Over de Belgische vluchtelingen tijdens Wereldoorlog-I, het volgende.
Uit de Limburger Koerier van 17 augustus 1914.
Maastricht, 16 Aug.
De Roode Kruis-auto's brachten heden verschillende Belgische burgers uit Visé aan, die door Duitsche kogels waren getroffen.
Zij worden naar Calvariënberg overgebracht.
Treurig was de aanblik der groepen Waalsche vrouwen en kinderen die, van slechts enkele der meest noodzakelijke bagage in mandjes en dekens voorzien, schreiend in de voor haar zoo vreemde stad binnentrokken.
Door de goede zorgen der gemeente werd de circa 260 vluchtelingen voorloopig onderkomen in de lokalen der Rijkskweekschool verschaft.
================================
14 november 1914.
Maastricht.
Honderden jonge, krachtige Belgische mannen slenterden den heelen dag langs âs Heeren straten, versierd met de nationale kleuren, die in de winkels worden verkocht.
Velen hunner worden gevoed en gehuisvest in het vluchtelingenasyl.
Aan de buitengewone drukte op straat is het duidelijk te merken, dat de Belgische populatie met den dag toeneemt.
Vóór het Belgisch consulaat op de markt is het steeds een druk geroezemoes van honderden Belgen, welke er rendezvous houden en den voorkomenden consul en zijn staf van ambtenaren overstelpen met vragen en werkzaamheden.
De bevolking van Maastricht is oogenblikkelijk gestegen met ongeveer 12 procent, daar het aantal Belgen circa 4000 bedraagt.
De woningnood, die in gewone tijden reeds spreekwoordelijk is, wordt begrijpelijkerwijze nog grooter, daar de Belgen op alles wat leeg is of leeg komt beslag trachten te leggen.
Over de brood- en melkprijzen zijn de klachten algemeen; per kilo is het roggebrood, het volksvoedsel bij uitnemendheid in deze dagen, 3 Ă 4 cent duurder dan in de omliggende gemeenten; de melkprijs bedraagt 12 cents per liter.
Zoo juist is door den commandant van het veldleger bepaald, dat het sluitingsuur der herbergen (sinds het uitbreken van den oorlog 10 uur 's avonds) weer op 11 uur wordt gesteld.
Dit is te danken aan de omstandigheid dat sedert 1 november de laatste trein uit Holland nĂĄ 10 uur des avonds arriveert.
Dan liepen nog dozijnen menschen rond om huisvesting doch vonden alles potdicht.
Wat betreft den uitvoer van brood, kaas, petroleum, zout, deze overtreft nog iedere beschrijving.
Hier in de stad publiceerden vele winkeliers (in het Fransch natuurlijk) dat ze permissie hebben van kaas-uitvoer.
En zoo gaan er nog duizenden kiloâs Hollandsche kaas over de grenzen, ondanks het formele regeeringsverbod.
Het zijn partijen kaas die vóór het verbod schijnen gekocht te zijn.
Sinds de laatste dagen is er veel vraag naar stokvisch: in groote massaâs wordt stokvisch geĂ«xporteerd.
Bron: Nieuwe Sittardsche Courant, 14 november 1914
Uit de Limburger Koerier van 17 augustus 1914.
Maastricht, 16 Aug.
De Roode Kruis-auto's brachten heden verschillende Belgische burgers uit Visé aan, die door Duitsche kogels waren getroffen.
Zij worden naar Calvariënberg overgebracht.
Treurig was de aanblik der groepen Waalsche vrouwen en kinderen die, van slechts enkele der meest noodzakelijke bagage in mandjes en dekens voorzien, schreiend in de voor haar zoo vreemde stad binnentrokken.
Door de goede zorgen der gemeente werd de circa 260 vluchtelingen voorloopig onderkomen in de lokalen der Rijkskweekschool verschaft.
================================
14 november 1914.
Maastricht.
Honderden jonge, krachtige Belgische mannen slenterden den heelen dag langs âs Heeren straten, versierd met de nationale kleuren, die in de winkels worden verkocht.
Velen hunner worden gevoed en gehuisvest in het vluchtelingenasyl.
Aan de buitengewone drukte op straat is het duidelijk te merken, dat de Belgische populatie met den dag toeneemt.
Vóór het Belgisch consulaat op de markt is het steeds een druk geroezemoes van honderden Belgen, welke er rendezvous houden en den voorkomenden consul en zijn staf van ambtenaren overstelpen met vragen en werkzaamheden.
De bevolking van Maastricht is oogenblikkelijk gestegen met ongeveer 12 procent, daar het aantal Belgen circa 4000 bedraagt.
De woningnood, die in gewone tijden reeds spreekwoordelijk is, wordt begrijpelijkerwijze nog grooter, daar de Belgen op alles wat leeg is of leeg komt beslag trachten te leggen.
Over de brood- en melkprijzen zijn de klachten algemeen; per kilo is het roggebrood, het volksvoedsel bij uitnemendheid in deze dagen, 3 Ă 4 cent duurder dan in de omliggende gemeenten; de melkprijs bedraagt 12 cents per liter.
Zoo juist is door den commandant van het veldleger bepaald, dat het sluitingsuur der herbergen (sinds het uitbreken van den oorlog 10 uur 's avonds) weer op 11 uur wordt gesteld.
Dit is te danken aan de omstandigheid dat sedert 1 november de laatste trein uit Holland nĂĄ 10 uur des avonds arriveert.
Dan liepen nog dozijnen menschen rond om huisvesting doch vonden alles potdicht.
Wat betreft den uitvoer van brood, kaas, petroleum, zout, deze overtreft nog iedere beschrijving.
Hier in de stad publiceerden vele winkeliers (in het Fransch natuurlijk) dat ze permissie hebben van kaas-uitvoer.
En zoo gaan er nog duizenden kiloâs Hollandsche kaas over de grenzen, ondanks het formele regeeringsverbod.
Het zijn partijen kaas die vóór het verbod schijnen gekocht te zijn.
Sinds de laatste dagen is er veel vraag naar stokvisch: in groote massaâs wordt stokvisch geĂ«xporteerd.
Bron: Nieuwe Sittardsche Courant, 14 november 1914
Opmerking