Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Maand van de Geschiedenis 2012: Arm & Rijk

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Maand van de Geschiedenis 2012: Arm & Rijk

    De Maand van de Geschiedenis is een jaarlijks terugkerend landelijk evenement. Ieder
    najaar organiseren honderden musea, archieven en andere culturele instellingen speciale
    tentoonstellingen en activiteiten rond een wisselend thema. In 2012 is dat
    Arm & Rijk. De Maand van de Geschiedenis vindt plaats in oktober.

    Nederlanders en geld. Het is een verhaal apart. Als we het hebben lopen we er niet graag
    mee te koop en bij het uitgeven ervan denken we eerst drie keer na. Al eeuwen staan
    Nederlanders bekend om hun zuinigheid. We betalen liever “geen cent te veel”, aldus een
    bekende reclameslogan. Onze houding wordt veelal teruggebracht tot onze calvinistische
    wortels, Nederland als land van koopmannen en dominees. Tegelijkertijd dragen we relatief
    veel bij aan ontwikkelingshulp, organiseren we op televisie inzamelacties voor goede doelen
    en voor minder bedeelden dragen we belasting af voor een uitgebreid sociaal vangnet.
    Geld lenen doen we ook graag! Om een huis te kopen compleet met designkeuken en
    kookeiland. Nederlanders geven dus heus wel geld uit, alleen doen we dat efficiënt, zo
    vinden we. “De kost gaat voor de baat vooruit” is een bekende Nederlandse uitdrukking.

    Onze economie behoort toch niet voor niets tot de topeconomieën van de wereld? Hoe
    komt het dat Nederland behoort tot de welvarendste landen van de wereld? Voelen
    Nederlanders zich inderdaad rijk?

    Eeuw van overvloed

    Als er één periode is in de Nederlandse geschiedenis die met rijkdom wordt geassocieerd
    dan is dat de zeventiende eeuw, onze “Gouden Eeuw”. Het is de eeuw van overvloed
    waarin kunstenaars als Rembrandt en Vermeer leefden en werkten, de eeuw waarin grote
    denkers als Spinoza hun gedachtegoed vrij konden verkondigen en de wetenschap
    opbloeide. De Republiek, met het rijke Amsterdam als middelpunt, was het centrum van de
    wereld, het New York en Shanghai van toen, toevluchtsoord van andersdenkenden die
    elders niet welkom waren. Wilde je het maken dan ging je naar Amsterdam waar de

    carrièremogelijkheden onbegrensd leken. Rijke kooplieden bouwden daar hun schitterende
    grachtenpanden en de VOC, de eerste multinational ter wereld, domineerde met zijn
    handelsimperium de wereld en bracht van heinde en verre specerijen, porselein en andere
    inheemse producten mee naar Europa.



    In 2010 ontdekte Ruben Schalk, geschiedenisstudent aan de Universiteit Utrecht, tijdens zijn scriptieonderzoek in het Westfries Archief te Hoorn het tot nu toe oudst bekende ‘aandeel’ ter wereld. Het stuk dateert uit 1606 en is uitgegeven door de VOC-kamer Enkhuizen.
    Aan dit romantisch beeld van onze geschiedenis hechten we veel waarde. Vaak vergeten
    we even dat de rijkdom destijds maar voor weinigen was weggelegd. Veel Nederlandse
    gezinnen balanceerden op de grens van het bestaansminimum. Wanneer het slecht ging
    met de economie was menigeen veroordeeld tot de bedelstaf of armenzorg. We willen liever
    niet herinnerd worden aan het feit dat de rijkdom van de Republiek veelal vergaard werd
    met geweld, oorlog en ten koste van anderen. “Gelt doet geweld” waarschuwde dichter
    Jacob Cats die de moraal hoog probeerde te houden. “Sonder slaven dese republicque niet
    wel bestaen kan”, was de opvatting van weleer. Nederlanders hebben een belangrijk

