Sinterklaas deel 1
Op 5 december is het in Nederland sinterklaasavond.
Zo'n 65% van de bevolking viert dan de 'verjaardag' van Sinterklaas en men geeft elkaar uit naam van de goedheiligman cadeautjes.
Ten onrechte denkt men vaak dat dit een eeuwenoude traditie is.
Het feest van Sint-Nicolaas bestaat weliswaar al meer dan 700 jaar, maar veel elementen van de huidige sinterklaasviering hebben pas vanaf omstreeks 1850 vorm gekregen.
Zo is de nu algemene sinterklaasavond of pakjesavond in huiselijke kring op 5 december van betrekkelijk recente datum.
Volgens de heilige kalender van de katholieke kerk is 6 december de gedenkdag van de heilige Nicolaas en nog tot na de Tweede Wereldoorlog vonden kinderen op de morgen van 6 december de geschenken die Sinterklaas hen had gebracht.
Zoals bij zoveel feesten, werd echter ook de vooravond van de eigenlijke feestdag bij de viering betrokken: sinterklaasavond.
Dan hadden volwassenen een gezellig samenzijn.
In gegoede kringen, en vooral in de steden, gaven volwassenen elkaar op die avond al in de negentiende eeuw geschenken.
Dit gebruik verspreidde zich pas gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw over het hele land en naar andere sociale lagen van de bevolking.
Kinderen werden steeeds meer betrokken bij deze pakjes- of surpriseavond.
Thans geldt 5 december algemeen als de 'verjaardag' van Sinterklaas.
Geschiedenis
Over de geschiedenis van het feest van Sint-Nicolaas tot aan de negentiende eeuw zijn we maar matig ge?nformeerd.
Er is weinig historisch onderzoek gedaan naar hoe het feest zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld.
Wel hebben onderzoekers zich vanaf de negentiende eeuw beziggehouden met de vraag waarom een rooms-katholiek heiligenfeest als een niet-kerkelijk feest is blijven voortbestaan.
Sommigen zochten de verklaring in de mogelijke invloed van oud-Germaanse elementen in het feest zonder dat ze daar aanwijsbare bronnen voor hadden.
Andere, meer serieuze auteurs hebben op grond van historisch, literair en kunsthistorisch bronnenmateriaal vooral gewezen op de rol van de verering van de heilige Nicolaas op kloosterscholen bij de verspreiding van het feest .
Weer anderen hebben de ontwikkeling in de opvattingen over de opvoeding benadrukt.
Nicolaas
Er is vrijwel niets bekend over het leven van Nicolaas.
Hij was in de vierde eeuw bisschop van Myra in Klein-Azi? (nu Zuidwest-Turkije).
Al in de zesde eeuw werd hij als heilige vereerd in het Byzantijnse Rijk en in de tiende eeuw ook in het westen.
Nadat zijn relieken in de elfde eeuw naar Bari (Itali?) waren overgebracht, verbreidde zijn verering zich over heel West-Europa.
De vele wonderverhalen die na zijn dood rond zijn leven ontstonden, maakten Nicolaas tot beschermheilige van alle mogelijke groepen in de samenleving (zeelieden, kooplieden, ongehuwde vrouwen, kinderen, enz.). Het verhaal bijvoorbeeld dat hij drie kinderen, die door een slager waren geslacht en in een pekelvat waren gestopt, weer tot leven wekte, maakte hem tot de beschermheilige van kinderen; de legende dat hij drie meisjes redde van de prostitutie door tot drie keer toe 's nachts heimelijk een zak met goud door het raam te werpen (als bruidsschat) bezorgde hem het patronaat van ongehuwde meisjes en hoeren.
Het traditionele aan kinderen vertelde verhaal over de nachtelijke bezoeken van sinterklaas waarin hij geschenken komt brengen, gaat waarschijnlijk terug op deze legende.
Patroon van zeevaarders werd Nicolaas door de vele wonderverhalen over zijn bijstand aan schippers in nood.
Zo werd Sint-Nicolaas een populaire heilige aan wie talrijke kerken werden gewijd en die in veel plaatsen in Europa werd vereerd.
Middeleeuwen
Op middeleeuwse kloosterscholen werd de feestdag van Sint-Nicolaas gevierd door scholieren, zoals is aangetoond op grond van Noord-Franse bronnen.
In de dertiende eeuw werd Nicolaas in Noord-Frankrijk als patroon van schoolkinderen en als opvoeder van de jeugd vereerd.
