “weggewerkt”[medeoprichter de toenmalige burgemeester Pijls], waarna hij met steun van Petrus Regout de krant L'Ami des Intérêts Limbourgeois oprichtte. Deze krant werd de tegenhanger van de Courrier de la Meuse. Bij de dood van Petrus Regout werd de krant opgeheven.
Jos. Russel schrijft in zijn boek “De Limburgsche coterie in het hoofdstuk IV” dat in 1863 het LGOG een subsidie aanvraag indiende bij de gemeente Maastricht. In die tijd vertrok Russel bij de Courrier de la Meuse. Hij was ‘in ongenade gevallen bij de huichelaars van den Courrier, welke hij zich niet ontzag van tijd tot tijd op hunne plaats te zetten’. Tegenwoordig noemen wij dit een verstoorde arbeidsrelatie.
Russel was namelijk secretaris van het LGOG. Russel gaat verder met de bewering dat als hij zijn functie ter beschikking stelde het LGOG de subsidie zou ontvangen. Zo geschiedde, Russel weg en subsidie in de beurs.
Door zijn innige band met Petrus Regout werd Russel ook wel genoemd: “une personne attachée à maison” en “mon secrétaire intime”. (Dr. A.J.Fr. Maenen, Petrus Regout 1801-1878, pag. 106)
Opmerking