Drank maakt meer kapot...

Het was november 1939. De Duitse spionagedienst, de Abwehr genaamd, was onder meer in Zuid-Limburg heel actief. Duitse spionnen bekeken de ligging van de bruggen in Maastricht, de manier waarop ze ondermijnd waren en waar het ontstekingsmechanisme zich bevond. Maar dat niet alleen. De Duitsers ontwierpen plannen om de Nederlandse wachtposten - als de inval zou plaatsvinden - bij de bruggen te overmeesteren en zo de bruggen intact in handen te krijgen. In verband met de snelheid die de Duitse opmars moest hebben, wilden de plannenmakers voorkomen dat de Duitse troepen door de vernietigde Maasovergangen niet meteen de rivier zouden kunnen oversteken.

Voor de Wilhelminabrug (de nuij brögk) werd een bijzondere actie bedacht. In een kamp in Duitsland bij Aken werd in het allerdiepste geheim een actie voorbereid. Met behulp van een schaalmodel van de Wilhelminabrug werd geoefend. Een groep van zes Nederlandse NSB’ers die in Duitsland woonden zou onder leiding van een Duitse onderofficier, een zekere Gross, de wachtpost onder aan de oprit van de Wilhelminasingel overvallen en zo het opblazen van de brug verhinderen. Dat was het plan. Op de avond van 9 mei, de dag vóór de Duitse inval in Nederland, arriveerde de groep van zes met Gross in de Alexander Battalaan. Ze waren clandestien de grens overgestoken bij Kerkrade en met tram en trein via Heerlen naar Maastricht gereisd. Nu woonde in de Alexander Battalaan op nr 23A een Duitser, Franz Ponzlet. Hij verbleef al sinds het einde van de jaren 1920 in Maastricht. Hij werkte bij de Staalwerken De Maas als chef van de ovens. Hij was lid van de Duitse Nazipartij en een vurig aanhanger van Hitler. Bij hem zou de groep verblijven tot het moment van actie dat gepland was voor half vier ’s nachts. Via de Abwehr waren al eerder bij Ponzlet wapens en gereedschap ten behoeve van de actie afgeleverd.

Maar met één ding had de Duitse spionagedienst bij de voorbereiding van de actie geen rekening gehouden. Franz Ponzlet lustte graag een borrel. En nadat de sabotagegroep om een uur of negen ’s avonds was aangekomen, bood Franz als goede gastheer zijn gasten een drankje aan. En omdat het nog enkele uren duurde voordat het half vier was, werd de ene borrel na de andere gedronken, althans door vier van de zes saboteurs. Deze vier waren tegen half vier zo boven hun theewater dat ze tot geen enkele actie meer in staat ware. Gross met de twee nog nuchtere Nederlander liepen via de Alexander Battalaan en de Sint Maartenslaan naar de voet van de oprit van de brug. Maar ze vielen zodanig op dat een lid van de wachtpost hen sommeerde halt te houden. Daarop rende Gross weg en werd door een nekschot dodelijk getroffen. Hij was naar alle waarschijnlijkheid de eerste gesneuvelde Duitser op Maastrichts grondgebied. Zijn lijk werd na enige tijd overgebracht naar het Duitse consulaat aan de Stationsstraat 9 in Maastricht waar het in de voortuin werd gedumpt. Het duurde tot in de late avonduren voordat het werd verwijderd.

De geplande actie mislukte dus volledig. De Nederlandse wachtpost had voldoende tijd om de brug op te blazen en zo de Duitse opmars voor een aantal uren te vertragen.


Paul Bronzwaer

Maastricht, 6 juni 2015 (71 jaar na D-Day)