Tijdens zijn feest 'verscheen' de heilige in een mirakelspel aan de kinderen, hij bracht geschenken aan ijverige leerlingen en vermaande luie leerlingen.
Ook kwam het in deze tijd voor dat leerlingen zelf als verklede bisschoppen de straat opgingen en om geld bedelden, hetgeen met wanordelijkheden gepaard kon gaan.
Via de kloosterscholen hebben deze scholierenfeesten zich verder verspreid.
Enkele laat-middeleeuwse Nederlandse bronnen (Dordrecht veertiende eeuw; Utrecht vijftiende en zestiende eeuw) vermelden tractaties aan schoolkinderen en koorknapen, naast die aan armen op de feestdag van Sint-Nicolaas.
In andere bronnen wordt de viering op straat, buiten kerk en klooster, beschreven.
Net als op vele andere belangrijke kerkelijke hoogtijdagen werden tijdens het Sint-Nicolaasfeest markten en kermissen gehouden.
Daar schonken jongelui elkaar harten van suikergoed en vrijers en vrijsters van speculaas.
In deze tijd werd ook al de schoen gezet en kon een geheimzinnige hand lekkernijen strooien in huiselijke kring.
Verder organiseerden leden van Nicolaasbroederschappen (religieuze verenigingen die een belangrijke rol speelden in de organisatie van de Nicolaasverering) behalve processies en missen ook maaltijden.
De rooms-katholieke kerk verzette zich tegen deze wereldse uitingen van het heiligenfeest.
Zestiende- en zeventiende eeuw
Na de reformatie verbood de gereformeerde kerk de kerkelijke viering van dit rooms-katholieke heiligenfeest. De pogingen van predikanten en stadsbesturen om ook het feest op straat en thuis tegen te gaan (wegens wanordelijkheid en verkwisting) hadden weinig effect, zo blijkt uit diverse verbodsbepalingen.
Als reden voor het voortbestaan van het feest is door onderzoekers wel aangevoerd dat de overheid niet al te streng optrad omdat ze om economische redenen belang had bij rust.
Ook is de mogelijkheid genoemd dat het feest al te zeer een plaats had in het relatief vroeg ontwikkelde huiselijk leven van de stedelingen in de Republiek om het nog te kunnen bestrijden.
Op 5 december is het in Nederland sinterklaasavond.
Zo'n 65% van de bevolking viert dan de 'verjaardag' van Sinterklaas en men geeft elkaar uit naam van de goedheiligman cadeautjes.
Ten onrechte denkt men vaak dat dit een eeuwenoude traditie is.
Het feest van Sint-Nicolaas bestaat weliswaar al meer dan 700 jaar, maar veel elementen van de huidige sinterklaasviering hebben pas vanaf omstreeks 1850 vorm gekregen.
Zo is de nu algemene sinterklaasavond of pakjesavond in huiselijke kring op 5 december van betrekkelijk recente datum.
Volgens de heilige kalender van de katholieke kerk is 6 december de gedenkdag van de heilige Nicolaas en nog tot na de Tweede Wereldoorlog vonden kinderen op de morgen van 6 december de geschenken die Sinterklaas hen had gebracht.
Zoals bij zoveel feesten, werd echter ook de vooravond van de eigenlijke feestdag bij de viering betrokken: sinterklaasavond.
Dan hadden volwassenen een gezellig samenzijn.
In gegoede kringen, en vooral in de steden, gaven volwassenen elkaar op die avond al in de negentiende eeuw geschenken.
Dit gebruik verspreidde zich pas gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw over het hele land en naar andere sociale lagen van de bevolking.
Kinderen werden steeeds meer betrokken bij deze pakjes- of surpriseavond.
Thans geldt 5 december algemeen als de 'verjaardag' van Sinterklaas.
Geschiedenis
Over de geschiedenis van het feest van Sint-Nicolaas tot aan de negentiende eeuw zijn we maar matig ge?nformeerd.
Er is weinig historisch onderzoek gedaan naar hoe het feest zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld.
Wel hebben onderzoekers zich vanaf de negentiende eeuw beziggehouden met de vraag waarom een rooms-katholiek heiligenfeest als een niet-kerkelijk feest is blijven voortbestaan.
Sommigen zochten de verklaring in de mogelijke invloed van oud-Germaanse elementen in het feest zonder dat ze daar aanwijsbare bronnen voor hadden.
