Oorspronkelijk geplaatst door Breur
Bekijk bericht
Alle negentiende-eeuwse kloosterstichtingen zijn congregaties. In feite is alles wat gesticht is na het concilie van Trente (1545-1563) een congregatie. Alleen de oudere kloosterstichtingen zijn orden, zoals de augustijnen, benedictijnen, dominicanen, franciscanen (minderbroeders), kapucijnen, etc.; bij de vrouwelijke religieuzen kun je denken aan de clarissen, franciscanessen, penitenten, enz. De jezuïeten hebben nog weer een eigen status; zij vormen een sociëteit.
Het verschil tussen voor en na Trente is dat deze oude kloosterorden onafhankelijk zijn van de wereldlijke clerus. De verschillende huizen zijn slechts verantwoording verschuldigd aan de generale overste van de orde, die meestal in Rome is gevestigd. Aan die autonomie maakte het concilie van Trente een einde. Nieuwe kloosterstichtingen, nu congregaties genoemd, vielen voortaan onder het gezag van de deken, vervolgens de bisschop en uiteindelijk dat van de paus. Al waren er uitzonderingen. De broeders van Maastricht wisten door goede connecties de bisschop buiten spel te plaatsen. Zij vielen / vallen rechtstreeks onder Rome.
Herman gaf al een link naar 'Cuijk', maar hier vind je de alternatieve namen voor de Broeders van Liefde.
Leave a comment: