Wethouder Jacobs schenkt soep uit namens Zicht op Maastricht.
Wanneer: donderdag 22 januari om 12.30 uur (gratis soepuitdeling tot 13.30 uur)
Locatie: Heilige Geest (bij Markt) Maastricht
Wethouder Jacobs zal de eerste activiteit in het kader van het project 12 Locaties, 12 Verhalen van Zicht op Maastricht op 22 januari 2009 om 12.30 uur starten met het uitdelen van gratis soep in de Heilige Geest-steeg bij de Markt in Maastricht.
Met het uitdelen van gratis soep wordt de aandacht gevestigd op een stukje geschiedenis van de stad.
Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw werd op dezelfde plek dagelijks soep uitgedeeld aan de allerarmste inwoners van de stad.
Zicht op Maastricht, de culturele biografie van Maastricht, pakt in 2009 uit met het project 12 Locaties - 12 Verhalen.
Elke maand richten we het zoeklicht op een andere plek in de stad waar een verhaal achter zit.
Dat verhaal kan gaan over gratis soep, een moord, of een slecht mikkende bommenwerper.
Het verhaal wordt tot leven gebracht via een activiteit.
De locatie wordt gemarkeerd door een grote rode zuil, waarop het verhaal van de betreffende plek te lezen is.
In januari belichten we de Soepkokerij van de Momus in de Heilige Geest-steeg bij de Markt.
Wat nu de voedselbank is, was vroeger de soepkokerij.
Zicht op Maastricht schenkt gratis soep in de Heilige Geest.
Wanneer: donderdag 22, zaterdag 24, dinsdag 27, donderdag 29 en zaterdag 31 januari telkens van 12.30 uur tot 13.30 uur
Locatie: Heilige Geest (bij Markt) Maastricht
Zicht op Maastricht, de culturele biografie van Maastricht, pakt in 2009 uit met het project 12 Locaties - 12 Verhalen.
Elke maand richten we het zoeklicht op een andere plek in de stad waar een verhaal achter zit.
Dat verhaal kan gaan over gratis soep, een moord, of een slecht mikkende bommenwerper.
Het verhaal wordt tot leven gebracht via een activiteit.
De locatie wordt gemarkeerd door een grote rode zuil, waarop het verhaal van de betreffende plek te lezen is.
In januari belichten we de Soepkokerij van de Momus in de Heilige Geest-steeg bij de Markt.
Wat nu de voedselbank is, was vroeger de soepkokerij.
Soepkokerij, de voedselbank van vroeger.
Duizenden behoeftige Nederlanders halen tegenwoordig hun brood, groente en vlees gratis bij de voedselbank.
Wat nu de voedselbank is, was rond 1900 de soepkokerij van de Momus voor armlastige Maastrichtenaren.
Ze stonden met honderden 's morgens in het Heilig Geeststraatje te wachten totdat de soepkokerij open ging.
Het waren armlastige Maastrichtenaren.
Vaak vrouwen uit arbeidersgezinnen die een warme maaltijd kwamen halen voordat ze naar de fabriek gingen.
Het was druk in het steegje bij de Markt.
De soepkokerij van de Momus lag dicht bij het Boschstraat-en Stokstraatkwartier, de volksbuurten waar de arbeidersgezinnen woonden.
De soepkokerij was een uitvinding van sociëteit de Momus.
De leden van de Momus, over het algemeen gegoede Maastrichtse middenstanders, wilden hun armere stadgenoten helpen.
Zij deelden soepkeertsjes uit.
Met de kaartjes konden de behoeftige Maastrichtenaren soep afhalen in het steegje bij de Markt.
Soms kregen ze er ook een of twee haringen bij.
Dan was het feest.
De soepkokerij was in 1846 opgericht.
Toen in de jaren tachtig van de 19e eeuw het minder goed ging met bedrijven als de Sphinx en de Céramique stonden soms wel honderden werkloze arbeiders 's morgens voor de poort van de soepkokerij.
