Gerd Leers laat zich niet gijzelen.
Met Gerd Leers kreeg Maastricht zes jaar geleden een activistische burgemeester, die de gestolde structuren in de stad besloot neer te halen.
Dat leverde bewonderaars, maar ook vijanden op.
Een terugblik op een turbulente periode en de voorlopige balans van een tijdperk.
VILEIN
?De Maastrichtse coterie.
Natuurlijk bestaat die nog.
In veel mindere mate dan in de jaren negentig, maar toch.
Zij vormt zowel de kracht als de zwakte van de stad.
De ene dienst is de andere waard.
Voor wat hoort wat.
Dat bindt en verbindt, maakt dingen mogelijk.
Maar omdat het niet altijd transparant is, je er geen vinger achter kunt krijgen, is het soms ook schadelijk.
Je loopt in deze stad daardoor als politicus en burgemeester elke dag op een potentieel mijnenveld.
Ik realiseer me dat, pas op dat ik geen onderdeel van dat circuit word.
Mij zijn in het verleden ook wel eens beloftes gedaan.
Nee, geen zak met geld, maar er zou wel goed voor me gezorgd worden, was de teneur.
Omkopen, nee, dat is een zwaar woord, het gebeurt heel slim, heel vilein.
Het begint met kleine aanbiedingen, etentjes, uitstapjes, het beloven van baantjes, het bezoeken van voetbalwedstrijden in gezelschap van je vrouw.
Je moet heel alert blijven om te voorkomen dat je daarin verstrikt raakt.
Ik heb vanaf het begin klip en klaar gemaakt dat ik dat niet doe.
Ik heb een sober leefpatroon, kan zonder al die luxe.?
BOEK
?Ik heb onlangs nog het boek Kreukbaar Nederland gelezen, dat twee NRC-journalisten geschreven hebben naar aanleiding van de
bouwfraude.
Onder meer het hoofdstuk ?Voor wat hoort wat?.
Over de macht van Maastrichtse en Limburgse politici in het verleden.
Ik kreeg ??n groot d?j? vu-gevoel.
Het lijkt wel alsof het pas gisteren geschreven is.
Het verhaal over wegenbouwers die in het verleden een vaste werkrelatie met de gemeente Maastricht hadden, maar in ruil daarvoor in opdracht van wethouders wel verenigingen en evenementen moesten sponsoren.
Dit soort ellende moeten we voorkomen.
Neem de recente discussie over integriteit in de Maastrichtse gemeenteraad naar aanleiding van het vertrek van Gerard van Rens en de discussie over Jan Hoen.
De kern hiervan is dat raadsleden geen actieve rol moeten vervullen waarbij de schijn van belangenverstrengeling bestaat.
Bijvoorbeeld als bedrijven voor sponsorgelden benaderd worden en men in ruil daarvoor toezeggingen doet.
Dat kan gewoon niet.
Ook niet als het geld bedoeld is voor goede maatschappelijke doelen.
Niet iedereen binnen mijn CDA was overigens gelukkig met de manier waarop ik de zaak-Van Rens aanpakte.
Laat toch gaan, werd gezegd.
Men was gebruuskeerd dat ik iemand uit het eigen kamp zo hard aanpakte.
Wat dat betreft heb ik soms moeite met mijn eigen partij, voel me daar niet altijd senang bij.
Maar ik kan als burgemeester niet boven de partijen staan en dan mijn eigen club de hand boven het hoofd houden.
Ook de laatste restjes cli?ntelisme moeten opgeruimd worden."
EENZAAM
?Het waren wel lastige maanden, ik voelde me eenzaam, kreeg weinig support en veel vuilspuiterij over mij heen.
De wethouders spraken intern wel hun steun naar mij uit, voelden zich rot, maar werden ook gegijzeld door de angst, zoals iedereen hier in huis, toen de aangiften kwamen en de rechtszaken begonnen en het conflict op die manier werd gejuridiseerd.
Het is toch te gek voor woorden: het debat over goed en fout in de politiek moet in de politieke arena worden gevoerd en niet in de rechtszaal.
En in de publieke opinie, in de kranten bijvoorbeeld.
Maar ook de pers heeft zich laten gijzelen uit angst voor de rechter.
Ik snap dat wel, ik heb die druk ook gevoeld.
En toch moet ik me de mond niet laten snoeren, zaken moeten benoemd worden, wat krom is, is krom.