    aandeel gehad in de slavenhandel.
    Hoe is de opkomst en de neergang van de Republiek eigenlijk te verklaren? Hierover zijn
    boekenkasten vol geschreven. Kort samengevat waren het de Hollanders die erin slaagden
    vanaf de late middeleeuwen de handel tussen het Oostzeegebied en West-Europa te
    domineren. Producten als gezouten vis werden naar Polen en omliggende streken vervoerd.
    Vanuit daar importeerden de Hollanders vervolgens graan, voor zichzelf maar ook voor
    anderen. Toen tijdens de Nederlandse Opstand de haven van Antwerpen werd afgesloten
    vertrokken kooplieden uit de zuidelijke Nederlanden richting het noorden. Hier hielpen zij
    compagnieën op te zetten voor de handel op de Oost en de West. Uit deze kleine
    compagnieën ontstonden al snel de VOC en de WIC. In de achttiende eeuw verloor de
    Republiek zijn belangrijke handelspositie aan Engeland. Mede als gevolg van internationale
    ontwikkelingen werden kinderen van ondernemende kooplieden renteniers en de economie
    raakte langzaam in het slop.


    De economie uit het slop

    Na het vertrek van de Fransen, in 1813, lag de Nederlandse handel nagenoeg stil. Nederland
    moest haar handelspositie weer opnieuw zien op te bouwen. “Koopmankoning” Willem I liet
    nieuwe wegen aanleggen en een groot aantal kanalen graven. In 1824 werd met zijn steun
    de Nederlandsche Handel-Maatschappij opgericht dat vooral tot doel had de handel met
    Nederlands-Indië te herstellen en daarmee de binnenlandse economie weer gezond te
    krijgen. Het cultuurstelsel werd ingevoerd, een vorm van dwangarbeid waarbij de
    Indonesische bevolking gedwongen werd een vijfde deel van haar grond te bebouwen met
    door de Nederlanders voorgeschreven gewassen. Tot ver in de twintigste eeuw dachten we

    dat we niet zonder onze gordel van smaragd zouden kunnen. “Indië verloren rampspoed
    geboren!” was de gedachte waarin halsstarrig werd geloofd.
    Pas na 1890 maakte de industrialisatie in Nederland een sterke groei door. Bedrijven als Philips
    en de “Koninklijke” werden opgericht. Olie, elektriciteit en steenkool werden de nieuwe
    motoren van de Nederlandse economie die zich meer op het buitenland begon te richten.
    Veel mensen trokken naar de stad om te werken in één van de fabrieken. Hun woon-, leefen
    werksituatie was veelal slecht: onhygiënische huisvesting, gevaarlijk werk en lange
    werkdagen. Sociale wetgeving kwam tot stand. Er werden nieuwe arbeiderswijken gebouwd
    in de grote steden en wetten aangenomen ter verbetering van de leef- en werksituatie.
    Na de Tweede Wereldoorlog brak de periode aan van de wederopbouw en de opkomst
    van de massaconsumptie. En die wederopbouw slaagde goed! Hoe is dit succes te
    verklaren? Amerikaans geld, het “Marshall-plan”, heeft Nederland in ieder geval flink
    geholpen. Europese samenwerking zorgde ervoor dat de Nederlandse export verder kon
    groeien. Toen in 1959 in Groningen aardgas werd ontdekt kon een uitgebreid stelsel van
    sociale voorzieningen door de overheid worden gefinancierd. Revolutionair was de komst
    van de supermarkt in de jaren vijftig, de buurtwinkel verdween langzaamaan uit het
    straatbeeld. Met name de dienstensector maakte een spectaculaire ontwikkeling door. De
    haven van Rotterdam zou uitgroeien tot de grootste van de wereld. Het tekort aan
    arbeidskrachten in de jaren zestig en zeventig werd opgelost met gastarbeiders uit Marokko,
    Turkije en Zuid-Europa.


    Onze huidige economie

    Vergeleken met vroeger hebben we het in Nederland tegenwoordig eigenlijk best goed. De
    kloof tussen rijk en arm lijkt kleiner te zijn geworden. Iedereen kan op vakantie, een mobiele
    telefoon aanschaffen en bijna iedereen is goed verzekerd. Voor het aanschaffen van
    producten hoeven we vaak niet eens meer de deur uit. Met pinpas en creditcard betalen
    we via internet de boodschappen bij Albert Heijn die vervolgens keurig aan huis worden
    afgeleverd. Maar in Nederland bestaat nog steeds armoede. Sommige Nederlanders gaan

    nog altijd naar voedselbanken en velen zijn afhankelijk van een uitkering of bijstand. Daarbij
    is onze huidige open economie een kwetsbare economie. Dat realiseerden we ons maar
    weer eens al te goed bij het uitbreken van de kredietcrisis waarmee we nu te maken
    hebben. Veel banken, bedrijven maar ook de consument leefden op een te grote voet wat
    het financiële systeem deed inzakken.

