Zo, hoever ben in nu gekomen?
Er waren ten zuiden van de Maastrichtse stadsmuur in de 13e eeuw minstens twee en mogelijk drie begijnenhoven: 1. het Sint Catharinadal (later: Faliezusters), 2. in de Sint Andrieskerk en 3. de Sint Catharina Bongart (=boomgaard).
1. het begijnenhof St.Catharinadal werd in 1472 omgezet in een Derde Orde-klooster; over de 13e en 14e eeuwse praktijk vóór dat moment is niets bekend. Het hof was gevestigd tussen de muur en de zuidelijkste Jekertak, tussen St.Pieterstraat en de Maas. Daarbij zal de uitvalsweg door de Helpoort ruim vrijgehouden zijn. Het klooster werd tussen 1647 en '52 opnieuw opgetrokken, welk gebouw nu bekend staat als Faliezusterklooster. De bijbehorende kapel was gebouwd tussen de kloostervleugel en de muur. De kapel is afgebroken maar de aanzetten zijn nog aan de vleugel te zien terwijl de achterwand van het koor nog tegen de muur staat.
2. de St.Andrieskerk bestond in de 13e eeuw. Er woonden toen begijnen in het gebouw; de kerk stond in hetzelfde veld als het Catharinadal. Het gebouw wordt na 1431 niet meer genoemd.
Het is nog steeds niet onmogelijk dat met de begijnen van de St.Andries dezelfde bedoeld worden als die van het Catharinadal.
3. de St.Catharina Bongart werd in 1251 gevestigd buiten de stadsmuur, in de driehoek eerste stadsmuur/St.Pieterstraat/Kleine Looierstraat. De stad dwong de begijnen dit grondstuk in 1265 te verlaten en al of niet met financiele compensatie (er is sprake van een legaat) herbouwden de begijnen ten zuiden van de Jeker, vlak bij de splitsing tussen de tak die de stad instroomde en die ten zuiden van de stad naar de Maas stroomde (nu ligt hier de Tapijnkazerne). De oude vestiging heette verder de "Aldenhof" en de nieuwe hof de "Nieuwenhof". De stad Maastricht had met deze dwang en afbraak van het oude hof een kerkelijke straf opgelopen, die pas opgeheven werd toen de stad een volgende verhuizing bewerkstelligde naar een plaats binnen de (intussen nieuwe) stadswal.
Deze verhuizing was ook bitter nodig omdat de Nieuwenhof door de oprukkende stadswal en de gewijzigde manier van oorlogvoeren opnieuw in de weg lag. De verhuizing vond mogelijk plaats op kosten van de stad, daar de stadstimmerman de bouw uitvoerde (1489).
Niet snel daarna drong de bisschop van Luik bij de begijnen aan op de omzetting in een klooster, dat de paus in 1568 nog eens uitbreidde tot de verplichting de clausuur in te voeren. Dat duurde nog tot 1624.
Er waren overigens ook binnen de stad begijnenhoven, bijv. in de Heggenstraat.
Blijft nog over de vraag of de begijnenhoven 1) en 3) aan dezelfde Sint Catharina gewijd waren; er zijn er 18. Dan is er mogelijk sprake van een verbinding tussen beide.
Gezien de kerkelijke straf voor Maastricht zullen de betrokken kerkelijke autoriteiten zich met de verdrijving van de Aldenhof bemoeid hebben. Dan is het ook logisch dat de vestiging van de eerste Nieuwenhof op grondgebied van St.Pieter in overleg plaatsvond.
Dank voor alle ondersteuning!
Er waren ten zuiden van de Maastrichtse stadsmuur in de 13e eeuw minstens twee en mogelijk drie begijnenhoven: 1. het Sint Catharinadal (later: Faliezusters), 2. in de Sint Andrieskerk en 3. de Sint Catharina Bongart (=boomgaard).
1. het begijnenhof St.Catharinadal werd in 1472 omgezet in een Derde Orde-klooster; over de 13e en 14e eeuwse praktijk vóór dat moment is niets bekend. Het hof was gevestigd tussen de muur en de zuidelijkste Jekertak, tussen St.Pieterstraat en de Maas. Daarbij zal de uitvalsweg door de Helpoort ruim vrijgehouden zijn. Het klooster werd tussen 1647 en '52 opnieuw opgetrokken, welk gebouw nu bekend staat als Faliezusterklooster. De bijbehorende kapel was gebouwd tussen de kloostervleugel en de muur. De kapel is afgebroken maar de aanzetten zijn nog aan de vleugel te zien terwijl de achterwand van het koor nog tegen de muur staat.
2. de St.Andrieskerk bestond in de 13e eeuw. Er woonden toen begijnen in het gebouw; de kerk stond in hetzelfde veld als het Catharinadal. Het gebouw wordt na 1431 niet meer genoemd.
Het is nog steeds niet onmogelijk dat met de begijnen van de St.Andries dezelfde bedoeld worden als die van het Catharinadal.
3. de St.Catharina Bongart werd in 1251 gevestigd buiten de stadsmuur, in de driehoek eerste stadsmuur/St.Pieterstraat/Kleine Looierstraat. De stad dwong de begijnen dit grondstuk in 1265 te verlaten en al of niet met financiele compensatie (er is sprake van een legaat) herbouwden de begijnen ten zuiden van de Jeker, vlak bij de splitsing tussen de tak die de stad instroomde en die ten zuiden van de stad naar de Maas stroomde (nu ligt hier de Tapijnkazerne). De oude vestiging heette verder de "Aldenhof" en de nieuwe hof de "Nieuwenhof". De stad Maastricht had met deze dwang en afbraak van het oude hof een kerkelijke straf opgelopen, die pas opgeheven werd toen de stad een volgende verhuizing bewerkstelligde naar een plaats binnen de (intussen nieuwe) stadswal.
Deze verhuizing was ook bitter nodig omdat de Nieuwenhof door de oprukkende stadswal en de gewijzigde manier van oorlogvoeren opnieuw in de weg lag. De verhuizing vond mogelijk plaats op kosten van de stad, daar de stadstimmerman de bouw uitvoerde (1489).
Niet snel daarna drong de bisschop van Luik bij de begijnen aan op de omzetting in een klooster, dat de paus in 1568 nog eens uitbreidde tot de verplichting de clausuur in te voeren. Dat duurde nog tot 1624.
Er waren overigens ook binnen de stad begijnenhoven, bijv. in de Heggenstraat.
Blijft nog over de vraag of de begijnenhoven 1) en 3) aan dezelfde Sint Catharina gewijd waren; er zijn er 18. Dan is er mogelijk sprake van een verbinding tussen beide.
Gezien de kerkelijke straf voor Maastricht zullen de betrokken kerkelijke autoriteiten zich met de verdrijving van de Aldenhof bemoeid hebben. Dan is het ook logisch dat de vestiging van de eerste Nieuwenhof op grondgebied van St.Pieter in overleg plaatsvond.
Dank voor alle ondersteuning!
Opmerking