Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Edmond Bellefroid

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Edmond Bellefroid

    Edmond Bellefroid (1893 – Maastricht – 1971)

    Kunstschilder, keramist, industrieel ontwerper, monumentaal kunstenaar (keramiek), schilder, tekenaar, batikkunstenaar, keramist, ontwerper van boekbanden, boek- of stofomslagen; zelfportretten, portretten, landschappen, religie,

    Guillaume Marie Edmond Bellefroid wordt op 3 juli 1893 in Maastricht geboren, op 7 januari 1971 overlijdt Edmond Bellefroid eveneens te Maastricht.

    Opleiding: Staatstekeninstituut, Maastricht en Ecole St. Luc, Luik.
    Tijdens zijn ULO opleiding volgt hij in de avonduren de tekenlessen van Jelinger.

    In 1907 laat Graafland Bellefroid toe tot de Zondagsschool voor Decoratieve Kunsten, waar hij zijn leerlingen leert tekenen en schilderen naar model en de natuur.
    Daar ontmoet Bellefroid onder anderen Henri Jonas, Jan Crégoire, de broers Pierre en Mathias Kemp en Jos Postmes.

    In 1910 vertrekt Bellefroid naar Luik om teken- en schilderlessen te volgen aan de École Saint Luc.
    Financiële problemen binnen het gezin roepen Bellefroid na twee jaar terug naar Maastricht en dwingen hem een kantoorbaan aan te nemen in de Usines à Cokes Hollando-Belge.
    Daarnaast sluit Bellefroid zich weer aan bij de groep jonge schilders rond Rob Graafland.


    Portretfoto Guillaume Marie Edmond Bellefroid.

    Edmond de Bellefroid is een van de belangrijkste Limburgse schilders uit de tijd van het interbellum.
    Uit de schilderijen van deze schilder kan men het tijdsbeeld destilleren: armoede, ellende, honger.
    Veel van zijn werk heeft een religieuze inslag.

    Reeds in de jaren twintig manifesteert zich in zijn belangstelling voor de techniek van het batikken en voor het vervaardigen en decoreren van keramische voorwerpen zijn hang naar het decoratieve.
    Daarnaast ontwikkelt Bellefroid zich als vrij kunstenaar.
    In zijn schilderijen getuigt hij van een somber wereldbeeld, waarin de mens als geslagene, kruipende, door de maatschappij van zijn geluk beroofde, centraal staat.
    Bellefroid uit deze sombere levensvisie in de jaren dertig met expressionistische kracht, in synthetische composities, indringende, gedeformeerde vormen en sombere ombers, okers en siënna's, opgezet in dikke penseelstreken.

    Maakt in de jaren twintig en dertig gebatikte stoffen.
    Tafel- en schoorsteenkleden met voorstellingen in een expressionistische stijl.

    Woonde in Maastricht tot 1927, daarna in Neerharen; sinds 1933 weer in Maastricht.

    N.V. Kon. Sphinx-Céramique te Maastricht.
    1929 De Maastrichtse schilder Edmond Bellefroid treedt als model- en decorontwerper in dienst bij de kristal en aardewerkfabriek Sphinx, waar hij tot 1946 zou blijven.
    In deze periode, met uitzondering van de tweede wereldoorlog ontwerpt hij tenminste 35 serviezen, waarvan het merendeel is uitgevoerd.
    Hij ontwerpt serviezen voor Sphinx maar ook voor derden als HEMA, Geubels en de Bijenkorf.
    Omstreeks 1930 krijgt hij van N.V. Kristalunie Maastricht een eenmalige opdracht voor het ontwerpen van een kristallen drinkservies Straminto.
    Bellefroid weet als geen ander de grenzen op te zoeken van technische mogelijkheden in de gemechaniseerde aardewerkindustrie.

    Rond 1900 werden steeds meer kunstenaars door de keramische nijverheid aangetrokken.
    Door de industriële groei en technische vooruitgang groeide aardewerk uit tot een massaproduct.
    De uit de firma Regout (opgericht door Petrus Regout) voortgekomen Maastrichtse bedrijven Société Céramique en de Sphinx gingen zich na de Eerste Wereldoorlog toeleggen op nieuwe producten zoals sanitair en hotelporselein.
    De in 1929 door de Sphinx in dienst genomen kunstschilder Edmond Bellefroid is als geen ander verantwoordelijk voor de erkenning van het vak van keramisch ontwerper.
    Bellefroid kreeg tot taak om oude modellen te restylen en nieuwe serviezen te ontwerpen.
    Zijn veelzijdigheid spreekt uit de drie serviezen die hij vóór de Tweede Wereldoorlog heeft ontworpen.
    Bellefroid ontwikkelde het servies Maas in 1932 in opdracht van warenhuis De Bijenkorf.
    Het weglaten van oren aan de suikerpot had niet alleen een artistieke achtergrond, maar betekende tevens een besparing op de productiekosten.
    De theepot werd als één geheel gegoten.


    Theepot model Thea-1934.

    Model Thea (1934) kenmerkt zich door de strakke vormgeving in de trant van Bauhaus en Nieuwe Zakelijkheid.
    Het servies Recamier dat hij in 1939 ontwierp richtte zich op het koopkrachtige publiek met een traditionele smaak.
    Bellefroid houdt zich ook na de Tweede Wereldoorlog bezig met het ontwerpen van verschillende soorten servies, onder andere voor Sphinx.
    Zoals bijvoorbeeld het servies Wilma uit 1958.

    Edmond Bellefroid was ook leermeester van Pierre Daems.
    Daems werd in 1931 bij de Sphinx de vaste modelleur van Edmond Bellefroid.

