Lenculenstraat 33
Gereformeerd Weeshuis
Het Gereformeerde Weeshuis is een langgerekt gebouw dat vanaf de Lenculenstraat tot aan de Jeker doorloopt.
Het weeshuis is in drie fases ontstaan en alle drie de bouwblokken zijn in elkaars verlengde tegen de oude stadsmuur gebouwd.
De verschillende bouwblokken volgen het gebogen tracé van de stadsommuring en de drie blokken zijn door trapgevels van elkaar gescheiden.
Aan het binnenplein zijn de blokken bovendien door gevelknikken herkenbaar en de gevels zijn per blok ook verschillend ingedeeld.
Lenculenstraat 33.
Het bouwblok aan de Lenculenstraat is vrij smal en het werd in de eerste helft van de zeventiende eeuw gebouwd.
De zijgevel van dit bouwblok heeft een opvallend strak patroon van speklagen.
De voorgevel werd gereconstrueerd toen in 1913 het Oudheidkundig Museum in het weeshuis werd gevestigd.
Het bouwblok aan de Jeker dateert uit het midden van de zeventiende eeuw en de bakstenen gevels van dit bouwdeel hebben opmerkelijke rondboogvensters, die met mergelblokken zijn omlijst.
Dit bouwblok was oorspronkelijk van de protestantse magistraatsfamilie Municx, waarvan enkele telgen in de tweede helft van de zeventiende eeuw tot burgemeester van de stad zijn verkozen.
Tussen 1689 en 1692 werd het protestants weeshuis in deze gebouwen gevestigd en zijn de twee bestaande vrijliggende bouwblokken verbonden door een tussenbouw.
Deze tussenbouw heeft een traditionele opbouw en gevelindeling met alle kenmerken van de Maaslandse renaissancestijl: een plint van Naamse steen, horizontale en verticale geledingen in mergel, baksteen voor de gevelvelden en mergel in combinatie met hardsteen voor de raamomlijstingen.
Rond 1690 is ook het poortgebouw tot stand gekomen tussen de Jeker en het huis van Municx.
Zodoende werd een verbinding door de oude walmuur gerealiseerd tussen het weeshuis en de Ezelmarkt.
Lenculenstraat 33; foto gemaakt op 5 mei 1917.
In 1780 kreeg de zijgevel van het huis aan de Lenculenstraat op de begane grond geloogde hardstenen vensters.
De gevel aan de Lenculenstraat werd in 1825 deels herbouwd.
Toen kregen de vensters negentiende-eeuwse houten ramen die direct in de baksteengevel werden geplaatst.
In 1911 werd het weeshuis door de gemeente aangekocht en in 1913 werd de voorgevel uit 1825 weer afgebroken en in zijn geheel ruim een meter naar achteren verplaatst om de rooilijn van de straat recht te kunnen trekken.
Bij die gelegenheid werden er hardstenen kruisvensters in de gevel geplaatst net zoals de vensters in de oostwand van het middendeel.
Het poortgebouw werd verbouwd tot portierswoning van de nieuwe meisjesschool die in de tuin werd gerealiseerd.
In 1951 werd de Toneelschool gehuisvest in het voormalige weeshuis.
Zicht vanaf de speelplaats meisjeschool op het pand Lenculenstraat 34.
Foto is gemaakt op 23 juli 1915.
Gereformeerd Weeshuis
Het Gereformeerde Weeshuis is een langgerekt gebouw dat vanaf de Lenculenstraat tot aan de Jeker doorloopt.
Het weeshuis is in drie fases ontstaan en alle drie de bouwblokken zijn in elkaars verlengde tegen de oude stadsmuur gebouwd.
De verschillende bouwblokken volgen het gebogen tracé van de stadsommuring en de drie blokken zijn door trapgevels van elkaar gescheiden.
Aan het binnenplein zijn de blokken bovendien door gevelknikken herkenbaar en de gevels zijn per blok ook verschillend ingedeeld.
Lenculenstraat 33.
Het bouwblok aan de Lenculenstraat is vrij smal en het werd in de eerste helft van de zeventiende eeuw gebouwd.
De zijgevel van dit bouwblok heeft een opvallend strak patroon van speklagen.
De voorgevel werd gereconstrueerd toen in 1913 het Oudheidkundig Museum in het weeshuis werd gevestigd.
Het bouwblok aan de Jeker dateert uit het midden van de zeventiende eeuw en de bakstenen gevels van dit bouwdeel hebben opmerkelijke rondboogvensters, die met mergelblokken zijn omlijst.
Dit bouwblok was oorspronkelijk van de protestantse magistraatsfamilie Municx, waarvan enkele telgen in de tweede helft van de zeventiende eeuw tot burgemeester van de stad zijn verkozen.
Tussen 1689 en 1692 werd het protestants weeshuis in deze gebouwen gevestigd en zijn de twee bestaande vrijliggende bouwblokken verbonden door een tussenbouw.
Deze tussenbouw heeft een traditionele opbouw en gevelindeling met alle kenmerken van de Maaslandse renaissancestijl: een plint van Naamse steen, horizontale en verticale geledingen in mergel, baksteen voor de gevelvelden en mergel in combinatie met hardsteen voor de raamomlijstingen.
Rond 1690 is ook het poortgebouw tot stand gekomen tussen de Jeker en het huis van Municx.
Zodoende werd een verbinding door de oude walmuur gerealiseerd tussen het weeshuis en de Ezelmarkt.
Lenculenstraat 33; foto gemaakt op 5 mei 1917.
In 1780 kreeg de zijgevel van het huis aan de Lenculenstraat op de begane grond geloogde hardstenen vensters.
De gevel aan de Lenculenstraat werd in 1825 deels herbouwd.
Toen kregen de vensters negentiende-eeuwse houten ramen die direct in de baksteengevel werden geplaatst.
In 1911 werd het weeshuis door de gemeente aangekocht en in 1913 werd de voorgevel uit 1825 weer afgebroken en in zijn geheel ruim een meter naar achteren verplaatst om de rooilijn van de straat recht te kunnen trekken.
Bij die gelegenheid werden er hardstenen kruisvensters in de gevel geplaatst net zoals de vensters in de oostwand van het middendeel.
Het poortgebouw werd verbouwd tot portierswoning van de nieuwe meisjesschool die in de tuin werd gerealiseerd.
In 1951 werd de Toneelschool gehuisvest in het voormalige weeshuis.
Zicht vanaf de speelplaats meisjeschool op het pand Lenculenstraat 34.
Foto is gemaakt op 23 juli 1915.
Opmerking