JAC Maastricht.
Een voor mij blinde vlek in de geschiedenis van Maastricht, is het Jongeren Advies Centrum (=JAC) Maastricht.
Toentertijd (eind jaren '70 tot en met midden jaren '80 vorige eeuw) een zeer belangrijke functie vervullend voor jongeren, die alternatieve hulp zochten en hoopten te vinden.
Tijdens mijn part-time studie MO-pedagogiek A+B (differentiatie sociale pedagogiek; onderwijs- en beroepenvariant) heb ik in 1981 een jaar lang gewerkt bij het JAC-Sittard, en kwam zodoende regelmatig in contact met JAC-Maastricht.
De enige naam die mij is bijgebleven is die van Paul van der Hijden.
Gedurende die tijd (jaren '80 vorige eeuw) pretendeerden we alternatieve hulp te bieden aan jongeren.
In werkelijkheid werd er meer aandacht besteed aan vergaderen (=oeverloos gezwets) en over het begrip "alternatieve hulpverlening".
Mede daardoor lieten we "de jongere" meer in de kou staan, dan dat er daadwerkelijk hulp werd geboden.
Ook kan ik me nog herinneren dat het "Agologisch werkboek" van Roel Bouwkamp als zogenaamde 'verboden literatuur' werd beschouwd.
Kortom: wie kan die blinde vlek omtrent het JAC-Maastricht aanvullen?
Een voor mij blinde vlek in de geschiedenis van Maastricht, is het Jongeren Advies Centrum (=JAC) Maastricht.
Toentertijd (eind jaren '70 tot en met midden jaren '80 vorige eeuw) een zeer belangrijke functie vervullend voor jongeren, die alternatieve hulp zochten en hoopten te vinden.
Tijdens mijn part-time studie MO-pedagogiek A+B (differentiatie sociale pedagogiek; onderwijs- en beroepenvariant) heb ik in 1981 een jaar lang gewerkt bij het JAC-Sittard, en kwam zodoende regelmatig in contact met JAC-Maastricht.
De enige naam die mij is bijgebleven is die van Paul van der Hijden.
Gedurende die tijd (jaren '80 vorige eeuw) pretendeerden we alternatieve hulp te bieden aan jongeren.
In werkelijkheid werd er meer aandacht besteed aan vergaderen (=oeverloos gezwets) en over het begrip "alternatieve hulpverlening".
Mede daardoor lieten we "de jongere" meer in de kou staan, dan dat er daadwerkelijk hulp werd geboden.
Ook kan ik me nog herinneren dat het "Agologisch werkboek" van Roel Bouwkamp als zogenaamde 'verboden literatuur' werd beschouwd.
Kortom: wie kan die blinde vlek omtrent het JAC-Maastricht aanvullen?
Opmerking