De roofridder van de Lichtenberg.

Uitzicht vanuit de donjon van hoeve c.q. kasteel Lichtenberg.
Vrije internet-encyclopedie Wikipedia is een prachtige uitvinding, maar sommige informatie dwingt de lezer tot een glimlach. Zo wordt kasteelruïne Lichtenberg op de Maastrichtse Sint Pietersberg 'een van de weinige hoogteburchten van de Noordelijke Nederlanden' genoemd.
Logisch.
De zuidelijke heuveltjes zijn de enige plekken waar het zin had iets fort-achtigs te bouwen.
De rest van het land is zo plat als een euro.

Genoeg gezeurd: de ruïnetoren is een attractie die redelijk onbekend is.
Het kost enige moeite om er te komen en heel veel mensen hebben een broertje dood aan wandelen.
Het verklaart waarom er dan ook zelden een mens te zien is, ook al is de beklimming van de piek gratis.
Voor veel Hollandse toeristen zou dat juist een argument moeten zijn om wat moeite te doen.
Want de beloning is royaal: een riant uitzicht in vier richtingen op Maastricht en de verre omgeving, inclusief Maas en grindgaten.
Op de plek waar Hoeve Lichtenberg en de ruïnetoren staan, is eeuwen bouwactiviteit geweest als gevolg van verbranding en verwoesting.
Telkens werd er een nieuwe burcht neergezet.
In 1747 werd besloten op het terrein een gesloten hoeve te bouwen.
Over de naam van het kasteel gaan verschillende verhalen.
Het zou vernoemd zijn naar een familie Lichtenberg, die in Maastricht eveneens de Bredestraat in bezit had.
Ook het Latijnse Mons Lucis is genoemd, naast ‘Luchtenborg’ (hooggelegen kasteel).
De mooiste uitleg is tevens de minst betrouwbare: op kasteel Lichtenberg woonde een roofridder die passerende reizigers - speciaal kooplieden - van hun handel 'verlichtte'.
Hoeve Lichtenberg en de ruïnetoren kwamen op 8 februari 1995 in bezit van Vereniging Natuurmonumenten.
In de linkermuur onder het poortgebouw herinnert een in mergel uitgekraste plaquette aan de overdracht.
De vereniging (880.000 leden, beschermer en beheerder van 10.000 hectare natuur verdeeld over 345 gebieden) richtte er een
vakantieappartement voor twaalf personen in, dat duizend euro per week kost (1500 in de periode met feestdagen).
Leden van Natuurmonumenten krijgen 5 procent (!) korting.
Meer informatie leest u op deze webpagina.

Lichtenberg vanuit de lucht, omgeven door de ENCI.
De toren van kasteelruïne Lichtenberg.
Eigenaar: Vereniging Natuurmonumenten, die kasteelruïne Lichtenberg en de toren op 8 februari 1995 overgedragen kreeg van de provincie.
Hoogte: ongeveer 15 meter (exclusief de hoogte van de Sint Pieterberg ter plekke).
Functie: uitkijktoren (gratis toegankelijk) die 360 graden zicht biedt op Maastricht en de (verre) omgeving.
In 1904 werd er een ijzeren trap met houten platform in aangebracht.
Historie: weinig over bekend.
Er zou ooit een Romeinse toren hebben gestaan, voordat er in 1212 een burcht werd gebouwd, die ergens in de vijftiende eeuw werd verwoest.
Vervolgens werd een kasteel opgetrokken, dat in 1747 helemaal afbrandde en in verval raakte.
Alleen de toren bleef staan.
De huidige Hoeve Lichtenberg is deels zeventiende-eeuws.
© John Hoofs; gazet De Limburger; 150808.

Uitzicht vanuit de donjon van hoeve c.q. kasteel Lichtenberg.
Vrije internet-encyclopedie Wikipedia is een prachtige uitvinding, maar sommige informatie dwingt de lezer tot een glimlach. Zo wordt kasteelruïne Lichtenberg op de Maastrichtse Sint Pietersberg 'een van de weinige hoogteburchten van de Noordelijke Nederlanden' genoemd.
Logisch.
De zuidelijke heuveltjes zijn de enige plekken waar het zin had iets fort-achtigs te bouwen.
De rest van het land is zo plat als een euro.

Genoeg gezeurd: de ruïnetoren is een attractie die redelijk onbekend is.
Het kost enige moeite om er te komen en heel veel mensen hebben een broertje dood aan wandelen.
Het verklaart waarom er dan ook zelden een mens te zien is, ook al is de beklimming van de piek gratis.
Voor veel Hollandse toeristen zou dat juist een argument moeten zijn om wat moeite te doen.
Want de beloning is royaal: een riant uitzicht in vier richtingen op Maastricht en de verre omgeving, inclusief Maas en grindgaten.
Op de plek waar Hoeve Lichtenberg en de ruïnetoren staan, is eeuwen bouwactiviteit geweest als gevolg van verbranding en verwoesting.
Telkens werd er een nieuwe burcht neergezet.
In 1747 werd besloten op het terrein een gesloten hoeve te bouwen.
Over de naam van het kasteel gaan verschillende verhalen.
Het zou vernoemd zijn naar een familie Lichtenberg, die in Maastricht eveneens de Bredestraat in bezit had.
Ook het Latijnse Mons Lucis is genoemd, naast ‘Luchtenborg’ (hooggelegen kasteel).
De mooiste uitleg is tevens de minst betrouwbare: op kasteel Lichtenberg woonde een roofridder die passerende reizigers - speciaal kooplieden - van hun handel 'verlichtte'.
Hoeve Lichtenberg en de ruïnetoren kwamen op 8 februari 1995 in bezit van Vereniging Natuurmonumenten.
In de linkermuur onder het poortgebouw herinnert een in mergel uitgekraste plaquette aan de overdracht.
De vereniging (880.000 leden, beschermer en beheerder van 10.000 hectare natuur verdeeld over 345 gebieden) richtte er een
vakantieappartement voor twaalf personen in, dat duizend euro per week kost (1500 in de periode met feestdagen).
Leden van Natuurmonumenten krijgen 5 procent (!) korting.
Meer informatie leest u op deze webpagina.

Lichtenberg vanuit de lucht, omgeven door de ENCI.
De toren van kasteelruïne Lichtenberg.
Eigenaar: Vereniging Natuurmonumenten, die kasteelruïne Lichtenberg en de toren op 8 februari 1995 overgedragen kreeg van de provincie.
Hoogte: ongeveer 15 meter (exclusief de hoogte van de Sint Pieterberg ter plekke).
Functie: uitkijktoren (gratis toegankelijk) die 360 graden zicht biedt op Maastricht en de (verre) omgeving.
In 1904 werd er een ijzeren trap met houten platform in aangebracht.
Historie: weinig over bekend.
Er zou ooit een Romeinse toren hebben gestaan, voordat er in 1212 een burcht werd gebouwd, die ergens in de vijftiende eeuw werd verwoest.
Vervolgens werd een kasteel opgetrokken, dat in 1747 helemaal afbrandde en in verval raakte.
Alleen de toren bleef staan.
De huidige Hoeve Lichtenberg is deels zeventiende-eeuws.
© John Hoofs; gazet De Limburger; 150808.
Opmerking