Het kloostercomplex van de Zusters Onder de Bogen (Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus) ligt ten westen van de Sint-Servaasbasiliek. Over dit klooster heb ik, afgezien van een summiere geschiedenis van de orde op de website van de zusters, weinig informatie kunnen vinden. Allereerst is daar de vraag: hoe groot is het terrein van de zusters eigenlijk? Wat hoort er wel en niet bij? Ik vermoed dat de grenzen van het terrein ruwweg zó lopen als op het Bing-kaartje is aangegeven, maar de vele vraagtekens geven al aan dat er een groot aantal onduidelijkheden bestaan. Ik hoor het graag als iemand over exactere informatie beschikt.

Ik ben persoonlijk vooral geïnteresseerd in de geschiedenis van het deelgebied rechts op de foto, waar eens de proosdij van het Sint-Servaaskapittel stond. De 12e eeuwse bogen, waar je onderdoor loopt als je van het Keizer Karelplein naar het Veldekeplein loopt, verbonden ooit de proosdij met de westbouw van de Sint-Servaaskerk, waar zich o.a. de Keizerzaal bevind. De proosdij en het kapittel werden in de Franse tijd opgeheven.
De Monumentengids Maastricht (2001) van J. van den Bogaard en S. Minis geeft op pagina 71 de volgende informatie:
In 1845 werd de proosdij gekocht door de Liefdezusters en in 1846 werd een kleine kapel gebouwd op de binnenplaats van de voormalige proosdij, die in 1899-1900 werd vervangen door een neogotische kloosterkerk (A). Tussen de twee steunbogen bevindt zich een vleugel uit 1870-1871 (B), die in een zware neogotische stijl is opgetrokken met raam- en deuromlijstingen in rode zandsteen. In 1873 werd een beeld van Carolus Borromeus door L.G. Leus in de façade geplaatst. De vleugel van het noviciaatsgebouw (C) dateert uit 1909 en is in een rijzige neogotische stijl gebouwd. Rechts van het noviciaatsgebouw is op nr.8 in 1936 naar een ontwerp van architect A. Boosten het zogeheten damespension (D) gebouwd: de gevel is bekleed met travertinplaten, die gecombineerd zijn met raamomlijstingen van basaltlava; op de begane grond is het materiaalgebruik juist omgekeerd. Aan het Henric van Veldekeplein lieten de zusters de Sint Carolusschool bouwen. In 1980 werd de school gesloopt en werd een nieuwe kloostervleugel gebouwd voor de verzorging van bejaarde kloosterzusters (E).
(de letters zijn door mij toegevoegd en corresponderen met onderstaande overzichtsfoto - met dank aan Bing Maps...)

Er blijven bij mij veel vragen liggen:
1 Wat gebeurt er toch in 's hemelsnaam in al die gebouwen? M.a.w. wat is de functie van elk individueel gebouw in dit enorme complex?
2 Hoe kunnen een handjevol zusters, waarvan het merendeel bejaard, dit enorme complex gebouwen met tuinen beheren? Wat gebeurt er als de laatste zusters vertrokken zijn (er schijnt wel jonge aanwas te zijn, maar niet in Maastricht)?
3 Is er ooit archeologisch onderzoek geweest in dit deel van de stad?
4 Hoe staat de oude stadsmuur in de tuin van het klooster erbij?
5 Wat is er nog over van de oude proosdij? Ik neem aan dat de onderbouw van bouwdeel C een overblijfsel is? Hoe ziet dat er van binnen uit?
6 Wat is de bouwgeschiedenis van de diverse gebouwen aan de Kommel?
Hopelijk kunnen we met z'n allen wat meer informatie bijeen brengen over dit voor de meeste Maastrichtenaren onbekende gebied.

Ik ben persoonlijk vooral geïnteresseerd in de geschiedenis van het deelgebied rechts op de foto, waar eens de proosdij van het Sint-Servaaskapittel stond. De 12e eeuwse bogen, waar je onderdoor loopt als je van het Keizer Karelplein naar het Veldekeplein loopt, verbonden ooit de proosdij met de westbouw van de Sint-Servaaskerk, waar zich o.a. de Keizerzaal bevind. De proosdij en het kapittel werden in de Franse tijd opgeheven.
De Monumentengids Maastricht (2001) van J. van den Bogaard en S. Minis geeft op pagina 71 de volgende informatie:
In 1845 werd de proosdij gekocht door de Liefdezusters en in 1846 werd een kleine kapel gebouwd op de binnenplaats van de voormalige proosdij, die in 1899-1900 werd vervangen door een neogotische kloosterkerk (A). Tussen de twee steunbogen bevindt zich een vleugel uit 1870-1871 (B), die in een zware neogotische stijl is opgetrokken met raam- en deuromlijstingen in rode zandsteen. In 1873 werd een beeld van Carolus Borromeus door L.G. Leus in de façade geplaatst. De vleugel van het noviciaatsgebouw (C) dateert uit 1909 en is in een rijzige neogotische stijl gebouwd. Rechts van het noviciaatsgebouw is op nr.8 in 1936 naar een ontwerp van architect A. Boosten het zogeheten damespension (D) gebouwd: de gevel is bekleed met travertinplaten, die gecombineerd zijn met raamomlijstingen van basaltlava; op de begane grond is het materiaalgebruik juist omgekeerd. Aan het Henric van Veldekeplein lieten de zusters de Sint Carolusschool bouwen. In 1980 werd de school gesloopt en werd een nieuwe kloostervleugel gebouwd voor de verzorging van bejaarde kloosterzusters (E).
(de letters zijn door mij toegevoegd en corresponderen met onderstaande overzichtsfoto - met dank aan Bing Maps...)

Er blijven bij mij veel vragen liggen:
1 Wat gebeurt er toch in 's hemelsnaam in al die gebouwen? M.a.w. wat is de functie van elk individueel gebouw in dit enorme complex?
2 Hoe kunnen een handjevol zusters, waarvan het merendeel bejaard, dit enorme complex gebouwen met tuinen beheren? Wat gebeurt er als de laatste zusters vertrokken zijn (er schijnt wel jonge aanwas te zijn, maar niet in Maastricht)?
3 Is er ooit archeologisch onderzoek geweest in dit deel van de stad?
4 Hoe staat de oude stadsmuur in de tuin van het klooster erbij?
5 Wat is er nog over van de oude proosdij? Ik neem aan dat de onderbouw van bouwdeel C een overblijfsel is? Hoe ziet dat er van binnen uit?
6 Wat is de bouwgeschiedenis van de diverse gebouwen aan de Kommel?
Hopelijk kunnen we met z'n allen wat meer informatie bijeen brengen over dit voor de meeste Maastrichtenaren onbekende gebied.
Opmerking