Dat heb ik ook tegen mijn moeder van 83 gezegd, toen ze me belde en vroeg wat er in godsnaam aan de hand was.
Dat was emotioneel best lastig.
Ik ben natuurlijk blij dat het openbaar ministerie de zaak onderzocht heeft, dat de door het OM geraadpleegde staatsrechtgeleerden mijn aanpak grotendeels steunen en dat nu de raad aan zet is.?
BV LEERS
?Ik heb al gezegd, het gaat niet om de BV Leers, ik ben niet bezig ter meerdere eer en glorie van mezelf.
Ik ben een teamspeler, betrek ook de wethouders bij alles wat ik doe.
Maar aan de andere kant ben ik geen burgemeester van de compromissen, die dingen wegmoffelt.
Dat soort bestuurder ben ik niet.
Ik ga niet alleen met het oliekannetje rond, ben meer activistisch ingesteld, wil iets toevoegen aan Maastricht.
Dat doen burgemeesters als Ivo Opstelten in Rotterdam en Job Cohen in Amsterdam ook.
Mijn werk hier moet meer en groter zijn dan mijn leven.
Ik wil dat ik later word gezien als een burgemeester die dingen in de stad veranderd heeft, die stappen heeft gezet.
Dat beschouw ik als mijn bestuurlijke plicht, mijn verantwoordelijkheid.
Wat ik doe, moet tot iets leiden. Daarom heb ik ook die vier dossiers benoemd, die ik afgerond wil hebben voordat ik vertrek.
De sanering van Vinkenslag, het oplossen van de overlast bij de koffieshops door spreiding naar de rand van de stad, de komst van dat theater van Van den Ende en de verbetering van de regionale samenwerking.
Het is waar dat ik daarmee druk op mezelf leg en me extra kwetsbaar heb gemaakt, maar ik w?l daar ook op afgerekend worden.?
TEMPO TEMPO
?Ik heb me als burgemeester van deze stad een beperkte hoeveelheid tijd toegemeten, zeven tot acht jaar.
Je kunt jezelf wel vijftien jaar gunnen, maar dat gaat in de huidige snelkookpan niet meer, dan gaat het tempo eruit.
In die tijd wil ik een paar doorbraken bereiken.
Maar dat is lastig, je bent nooit alleen, hebt anderen nodig.
Er komen altijd wel weer hobbels op de weg.
Maar de weg der geleidelijkheid is niet begaanbaar.
Ik heb elf jaar in de Tweede Kamer gezeten.
Heb gezien hoeveel plannen daar in de lucht geworpen werden en hoe weinig gerealiseerd werd, omdat alles onder de zwaartekracht bezweek.
Ik wil w?l wat realiseren, me daarvoor moeite doen, want de burger is al sceptisch genoeg over de politiek en de overheid.
Ik heb ook gemerkt dat mensen in Maastricht dat gewaardeerd hebben, dat heeft me de energie en het plezier geschonken om door te gaan.?
TENEN
?Natuurlijk besef ik ook dat ik in die tijd op veel tenen ben gaan staan.
En daar word je niet groter van, dat krijg je terug.
In mijn positie ben je bezig met het verdelen van schaarste.
Je doet dus ook mensen tekort.
Dat is niet goed, maar wel onvermijdelijk als je ergens voor gaat.
Ik ben niet iemand die twijfelt tussen kop of munt en dan maar kiest voor God Zij Met Ons op de zijkant.
Maar als de weerstand groter wordt, dan komt er een moment dat je vastloopt.
Dat wilde ik voor zijn.
Vandaar dat ik samen met mijn vrouw lang nagedacht heb over de vraag: moet ik hier wel doorgaan of moet ik opstappen?
Ik kreeg ook signalen van buiten om naar iets anders te kijken.
Het was de moeilijkste beslissing tot nu toe in mijn leven.
Weg uit mijn geliefde Maastricht, niet meer in deze mooie burgemeesterskamer te kunnen werken, ruimte maken voor iemand anders, dat is me aan het hart gegaan.?
NIKS ZEGGEN
?Ik kreeg van verschillende kanten het advies: besluit te stoppen, maar laat je niettemin herbenoemen en vertrek vervolgens als je iets anders hebt gevonden.
Maar dat vind ik volksverlakkerij: je wel laten herbenoemen, maar de zaak niet afmaken.
