Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Guliëlmuskerk 50 jaar

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Guliëlmuskerk 50 jaar

    Trouw aan Gielkeskèrk.

    Een kerk waarin iedereen zich thuis voelt, mét een pastoor die tussen de mensen staat, is geen alledaags gegeven.
    Logisch dat parochianen in Wittevrouwenveld verknocht zijn aan hun ‘Gielkeskèrk’.
    Zondag 19 oktober bestaat de ‘kleine kerk’ 50 jaar.
    In 1958 heette Scharn-Noord nog gewoon Wittevrouwenveld.
    De buurtjes rond begraafplaats Oostermaas behoorden binnen deze Maastrichtse ‘volkswijk’ niet tot de meest welvarenden.
    Als zij voor de kerk behouden moesten worden, was ingrijpen gewenst.
    De kinderrijke gezinnen uit deze straten voelden zich in doorsnee niet zo thuis in de Onze Lieve Vrouw van Lourdeskerk.
    Men voelde een standsverschil ten opzichte van mensen uit Frankenstraat, Tuindorp en Koning Clovisstraat.
    Zo kon het gebeuren dat bisschop Lemmens deze ‘volksgemeenschap’ in 1958 een eigen kerkje ‘schonk’.
    De Guliëlmuskerk aan de Aarsthertogenstraat werd gebouwd met de opbrengst van een in het hele bisdom gehouden collecte ter ere van zijn priesterjubileum.
    Achterliggende gedachte was volgens kerkelijke bronnen: vestig een laagdrempelige kerkje in een buurt waar de geestelijke en
    materiële nood het hoogst is.
    Dat lijkt misschien wat zwaar aangezet - de meeste mensen werkten hard en kwamen niet uit de woonschool - maar men toonde zich wel degelijk ontvankelijk.
    Ook al was er plek genoeg in de OLV van Lourdeskerk, die een paar honderd meter verderop stond.
    "Nu ging ik wél naar de kerk, dat had Lemmens goed gezien", zegt parochievrijwilligster Thea Savelberg (71).
    "In de grote kerk heb ik mij nooit op mijn gemak gevoeld.
    Nog steeds niet eigenlijk.
    Als ik er wel eens moest zijn, ging ik door de zijdeur.
    Anders had ik het gevoel dat ik was uitgekleed voordat ik zat."



    De Guliëlmuskerk had zeker de eerste jaren binnen Wittevrouwenveld eenzelfde functie als het door pater Serapion bestierde Gerarduskerkje voor Wyck: een laagdrempelig godshuis waar ook de ‘armen’ zich thuis voelden.
    Ook mensen uit de woonschool - Ponderosa in de volksmond - werden er gedoopt, deden er hun eerste heilige communie en trouwden er later.
    Dat had en heeft vooreerst te maken met de zielenherders, te beginnen met bouwpastoor Engelen en kapelaan Meertens.
    Thea Savelberg: "Engelen ging naar jan-en-alleman en gaf echt alles wat hij had.
    Hij hielp als mensen schulden hadden, zorgde dat er brood op de plank was bij de kinderen."
    Jaren later werd broeder Sigismund Tagage pastoor van de ‘Gielkeskèrk’.
    Dat was een intellectueel, maar toch een man die tussen de mensen stond, zeggen de parochianen.
    Savelberg: "Die gebruikte moeilijke woorden in zijn preek.
    Maar is een nederig en gewoon mens.
    Die liep hele middagen door de wijk en dat doet Mattie ook."
    Mattie Jeukens is de huidige pastoor.
    Jeukens, een franciscaan die in 2004 kwam, lijkt iemand die het in zich heeft in één rijtje te worden genoemd met geliefde voorgangers: mannen over wie jaren later nog met veel liefde wordt gepraat, net als over de twee zusters karmelietessen.
    Met de komst van Jeukens gebeurde het ondenkbare: de grote en de kleine kerk delen hun pastoor.
    Morgen is er in de grote kerk zelfs bij hoge uitzondering geen mis.
    Jeukens: "Als de kleine kerk vijftig jaar bestaat, gaan we met z’n allen daarheen, heb ik gezegd."
    Thea Savelberg: "Dat zou vroeger ondenkbaar zijn geweest: Gein mis in de groete kèrk, mèh jong.
    Dat is Mattie hè.
    Sinds Matties komst helpen we elkaar soms uit, bijvoorbeeld met het koor.
    Hij preekt ook heel begrijpelijk.
    Niet te veel geleerde woorden.
    Desnoods begint hij met een stukje uit de krant.
    Soms wordt er ook gelachen in de kerk."