Andere, meer serieuze auteurs hebben op grond van historisch, literair en kunsthistorisch bronnenmateriaal vooral gewezen op de rol van de verering van de heilige Nicolaas op kloosterscholen bij de verspreiding van het feest .
Weer anderen hebben de ontwikkeling in de opvattingen over de opvoeding benadrukt.
Nicolaas
Er is vrijwel niets bekend over het leven van Nicolaas.
Hij was in de vierde eeuw bisschop van Myra in Klein-Azi? (nu Zuidwest-Turkije).
Al in de zesde eeuw werd hij als heilige vereerd in het Byzantijnse Rijk en in de tiende eeuw ook in het westen.
Nadat zijn relieken in de elfde eeuw naar Bari (Itali?) waren overgebracht, verbreidde zijn verering zich over heel West-Europa.
De vele wonderverhalen die na zijn dood rond zijn leven ontstonden, maakten Nicolaas tot beschermheilige van alle mogelijke groepen in de samenleving (zeelieden, kooplieden, ongehuwde vrouwen, kinderen, enz.). Het verhaal bijvoorbeeld dat hij drie kinderen, die door een slager waren geslacht en in een pekelvat waren gestopt, weer tot leven wekte, maakte hem tot de beschermheilige van kinderen; de legende dat hij drie meisjes redde van de prostitutie door tot drie keer toe 's nachts heimelijk een zak met goud door het raam te werpen (als bruidsschat) bezorgde hem het patronaat van ongehuwde meisjes en hoeren.
Het traditionele aan kinderen vertelde verhaal over de nachtelijke bezoeken van sinterklaas waarin hij geschenken komt brengen, gaat waarschijnlijk terug op deze legende.
Patroon van zeevaarders werd Nicolaas door de vele wonderverhalen over zijn bijstand aan schippers in nood.
Zo werd Sint-Nicolaas een populaire heilige aan wie talrijke kerken werden gewijd en die in veel plaatsen in Europa werd vereerd.
Middeleeuwen
Op middeleeuwse kloosterscholen werd de feestdag van Sint-Nicolaas gevierd door scholieren, zoals is aangetoond op grond van Noord-Franse bronnen.
In de dertiende eeuw werd Nicolaas in Noord-Frankrijk als patroon van schoolkinderen en als opvoeder van de jeugd vereerd.
Tijdens zijn feest 'verscheen' de heilige in een mirakelspel aan de kinderen, hij bracht geschenken aan ijverige leerlingen en vermaande luie leerlingen.
Ook kwam het in deze tijd voor dat leerlingen zelf als verklede bisschoppen de straat opgingen en om geld bedelden, hetgeen met wanordelijkheden gepaard kon gaan.
Via de kloosterscholen hebben deze scholierenfeesten zich verder verspreid.
Enkele laat-middeleeuwse Nederlandse bronnen (Dordrecht veertiende eeuw; Utrecht vijftiende en zestiende eeuw) vermelden tractaties aan schoolkinderen en koorknapen, naast die aan armen op de feestdag van Sint-Nicolaas.
In andere bronnen wordt de viering op straat, buiten kerk en klooster, beschreven.
Net als op vele andere belangrijke kerkelijke hoogtijdagen werden tijdens het Sint-Nicolaasfeest markten en kermissen gehouden.
Daar schonken jongelui elkaar harten van suikergoed en vrijers en vrijsters van speculaas.
In deze tijd werd ook al de schoen gezet en kon een geheimzinnige hand lekkernijen strooien in huiselijke kring.
Verder organiseerden leden van Nicolaasbroederschappen (religieuze verenigingen die een belangrijke rol speelden in de organisatie van de Nicolaasverering) behalve processies en missen ook maaltijden.
De rooms-katholieke kerk verzette zich tegen deze wereldse uitingen van het heiligenfeest.
Zestiende- en zeventiende eeuw
Na de reformatie verbood de gereformeerde kerk de kerkelijke viering van dit rooms-katholieke heiligenfeest. De pogingen van predikanten en stadsbesturen om ook het feest op straat en thuis tegen te gaan (wegens wanordelijkheid en verkwisting) hadden weinig effect, zo blijkt uit diverse verbodsbepalingen.
Als reden voor het voortbestaan van het feest is door onderzoekers wel aangevoerd dat de overheid niet al te streng optrad omdat ze om economische redenen belang had bij rust.
Ook is de mogelijkheid genoemd dat het feest al te zeer een plaats had in het relatief vroeg ontwikkelde huiselijk leven van de stedelingen in de Republiek om het nog te kunnen bestrijden.
Opmerking