Tijdens een fototocht door de stad kwam ik de oude pastorie van de St. Martinusparochie tegen in het Wyckerpastoorstraatje. Hier luisterde pastoor Delruelle naar de mensen op straat en schreef deze ontboezemingen neer in dialectgedichten. Dat luisteren was vanachter een klein raampje aan de voorzijde van het pand. Het betrof Lodewijk Delruelle, geboren in 1735 en gestorven in 1807.
In het Algemeen dagblad van 28 maart 1931 werd melding gemaakt dat dit raampje verdwijnt in het kader van modernisering. Het artikel is hier onverkort weergegeven.
“De oude stad Maastricht bestaat uit twee gedeelten. Op den rechteroever der Maas ligt de voorstad Wijk. Een der oudste straatjes daarvan is de Pastoorstraat, waar eenmaal de pastorie der parochie gevestigd was. Dit tot voor korte, typische, schilderachtige straatje lijdt aan moderniseering. Oude huisjes worden afgebroken en door nieuwe vervangen. Dit heeft tot gevolg gehad, dat ook het bekende vensterke van pastoor Debruelle kwam te verdwijnen. Pastoor Debruelle (in den volksmond heette hij Delderwel) was een dichter in Limburgsch dialect uit het einde der achttiende eeuw. Hij vermeide zich, achter dit venstertje staande, met het beluisteren der fiksche scheldpartijen, die in de omringende volksbuurt geregeld losbraken. Deze stof verwerkte hij in „Leedsch’es", die voor de kennis van het volksleven dier dagen van belang blijven. Het vensterke is nu weg en ook de buurt wordt met den dag deftiger.”
In het deeltje 68 van Maastrichts silhouet op pagina 23 zie je een foto van de oude pastorie met het raampje. Op de onderstaande foto zie je duidelijk dat het raampje verdwenen is. Het gaat om het witte pand.
In het Algemeen dagblad van 28 maart 1931 werd melding gemaakt dat dit raampje verdwijnt in het kader van modernisering. Het artikel is hier onverkort weergegeven.
“De oude stad Maastricht bestaat uit twee gedeelten. Op den rechteroever der Maas ligt de voorstad Wijk. Een der oudste straatjes daarvan is de Pastoorstraat, waar eenmaal de pastorie der parochie gevestigd was. Dit tot voor korte, typische, schilderachtige straatje lijdt aan moderniseering. Oude huisjes worden afgebroken en door nieuwe vervangen. Dit heeft tot gevolg gehad, dat ook het bekende vensterke van pastoor Debruelle kwam te verdwijnen. Pastoor Debruelle (in den volksmond heette hij Delderwel) was een dichter in Limburgsch dialect uit het einde der achttiende eeuw. Hij vermeide zich, achter dit venstertje staande, met het beluisteren der fiksche scheldpartijen, die in de omringende volksbuurt geregeld losbraken. Deze stof verwerkte hij in „Leedsch’es", die voor de kennis van het volksleven dier dagen van belang blijven. Het vensterke is nu weg en ook de buurt wordt met den dag deftiger.”
In het deeltje 68 van Maastrichts silhouet op pagina 23 zie je een foto van de oude pastorie met het raampje. Op de onderstaande foto zie je duidelijk dat het raampje verdwenen is. Het gaat om het witte pand.
Opmerking