Ik kan niet toneelspelen en wil het ook niet.
Iets niet zeggen is ook jokken.
Daarom heb ik gezegd: ik vertrek tussentijds, maar koppel het precieze moment van het vertrek aan het afmaken van de vier genoemde dossiers.
Ik heb wel de fout gemaakt te zeggen dat ik verwacht dat dit in 2008 al het geval zal zijn.
Dat is niet te zeggen.
Daarom solliciteer ik op dit moment ook nog niet, wat daarover ook allemaal beweerd wordt.
Dat is nog niet aan de orde.
Mijn aangekondigde vertrek beperkt ook niet mijn slagkracht.
Hoe langer het duurt voordat die vier dossiers voltooid zijn, hoe langer ik blijf.
Mijn criticasters hebben dus pech gehad.
De beste manier om mij kwijt te raken, is om mij niet langer de voet dwars te zetten, haha.
Ik strompel hier niet moeizaam naar het einde toe, voel me goed in mijn vel zitten, laat me er niet onder krijgen.
Het beste moet nog komen.?
VINKENSLAG
?Het dossier Vinkenslag, daar komen we wel eenvoudig uit, denk ik.
De sanering van het centrum is geslaagd, geldt als een nationaal voorbeeld.
We hebben een eind gemaakt aan een vrijstaat die vele decennia lang vrijelijk heeft kunnen bestaan.
Het gaat er nu alleen nog maar om de gezamenlijke rekening te betalen.
De saneringskosten zijn tien miljoen hoger uitgevallen.
Rijk, provincie en gemeente moeten samen de verantwoordelijkheid daarvoor nemen.
De uitplaatsing van de koffieshops ligt een stuk moeilijker.
Ik vind de opstelling van de Belgen hypocriet.
Je mag daar wel softdrugs gebruiken, maar niet kopen.
Dat doen ze dus bij ons.
Maar dat schiet natuurlijk niet op.
Je kunt niet de status quo handhaven, alles wegmoffelen en Maastricht met het probleem van de drugsoverlast en de drugsrunners opzadelen.
En dan moord en brand schreeuwen als Maastricht die problemen gaat oplossen.
Langzaam aan dringt dat besef ook in Belgi? door, heb ik de indruk.
De Maastrichtse binnenstad gaat nu al zo lang gebukt onder die overlast, dat kun je de bewoners niet langer aandoen.
Daarom ben ik zo blij dat dit kabinet ons met die kwestie wil helpen, het vorige kabinet ging veel te bevoogdend te werk.?
CASINO
?Ook dat theater van Van den Ende komt er, maar het kost wel tijd.
En een hoop gereken.
Want we mogen niet onverantwoord veel geld uitgeven of kannibaliseren op de huidige culturele infrastructuur.
Anderzijds hebben we dat theater gewoon hard nodig, niet alleen om de verblijfsduur van toeristen te verlengen ? minder gasten, maar wel gasten die langer blijven - maar ook als we in 2018 serieus kans willen maken om culturele hoofdstad van Europa te worden.
Kern van het probleem is dat Maastricht onvoldoende schaal heeft om 365 dagen per jaar een theater met 1.800 stoelen vol te krijgen.
Als de gemeente bij wijze van spreken 100 dagen garandeert, zijn we morgen klaar.
Maar dat kunnen we niet maken, dan kannibaliseren we ons eigen Theater aan het Vrijthof.
Vandaar dat we toch blijven geloven in de combinatie met een casino, zoals ook in Breda het geval is.
Economische studies wijzen uit dat er duizenden banen worden gecre?erd als een concept zoals Harrah?s dat bedacht heeft, in Maastricht wordt gerealiseerd.
Maar Harrah?s mag voorlopig niks doen vanwege het staatsmonopolie op casino?s, dus komt Holland Casino, nu nog op de Cauberg, als exploitant in beeld.
Valkenburg heeft voor die verhuizing financi?le compensatie gevraagd.
Iedereen verwacht echter dat Europese wetgeving het Nederlands staatsmonopolie binnenkort verbiedt en vrije vestiging mogelijk maakt.
Waarom zouden we nog betalen voor iets wat over een paar jaar onder invloed van Europese wetgeving toch gratis is??
BELANGEN
?Maar ik geef toe, het is een lastig vraagstuk.