    Crisis of geen crisis.

    Het thema
    Arm & Rijk gaat niet alleen over geld en materiële zaken. Want
    bestaat er niet iets als culturele en geestelijke rijkdom? Wanneer je gelukkig bent dan ben je
    pas echt rijk! “Geld maakt niet gelukkig,” aldus een bekend cliché. Maar geld kan je wel

    helpen om gelukkiger te worden… of niet soms?

    Bron:
    Huis voor de Kunsten Limburg
    Last edited by Verwijderde gebruiker; 5 juli 2012, 16:04. Reden: redactie.

  • #2
    De Maastrichtenaar kun je niet vergelijken met de Italiaan

    Bron: 'Op Zoek naar de Verloren Maal-Tijd. Hoofdstuk Onder de Berg Verzonken. Facebook.
    Interview met Wijnand Herbergs:

    "Maastricht was altijd een stad van armoe, van zielen die zich schikten in hun lot, met een dunne laag van welgestelden. En achter de Maastrichtse gevels huist nog steeds de schim van die schuchtere, in zichzelf gekeerde arbeider die in de meest geïndustrialiseerde stad van Nederland armoe leed terwijl hij monddood was gemaakt door
    fabrieksdirecteur, kerk en Hollandse paternalisme. Het zijn wel deze armen geweest die Maastricht hebben gemaakt. De arme Maastrichtenaar kun je vergelijken met 'de Italiaan'. Niet de Italiaan als de genieter van La Dolce Vita, zoals men hem is gaan zien en waaraan de bourgondische Maastrichtenaar zich graag wil spiegelen, maar de Italiaan zoals hij werkelijk is. Wie of wat is de ware Italiaan? Als je je in de geschiedenis van Italië verdiept dan weet je dat de ware Italiaan een melancholicus is met een labyrintische ziel die weet dat niets zeker is behalve de dood. La Dolce Vita, de film waarop het idee van het goede Italiaanse leven gebaseerd is, heeft niet Het Goede Leven als onderwerp, maar de vergeefsheid van het nastreven van het geluk. Fellini bedacht een titel die niet zonder ironie was. Net zo min als de ware Italiaan een levensgenieter is, net zo min is de ware Maastrichtenaar een bourgondiër."
    "Overdrijft u misschien niet?"
    "Overdrijven? U hebt gelijk. De Maastrichtenaar kun je niet vergelijken met de Italiaan met zijn labyrinthische ziel. De innerlijke wereld van de Maastrichtenaar heeft hij zelf uitgehakt en de ziel van de Maastrichtenaar is niet dolende zoals bij de Italiaan."

    Opmerking


    • #3
      Arm zijn op Italiaanse manier

      Oorspronkelijk geplaatst door Breur Bekijk bericht
      De arme Maastrichtenaar kun je vergelijken met 'de Italiaan'.
      Ik trek het een beetje uit zijn verband, maar het sluit zo aardig aan bij een uitdrukking die in vroeger eeuwen in Maastricht is gebruikt: 'arm zijn op Italiaanse manier'.

      Wie arm was 'op Italiaanse manier' had wel bezit, maar trok daaruit onvoldoende middelen om te kunnen leven zonder tevens een ambt uit te oefenen, of te werken in de handel of op andere wijze geld te verdienen. Kortom: rentenieren was er niet bij, óndanks het bezit van een huis of erfenis.

      Literatuur:
      Ubachs/Evers, Historische Encyclopedie Maastricht (2005) 37; verwijst naar P.J.H. Ubachs, Twee heren, twee confessies (1975) 401-404.
      Last edited by Ingrid M.H.Evers; 6 oktober 2012, 13:01. Reden: inkorting en aanvulling

      Opmerking


      • #4
        Maand van de Geschiedenis: programma Maastricht/Limburg

        Jaren geleden zijn we begonnen met een Week van de Geschiedenis. Dat initiatief sloeg zozeer aan, dat we nu een Maand van de Geschiedenis hebben.

        Het is de moeite waard eens te bekijken wat er allemaal gebeurt. Hier is het programma voor Maastricht en Limburg te vinden.

        Opmerking

        Bezig...
        X