    Pastoor Jeukens ziet wel verschillen tussen de grote en de kleine kerk, maar vindt dat die niet moeten worden overdreven.
    "In de Onze Lieve Vrouw van Lourdeskerk staan de kinderen misschien wat meer in het gelid.
    De Guliëlmuskerk is altijd was soepeler geweest.
    Nu het wat door elkaar begint te lopen, hoor je ook wel eens in de buurt: hè hè, wij kunnen nu ook in de grote kerk.
    Aan de andere kant leeft bij de kleine kerk dat standsverschil voort, op een heel subtiele manier ervaart men dat nog."
    Jeukens weet dat deze oude parochianen ‘hun’ kleine kerk trouw zullen blijven.
    Een harde kern vrijwilligers - bestaande uit mensen als Koen Elie, Trees van der Meulen, Marian Scharis, Jan Steps, Thea Savelberg en Math Revenick - houdt de kerk spick and span en doet grote klussen.
    Savelberg: "Iedere vrijdag koper poetsen, bloemschikken.
    Dan wordt er flink aangepoot, hoor."
    En ja, de vergrijzing is ook hier amper te stuiten.
    Op zondagmorgen zitten er gemiddeld dertig tot vijfendertig mensen in de kerk, dinsdagavond de helft.
    Maar dankzij de onvermoeibare inzet en zelfwerkzaamheid van de vrijwilligers, kan de Guliëlmuskerk nog wel een jaar of tien vooruit, gelooft pastoor Jeukens.
    Jeukens spreekt met liefde over de kleine parochie.
    "Wat mij hier meteen aansprak, is de ongelooflijke trouw van de mensen.
    Op een eenvoudige manier en met zorg voor elkaar houden ze hun kerk overeind.
    Dat blijft in een grote stad onopgemerkt, maar is heel bijzonder.
    Het is een hechte gemeenschap waar mensen nog aandacht hebben voor elkaar."

    GULIËLMUSKERK
    In 1957 werd in het hele bisdom gecollecteerd voor een ‘cadeau’ aan de jubilerende bisschop Lemmens.
    Opbrengst 337.896 gulden.
    Ruim achthonderd priesters brachten nog eens 15.000 gulden bijeen.
    Lemmens ‘schonk’ de Guliëlmuskerk aan wat toen de armste parochie was: een deel van Wittevrouwenveld.
    Zondagmorgen (19 oktober) om 9.15 uur wordt de mis opgedragen door mgr. Wiertz, oud-pastoor Tagage, diaken Prikken en de pastoor Jeukens.
    De Gele Rijders brengen een serenade, waarna in Maris Stella een receptie is.

    Mattie Jeukens.
    Franciscaan Mattie Jeukens is al weer de elfde pastoor van de vijftigjarige Guliëlmuskerk in Wittevrouwenveld.
    "Wat mij hier meteen aansprak, is de ongelooflijke trouw van de mensen.
    Op een eenvoudige manier, en met zorg voor elkaar, houden ze hun kerk overeind.
    Dat blijft in een grote stad onopgemerkt, maar is vandaag de dag best bijzonder."

    Gielkesmerret werd een begrip.
    De Sint Guliëlmuskerk in Wittevrouwenkerk staat in de volksmond bekend als de 'Gielkeskèrk'.
    De jaarlijkse Gielkesmerret is tot ver buiten de wijk een begrip.
    Het begon in 1987 op initiatief van wijlen Math Duckers en pastoor Tagage, zodat een kostbare dakreparatie kon worden gedaan. Pastoor Tagage was niet te beroerd om ook eens achter de tap te staan.
    Bij de kleine kerk is men nog steeds verknocht aan de Gielkesmerret, want onderhoud blijft een kostbare zaak.
    Op de markt traden lokale artiesten als Frans Theunisz, Beppie Kraft en Huub Adriaens gratis op.
    Ook de Guldenactie was een begrip - iedere maand de deuren langs om één gulden per huis op te halen voor de parochiekas.

    © gazet De Limburger
    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
    Thomas More
Bezig...
X