Wij zouden de benodigde grond voor dat theater-casinocomplex desnoods voor ??n euro in het project willen inbrengen, maar dat stuk grond staat voor heel wat meer in de boeken en maakt onderdeel uit van het grotere Belv?d?re-project.
Dat project moet een vast rendement van 7 procent maken, omdat er pensioengelden en andere beleggingen achter zitten.
Gevestigde belangen wegen zwaar.
Ik snap dat ook wel, maar als burgemeester moet ik soms ook een slag verder denken.
Ik kan me in elk geval door die belangen niet laten gijzelen.
De komst van Van den Ende is in het belang van de stad, en dus ook in dat van de projectontwikkelaars.?
BALKENENDE
?Ja, natuurlijk maak ik ook fouten, we maken allemaal fouten.
Alles heeft twee kanten.
Niet alles is eenduidig.
Ik twijfel ook over dingen.
Ik weet ook dat het niet wijs was om destijds kritiek te spuien op de regeerstijl van Jan Peter Balkenende en er consequenties aan te verbinden als die niet zou verbeteren.
Maar ik heb hem niet verrot gescholden, wilde alleen niet rond noemen wat vierkant is.
Ik heb gezegd ?kom op Jan Peter, je kunt beter, het m?et beter.?
Maar het klopt dat de kritiek destijds een eigen leven is gaan leiden, een negatieve lading kreeg en tot een zekere verwijdering heeft geleid tussen mij en Jan Peter.
Er zijn daarna wel verschillende contacten geweest, het punt is in elk geval weg, er is sprake van een werkbare verhouding.
Het is niet zo dat hij mij de voet dwars zet.
Maar het kan nog steeds beter.
Dat zeg ik opnieuw.
De club die er nu zit, heb ik bij de start een dreamteam genoemd.
Maar ook nu weer zie je dat al die kwaliteit gesmoord wordt in de waan van de dag, waar alle energie opgaat in films die er nog niet zijn en het politieke debat over boerkini?s gaat in plaats van de rol van Nederland in een grote, open, wereld.
Je niet laten gijzelen, is voor een politicus de allerzwaarste opgave.
Dat is de belangrijkste les die ik heb geleerd.?
© Fons Elbersen en Peter Kamps; gazet De Limburger 08-03-2008.
Met Gerd Leers kreeg Maastricht zes jaar geleden een activistische burgemeester, die de gestolde structuren in de stad besloot neer te halen.
Dat leverde bewonderaars, maar ook vijanden op.
Een terugblik op een turbulente periode en de voorlopige balans van een tijdperk.
VILEIN
?De Maastrichtse coterie.
Natuurlijk bestaat die nog.
In veel mindere mate dan in de jaren negentig, maar toch.
Zij vormt zowel de kracht als de zwakte van de stad.
De ene dienst is de andere waard.
Voor wat hoort wat.
Dat bindt en verbindt, maakt dingen mogelijk.
Maar omdat het niet altijd transparant is, je er geen vinger achter kunt krijgen, is het soms ook schadelijk.
Je loopt in deze stad daardoor als politicus en burgemeester elke dag op een potentieel mijnenveld.
Ik realiseer me dat, pas op dat ik geen onderdeel van dat circuit word.
Mij zijn in het verleden ook wel eens beloftes gedaan.
Nee, geen zak met geld, maar er zou wel goed voor me gezorgd worden, was de teneur.
Omkopen, nee, dat is een zwaar woord, het gebeurt heel slim, heel vilein.
Het begint met kleine aanbiedingen, etentjes, uitstapjes, het beloven van baantjes, het bezoeken van voetbalwedstrijden in gezelschap van je vrouw.
Je moet heel alert blijven om te voorkomen dat je daarin verstrikt raakt.
Ik heb vanaf het begin klip en klaar gemaakt dat ik dat niet doe.
Ik heb een sober leefpatroon, kan zonder al die luxe.?
BOEK
?Ik heb onlangs nog het boek Kreukbaar Nederland gelezen, dat twee NRC-journalisten geschreven hebben naar aanleiding van de
bouwfraude.
Onder meer het hoofdstuk ?Voor wat hoort wat?.
Over de macht van Maastrichtse en Limburgse politici in het verleden.
Ik kreeg ??n groot d?j? vu-gevoel.
Het lijkt wel alsof het pas gisteren geschreven is.