Niet iedereen was altijd even blij met de liefdadigheid van de Momus-leden.
De Maastrichtse schrijver Fons Olterdissen vertelt hoe volksvrouw Zjannet twee dames uit de gegoede stand, die soep uitdeelden in het steegje, wegjoegen. 'Totse hunne rats mer zellefs vrete' ('Dat ze hun prut maar zelf opeten') beet Zjannet de dames toe.
De kans dat Zjannet nog eens een bon kreeg achtte Olterdissen gering.
Je moest als armlastige vooral dankbaar zijn dat er voor je gezorgd werd.
De soepkokerij werd, naarmate de arbeiders meer zelfbewust werden en hogere lonen begonnen te eisen, steeds vaker als vernederend ervaren.
In 1919 werd ze opgeheven.
Momus.
De Momus was in de eerste plaats een amusementsvereniging.
Jongeren uit de middenstand konden zich vermaken in de sociëteit.
De eerste grote activiteit van de Momus, die in 1840 was opgericht, was het organiseren van een carnavalsoptocht in 1841.
De vereniging organiseerde feestelijkheden en tentoonstellingen.
De Momus deed ook veel aan cultuur, onder meer het organiseren van toneelwedstrijden.
Ze deed ook veel aan sjariteit, zoals de Maastrichtenaren liefdadigheid noemden.
Dat varieerde van soepuitdelingen tot het oprichten van een tehuis voor bejaarde mannen.
Industriestad
Maastricht was rond 1850 de eerste geïndustrialiseerde stad in Nederland.
De schoorstenen van aardewerkbedrijven als de Sphinx en de Société Céramique domineerden de horizon van Maastricht.
Eind negentiende eeuw werkten duizenden mannen, vrouwen en jongeren in de fabrieken.
In de jaren tachtig van de 19e eeuw begonnen de arbeiders zich te organiseren.
Zij staakten voor meer loon.
Veel arbeidersgezinnen woonden in vervallen huizen.
Vaak met zijn tienen in een of twee kamers.
Wanneer: donderdag 22 januari om 12.30 uur (gratis soepuitdeling tot 13.30 uur)
Locatie: Heilige Geest (bij Markt) Maastricht
Wethouder Jacobs zal de eerste activiteit in het kader van het project 12 Locaties, 12 Verhalen van Zicht op Maastricht op 22 januari 2009 om 12.30 uur starten met het uitdelen van gratis soep in de Heilige Geest-steeg bij de Markt in Maastricht.
Met het uitdelen van gratis soep wordt de aandacht gevestigd op een stukje geschiedenis van de stad.
Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw werd op dezelfde plek dagelijks soep uitgedeeld aan de allerarmste inwoners van de stad.
Zicht op Maastricht, de culturele biografie van Maastricht, pakt in 2009 uit met het project 12 Locaties - 12 Verhalen.
Elke maand richten we het zoeklicht op een andere plek in de stad waar een verhaal achter zit.
Dat verhaal kan gaan over gratis soep, een moord, of een slecht mikkende bommenwerper.
Het verhaal wordt tot leven gebracht via een activiteit.
De locatie wordt gemarkeerd door een grote rode zuil, waarop het verhaal van de betreffende plek te lezen is.
In januari belichten we de Soepkokerij van de Momus in de Heilige Geest-steeg bij de Markt.
Wat nu de voedselbank is, was vroeger de soepkokerij.
Zicht op Maastricht schenkt gratis soep in de Heilige Geest.
Wanneer: donderdag 22, zaterdag 24, dinsdag 27, donderdag 29 en zaterdag 31 januari telkens van 12.30 uur tot 13.30 uur
Locatie: Heilige Geest (bij Markt) Maastricht
Zicht op Maastricht, de culturele biografie van Maastricht, pakt in 2009 uit met het project 12 Locaties - 12 Verhalen.
Elke maand richten we het zoeklicht op een andere plek in de stad waar een verhaal achter zit.
