Oorspronkelijk geplaatst door SJEF
Nog maar weer eens opnieuw: De Franse perioden tijdens Lodewijk XIV (1673-1678 ) en Lodewijk XV (1748-1749) waren in Maastricht inderdaad 'bezettingsjaren', net als de Duitse periode in de Tweede Wereldoorlog (Maastricht: 10 mei 1940-14 september 1944): een vreemde mogendheid heerste wederrechtelijk over ons.
Maar in de jaren 1795-1814 behoorden wij Maastrichtenaren en de overige Limburgers na een zeer kortstondige bezetting tot het land dat ons in november 1794 veroverd had. Volkenrechtelijk en staatsrechtelijk was dat een heel andere situatie. Twintig jaar lang waren wij FRANSEN, gelijkberechtigde burgers in de Franse Republiek en wij regeerden een mondje mee! Maastrichtse afgevaardigden als Roemers en Membrede zaten in het Franse parlement, tal van plaatselijke lieden ('autochtonen') vervulden openbare ambten in stad en departement, waren burgemeester (Monachon, Coenegracht), schepen, vrederechter, commissaris van politie (Cudell!), directeur van de gevangenis en ga zo maar door, mits ze Frans konden lezen en schrijven en min of meer republikeins gezind waren. Het departement Nedermaas deelde even veel of even weinig in betalingen uit de Franse staatskas, deelde politiek en voor zo ver de middelen reikten in dezelfde voorzieningen als elders: scholen, wegen, behoorlijke gevangenissen, rechtbanken etc.! En ja, daar stonden dezelfde verplichtingen tegenover als alle andere Fransen hadden, zoals soldaten leveren voor de conscriptie, of belastingen, of noem maar op!
De Generaliteitslanden (zo'n beetje alles onder Maas en Schelde) en de autonome stad Maastricht (die wel onderdeel uitmaakte van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar niet behoorde tot de generaliteit) zijn in mei 1795 bij de Vrede van Den Haag door de toenmalige regering van 'Nederland', namelijk de volksvertegenwoordiging van de Bataafse Republiek (1795-1806), overgedragen aan Frankrijk. Men deed afstand van die gebieden. Wij kregen het Franse staatsburgerschap, met dezelfde rechten en plichten als een willekeurige Fransman in Marseille, Toulouse, Parijs, Boulogne sur Mer of Sedan.
Eigenlijk kan ik het Limburgers en Maastrichtenaren nauwelijks kwalijk nemen dat ze dit niet weten, want de misvattingen zijn hen via onjuiste of onvolledige lesmethoden op school ingehamerd, lesmethoden die vaak geschreven zijn door mijn 'Hollandse' vakgenoten. Veel Nederlandse historici weten zelf niet hoe het precies zit, waar de geschiedenis van de zgn. generaliteitslanden en de stad Maastricht afwijkt van de van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dat is het gevolg van het nog steeds niet uitgeroeide hollandocentrisme aan Nederlandse universiteiten en in de Nederlandse historiografie. Pas de laatste jaren begint daar een beetje verandering in te komen. Een recent Limburgs initiatief was de uitgave van dr. Jos Venner, Geschiedenis van Limburg (Maastricht 2001), 2 dln., die de tot 1815 scherp van de 'Nederlandse' geschiedenis afwijkende historie van 'Limburg' voor het onderwijs in vogelvlucht bijeengezet heeft.
Het is dan ook een schande dat recent een landelijke nieuwsdienst beweerde dat 'Nederland' in 1811 een kadaster kreeg, of een Code Napoleon, echtscheidingsrecht, registratie in een burgerlijke stand, godsdienstvrijheid etc. Al die zaken werden al vanaf 1795, dus vele jaren eerder, 'onder de rivieren' geleidelijk ingevoerd en waren daar gemeengoed. Hoezeer ik het ook betreur mee te moeten huilen in een traditioneel verongelijkt koor: inderdaad, soms lijkt het echt alsof Limburg (en Brabant, en Zeeuws-Vlaanderen) niet meetelt in de identiteit van Nederland!
Literatuur:
1. Een goede introductie in de Franse Tijd is voor de stad Maastricht: P.J.H. Ubachs, Tweeduizend Jaar Maastricht, een stadsgeschiedenis (Zutphen 2006), blz. 151-173.
2. Voor een uitgebreidere beschrijving van de situatie in de beide Limburgen zie: P.J.H. Ubachs, met medew. van Ingrid M.H. Evers, Ongewilde Revolutie. Limburgs Maasland onder Frankrijk, 1794-1894, Maastricht 1994. Het boek is als zelfstandige titel uitverkocht, maar tevens verschenen als Publications (1994), het jaarboek van LGOG. Het is verkrijgbaar bij het bureau van LGOG (Brusselsestraat, Maastricht; zie ook de website).
Een wat snel overzichtje in vogelvlucht is het rijk geillustreerde deeltje 10 van De Kleine Geschiedenis van Limburg in 25 dagen, Dag 10, Zwolle 2008, 3-49 (Regis de la Haye); verkrijgbaar bij boekhandel en kiosk.
Opmerking