Het verhaal over wegenbouwers die in het verleden een vaste werkrelatie met de gemeente Maastricht hadden, maar in ruil daarvoor in opdracht van wethouders wel verenigingen en evenementen moesten sponsoren.
Dit soort ellende moeten we voorkomen.
Neem de recente discussie over integriteit in de Maastrichtse gemeenteraad naar aanleiding van het vertrek van Gerard van Rens en de discussie over Jan Hoen.
De kern hiervan is dat raadsleden geen actieve rol moeten vervullen waarbij de schijn van belangenverstrengeling bestaat.
Bijvoorbeeld als bedrijven voor sponsorgelden benaderd worden en men in ruil daarvoor toezeggingen doet.
Dat kan gewoon niet.
Ook niet als het geld bedoeld is voor goede maatschappelijke doelen.
Niet iedereen binnen mijn CDA was overigens gelukkig met de manier waarop ik de zaak-Van Rens aanpakte.
Laat toch gaan, werd gezegd.
Men was gebruuskeerd dat ik iemand uit het eigen kamp zo hard aanpakte.
Wat dat betreft heb ik soms moeite met mijn eigen partij, voel me daar niet altijd senang bij.
Maar ik kan als burgemeester niet boven de partijen staan en dan mijn eigen club de hand boven het hoofd houden.
Ook de laatste restjes cli?ntelisme moeten opgeruimd worden."
EENZAAM
?Het waren wel lastige maanden, ik voelde me eenzaam, kreeg weinig support en veel vuilspuiterij over mij heen.
De wethouders spraken intern wel hun steun naar mij uit, voelden zich rot, maar werden ook gegijzeld door de angst, zoals iedereen hier in huis, toen de aangiften kwamen en de rechtszaken begonnen en het conflict op die manier werd gejuridiseerd.
Het is toch te gek voor woorden: het debat over goed en fout in de politiek moet in de politieke arena worden gevoerd en niet in de rechtszaal.
En in de publieke opinie, in de kranten bijvoorbeeld.
Maar ook de pers heeft zich laten gijzelen uit angst voor de rechter.
Ik snap dat wel, ik heb die druk ook gevoeld.
En toch moet ik me de mond niet laten snoeren, zaken moeten benoemd worden, wat krom is, is krom.
Dat heb ik ook tegen mijn moeder van 83 gezegd, toen ze me belde en vroeg wat er in godsnaam aan de hand was.
Dat was emotioneel best lastig.
Ik ben natuurlijk blij dat het openbaar ministerie de zaak onderzocht heeft, dat de door het OM geraadpleegde staatsrechtgeleerden mijn aanpak grotendeels steunen en dat nu de raad aan zet is.?
BV LEERS
?Ik heb al gezegd, het gaat niet om de BV Leers, ik ben niet bezig ter meerdere eer en glorie van mezelf.
Ik ben een teamspeler, betrek ook de wethouders bij alles wat ik doe.
Maar aan de andere kant ben ik geen burgemeester van de compromissen, die dingen wegmoffelt.
Dat soort bestuurder ben ik niet.
Ik ga niet alleen met het oliekannetje rond, ben meer activistisch ingesteld, wil iets toevoegen aan Maastricht.
Dat doen burgemeesters als Ivo Opstelten in Rotterdam en Job Cohen in Amsterdam ook.
Mijn werk hier moet meer en groter zijn dan mijn leven.
Ik wil dat ik later word gezien als een burgemeester die dingen in de stad veranderd heeft, die stappen heeft gezet.
Dat beschouw ik als mijn bestuurlijke plicht, mijn verantwoordelijkheid.
Wat ik doe, moet tot iets leiden. Daarom heb ik ook die vier dossiers benoemd, die ik afgerond wil hebben voordat ik vertrek.
De sanering van Vinkenslag, het oplossen van de overlast bij de koffieshops door spreiding naar de rand van de stad, de komst van dat theater van Van den Ende en de verbetering van de regionale samenwerking.
Het is waar dat ik daarmee druk op mezelf leg en me extra kwetsbaar heb gemaakt, maar ik w?l daar ook op afgerekend worden.?
TEMPO TEMPO
?Ik heb me als burgemeester van deze stad een beperkte hoeveelheid tijd toegemeten, zeven tot acht jaar.
Je kunt jezelf wel vijftien jaar gunnen, maar dat gaat in de huidige snelkookpan niet meer, dan gaat het tempo eruit.