Dat verhaal kan gaan over gratis soep, een moord, of een slecht mikkende bommenwerper.
Het verhaal wordt tot leven gebracht via een activiteit.
De locatie wordt gemarkeerd door een grote rode zuil, waarop het verhaal van de betreffende plek te lezen is.
In januari belichten we de Soepkokerij van de Momus in de Heilige Geest-steeg bij de Markt.
Wat nu de voedselbank is, was vroeger de soepkokerij.
Soepkokerij, de voedselbank van vroeger.
Duizenden behoeftige Nederlanders halen tegenwoordig hun brood, groente en vlees gratis bij de voedselbank.
Wat nu de voedselbank is, was rond 1900 de soepkokerij van de Momus voor armlastige Maastrichtenaren.
Ze stonden met honderden 's morgens in het Heilig Geeststraatje te wachten totdat de soepkokerij open ging.
Het waren armlastige Maastrichtenaren.
Vaak vrouwen uit arbeidersgezinnen die een warme maaltijd kwamen halen voordat ze naar de fabriek gingen.
Het was druk in het steegje bij de Markt.
De soepkokerij van de Momus lag dicht bij het Boschstraat-en Stokstraatkwartier, de volksbuurten waar de arbeidersgezinnen woonden.
De soepkokerij was een uitvinding van sociëteit de Momus.
De leden van de Momus, over het algemeen gegoede Maastrichtse middenstanders, wilden hun armere stadgenoten helpen.
Zij deelden soepkeertsjes uit.
Met de kaartjes konden de behoeftige Maastrichtenaren soep afhalen in het steegje bij de Markt.
Soms kregen ze er ook een of twee haringen bij.
Dan was het feest.
De soepkokerij was in 1846 opgericht.
Toen in de jaren tachtig van de 19e eeuw het minder goed ging met bedrijven als de Sphinx en de Céramique stonden soms wel honderden werkloze arbeiders 's morgens voor de poort van de soepkokerij.
Niet iedereen was altijd even blij met de liefdadigheid van de Momus-leden.
De Maastrichtse schrijver Fons Olterdissen vertelt hoe volksvrouw Zjannet twee dames uit de gegoede stand, die soep uitdeelden in het steegje, wegjoegen. 'Totse hunne rats mer zellefs vrete' ('Dat ze hun prut maar zelf opeten') beet Zjannet de dames toe.
De kans dat Zjannet nog eens een bon kreeg achtte Olterdissen gering.
Je moest als armlastige vooral dankbaar zijn dat er voor je gezorgd werd.
De soepkokerij werd, naarmate de arbeiders meer zelfbewust werden en hogere lonen begonnen te eisen, steeds vaker als vernederend ervaren.
In 1919 werd ze opgeheven.
Momus.
De Momus was in de eerste plaats een amusementsvereniging.
Jongeren uit de middenstand konden zich vermaken in de sociëteit.
De eerste grote activiteit van de Momus, die in 1840 was opgericht, was het organiseren van een carnavalsoptocht in 1841.
De vereniging organiseerde feestelijkheden en tentoonstellingen.
De Momus deed ook veel aan cultuur, onder meer het organiseren van toneelwedstrijden.
Ze deed ook veel aan sjariteit, zoals de Maastrichtenaren liefdadigheid noemden.
Dat varieerde van soepuitdelingen tot het oprichten van een tehuis voor bejaarde mannen.
Industriestad
Maastricht was rond 1850 de eerste geïndustrialiseerde stad in Nederland.
De schoorstenen van aardewerkbedrijven als de Sphinx en de Société Céramique domineerden de horizon van Maastricht.
Eind negentiende eeuw werkten duizenden mannen, vrouwen en jongeren in de fabrieken.
In de jaren tachtig van de 19e eeuw begonnen de arbeiders zich te organiseren.
Zij staakten voor meer loon.
Veel arbeidersgezinnen woonden in vervallen huizen.
Vaak met zijn tienen in een of twee kamers.
Opmerking