In die tijd wil ik een paar doorbraken bereiken.
Maar dat is lastig, je bent nooit alleen, hebt anderen nodig.
Er komen altijd wel weer hobbels op de weg.
Maar de weg der geleidelijkheid is niet begaanbaar.
Ik heb elf jaar in de Tweede Kamer gezeten.
Heb gezien hoeveel plannen daar in de lucht geworpen werden en hoe weinig gerealiseerd werd, omdat alles onder de zwaartekracht bezweek.
Ik wil w?l wat realiseren, me daarvoor moeite doen, want de burger is al sceptisch genoeg over de politiek en de overheid.
Ik heb ook gemerkt dat mensen in Maastricht dat gewaardeerd hebben, dat heeft me de energie en het plezier geschonken om door te gaan.?
TENEN
?Natuurlijk besef ik ook dat ik in die tijd op veel tenen ben gaan staan.
En daar word je niet groter van, dat krijg je terug.
In mijn positie ben je bezig met het verdelen van schaarste.
Je doet dus ook mensen tekort.
Dat is niet goed, maar wel onvermijdelijk als je ergens voor gaat.
Ik ben niet iemand die twijfelt tussen kop of munt en dan maar kiest voor God Zij Met Ons op de zijkant.
Maar als de weerstand groter wordt, dan komt er een moment dat je vastloopt.
Dat wilde ik voor zijn.
Vandaar dat ik samen met mijn vrouw lang nagedacht heb over de vraag: moet ik hier wel doorgaan of moet ik opstappen?
Ik kreeg ook signalen van buiten om naar iets anders te kijken.
Het was de moeilijkste beslissing tot nu toe in mijn leven.
Weg uit mijn geliefde Maastricht, niet meer in deze mooie burgemeesterskamer te kunnen werken, ruimte maken voor iemand anders, dat is me aan het hart gegaan.?
NIKS ZEGGEN
?Ik kreeg van verschillende kanten het advies: besluit te stoppen, maar laat je niettemin herbenoemen en vertrek vervolgens als je iets anders hebt gevonden.
Maar dat vind ik volksverlakkerij: je wel laten herbenoemen, maar de zaak niet afmaken.
Ik kan niet toneelspelen en wil het ook niet.
Iets niet zeggen is ook jokken.
Daarom heb ik gezegd: ik vertrek tussentijds, maar koppel het precieze moment van het vertrek aan het afmaken van de vier genoemde dossiers.
Ik heb wel de fout gemaakt te zeggen dat ik verwacht dat dit in 2008 al het geval zal zijn.
Dat is niet te zeggen.
Daarom solliciteer ik op dit moment ook nog niet, wat daarover ook allemaal beweerd wordt.
Dat is nog niet aan de orde.
Mijn aangekondigde vertrek beperkt ook niet mijn slagkracht.
Hoe langer het duurt voordat die vier dossiers voltooid zijn, hoe langer ik blijf.
Mijn criticasters hebben dus pech gehad.
De beste manier om mij kwijt te raken, is om mij niet langer de voet dwars te zetten, haha.
Ik strompel hier niet moeizaam naar het einde toe, voel me goed in mijn vel zitten, laat me er niet onder krijgen.
Het beste moet nog komen.?
VINKENSLAG
?Het dossier Vinkenslag, daar komen we wel eenvoudig uit, denk ik.
De sanering van het centrum is geslaagd, geldt als een nationaal voorbeeld.
We hebben een eind gemaakt aan een vrijstaat die vele decennia lang vrijelijk heeft kunnen bestaan.
Het gaat er nu alleen nog maar om de gezamenlijke rekening te betalen.
De saneringskosten zijn tien miljoen hoger uitgevallen.
Rijk, provincie en gemeente moeten samen de verantwoordelijkheid daarvoor nemen.
De uitplaatsing van de koffieshops ligt een stuk moeilijker.
Ik vind de opstelling van de Belgen hypocriet.
Je mag daar wel softdrugs gebruiken, maar niet kopen.
Dat doen ze dus bij ons.
Maar dat schiet natuurlijk niet op.
Je kunt niet de status quo handhaven, alles wegmoffelen en Maastricht met het probleem van de drugsoverlast en de drugsrunners opzadelen.
En dan moord en brand schreeuwen als Maastricht die problemen gaat oplossen.
Langzaam aan dringt dat besef ook in Belgi? door, heb ik de indruk.
De Maastrichtse binnenstad gaat nu al zo lang gebukt onder die overlast, dat kun je de bewoners niet langer aandoen.
Daarom ben ik zo blij dat dit kabinet ons met die kwestie wil helpen, het vorige kabinet ging veel te bevoogdend te werk.?
CASINO
?Ook dat theater van Van den Ende komt er, maar het kost wel tijd.
En een hoop gereken.
Want we mogen niet onverantwoord veel geld uitgeven of kannibaliseren op de huidige culturele infrastructuur.
Anderzijds hebben we dat theater gewoon hard nodig, niet alleen om de verblijfsduur van toeristen te verlengen ? minder gasten, maar wel gasten die langer blijven - maar ook als we in 2018 serieus kans willen maken om culturele hoofdstad van Europa te worden.
Kern van het probleem is dat Maastricht onvoldoende schaal heeft om 365 dagen per jaar een theater met 1.800 stoelen vol te krijgen.
Als de gemeente bij wijze van spreken 100 dagen garandeert, zijn we morgen klaar.
Maar dat kunnen we niet maken, dan kannibaliseren we ons eigen Theater aan het Vrijthof.
Vandaar dat we toch blijven geloven in de combinatie met een casino, zoals ook in Breda het geval is.
Economische studies wijzen uit dat er duizenden banen worden gecre?erd als een concept zoals Harrah?s dat bedacht heeft, in Maastricht wordt gerealiseerd.
Maar Harrah?s mag voorlopig niks doen vanwege het staatsmonopolie op casino?s, dus komt Holland Casino, nu nog op de Cauberg, als exploitant in beeld.
Valkenburg heeft voor die verhuizing financi?le compensatie gevraagd.
Iedereen verwacht echter dat Europese wetgeving het Nederlands staatsmonopolie binnenkort verbiedt en vrije vestiging mogelijk maakt.
Waarom zouden we nog betalen voor iets wat over een paar jaar onder invloed van Europese wetgeving toch gratis is??
BELANGEN
?Maar ik geef toe, het is een lastig vraagstuk.
Wij zouden de benodigde grond voor dat theater-casinocomplex desnoods voor ??n euro in het project willen inbrengen, maar dat stuk grond staat voor heel wat meer in de boeken en maakt onderdeel uit van het grotere Belv?d?re-project.
Dat project moet een vast rendement van 7 procent maken, omdat er pensioengelden en andere beleggingen achter zitten.
Gevestigde belangen wegen zwaar.
Ik snap dat ook wel, maar als burgemeester moet ik soms ook een slag verder denken.
Ik kan me in elk geval door die belangen niet laten gijzelen.
De komst van Van den Ende is in het belang van de stad, en dus ook in dat van de projectontwikkelaars.?
BALKENENDE
?Ja, natuurlijk maak ik ook fouten, we maken allemaal fouten.
Alles heeft twee kanten.
Niet alles is eenduidig.
Ik twijfel ook over dingen.
Ik weet ook dat het niet wijs was om destijds kritiek te spuien op de regeerstijl van Jan Peter Balkenende en er consequenties aan te verbinden als die niet zou verbeteren.
Maar ik heb hem niet verrot gescholden, wilde alleen niet rond noemen wat vierkant is.
Ik heb gezegd ?kom op Jan Peter, je kunt beter, het m?et beter.?
Maar het klopt dat de kritiek destijds een eigen leven is gaan leiden, een negatieve lading kreeg en tot een zekere verwijdering heeft geleid tussen mij en Jan Peter.
Er zijn daarna wel verschillende contacten geweest, het punt is in elk geval weg, er is sprake van een werkbare verhouding.
Het is niet zo dat hij mij de voet dwars zet.
Maar het kan nog steeds beter.
Dat zeg ik opnieuw.
De club die er nu zit, heb ik bij de start een dreamteam genoemd.
Maar ook nu weer zie je dat al die kwaliteit gesmoord wordt in de waan van de dag, waar alle energie opgaat in films die er nog niet zijn en het politieke debat over boerkini?s gaat in plaats van de rol van Nederland in een grote, open, wereld.
Je niet laten gijzelen, is voor een politicus de allerzwaarste opgave.
Dat is de belangrijkste les die ik heb geleerd.?
© Fons Elbersen en Peter Kamps; gazet De Limburger 08-03-2008.
Opmerking