    1933 Eerste tentoonstelling.

    Omdat Bellefroid zijn werk bij de Sphinx tijdens de oorlog niet kon uitvoeren heeft hij in die tijd veel zelfportretten gemaakt.
    Nadat tijdens de Tweede Wereldoorlog Bellefroids zoon Marcel Bellefroid (1922-1944) overleden is, maakt het expressionistische geweld plaats voor bittere berusting en aanvaarding van het leven als noodlot, uitgevoerd in vereenvoudigde, decoratieve composities en vormen en met harmonieuze kleuren.

    Ondanks de tegenslagen van de afgelopen oorlog ziet Bellefroid toch weer het licht opdagen.
    De oorlog was voor Bellefroid een zeer slechte tijd, ook omdat hij zich niet wilde aanmelden bij de "Kulturkammer".

    1946-1950 Artistiek leider op klei-atelier in Brunssum.
    In 1946 verliet Edmond Bellefroid de Sphinx om het Klei-Atelier der Staatsmijnen te Brunssum (Nikema) te leiden.
    In januari 1950 werd Daems artistiek leider en ontwerper van het Nikema atelier door vertrek van Edmond Bellefroid naar de porseleinfabriek "Mosa".


    Affiche tentoonstelling 1966.

    1950-1968 Esthetisch adviseur en industrieel ontwerper bij de N.V. MOSA porselein- en tegelfabrieken, Maastricht.
    Maakt serieproducten en unica Sinds 1964 ook de tegeldecors.
    Hij maakt ontwerpen van een uitmuntende kwaliteit.
    Bellefroid streeft altijd nar een goede vorm, een product dat in de eerste plaats praktisch is in het gebruik en degelijk wat betreft uitvoering.
    Decoratie ziet hij ale een overbodige toevoeging og hooguit als iets dat in latere instantie aan het product kan worden toegevoegd.
    Met het servies Noblesse gaat hij het verst; de uitgerekte vormen van de koffiepot, -kan en -kopjes met het schuitvormige suikerpotje behoren tot de mooiste industriele producten van Nederland.
    Op 72-jarige leeftijd ontwerpt Bellefroid een van zijn laatste ontwerpen voor MOSA, het mokkaservies Aristo.


    Servies 'Art Deco'-Mosa-45 delig.

    Op 7 januari 1971 overlijdt Edmond Bellefroid te Maastricht.
    Was ereburger van de stad Maastricht en Ridder van Oranje Nassau.
    Gaf les aan de Stadsacademie in Maastricht.
    Volgens sommigen was hij een charismatische en autoritaire persoonlijkheid.
    Gaf les aan o.a. Lou Heynens.


    Grafmonument Edmond Bellefroid - begraafplaats Tongerseweg Maastricht.
    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
    Thomas More

  • #2
    Edmond Bellefroid

    Expositie Guillaume Marie Edmond Bellefroid.

    Design uit Nederland wordt alom erkend.
    Nederlandse ontwerpers staan aan de wereldtop.
    Dit gegeven is niet van gisteren of eergisteren.
    Al in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw liep Nederland mee voorop en dat met name in het keramisch design.
    Het Limburgs Museum in Venlo zet vanaf 15 mei tot en met 6 september aanstaande Edmond Bellefroid (1893-1971) in de schijnwerpers, een van de toonaangevende designpioniers.
    Bellefroid ontwierp tussen beide wereldoorlogen in opdracht van de Maastrichtse aardewerkfabriek De Sphinx serviezen van een tijdloze, onvergankelijke schoonheid.
    Ook als schilder maakte Bellefroid faam.
    Het is voor het eerst sinds meer dan vijftig jaar dat aan deze designer en kunstenaar een expositie wordt gewijd.


    Theeservies Thea.

    In 1933 brengt De Sphinx het servies Thea op de markt, een van de meest sprekende voorbeelden van Nederlands aardewerkfabricage uit de jaren dertig.
    Thea van Edmond Bellefroid is inmiddels uitgegroeid tot dé icoon van het keramisch design uit Limburg.
    Een verzamelaar die op een rommelmarkt of in een kringloopwinkel een melkkannetje of kop en schotel uit dit servies vindt, heeft een gouden dag.
    Thea is opgenomen in veel museumcollecties.
    Voor zijn tijd is het servies verbluffend modern.
    De combinatie van knoppen en oren, de discusvorm en de combinatie van de verschillende glazuren verbazen ook nog na vijfenzeventig jaar.
    Het servies werd niet in opdracht van een bepaalde klant gemaakt, maar was bestemd voor de vrije verkoop.
    Met zijn extreme vormgeving appelleerde het aan het moderne levensgevoel.
    Het zal zeker niet gekocht zijn door de familie doorsnee, maar eerder door een maatschappelijke avant-garde en misschien toen al door verzamelaars.


    Eetservies; 12 persoons; 1935.

    Thea is maar een van de vele serviezen die Bellefroid vanaf 1931 voor De Sphinx heeft ontworpen.
    In 1934 viert de firma het honderdjarig bestaan en worden liefst elf nieuwe serviezen op de markt gebracht.
    Ook in de jaren erna werkt Bellefroid onverdroten door.
    In de Tweede Wereldoorlog staakt Bellefroid zijn werkzaamheden en leidt hij een leven van illegaliteit en onderduiken.
    Na de bevrijding van Maastricht treedt hij weer aan, maar niet voor lang.
    In 1946 maakt hij de overstap naar Klei-atelier Brunssum, waar hij ‘esthetisch leider’ wordt.
    Artistiek heeft hij daar alle vrijheid om exclusief serviesgoed te ontwerpen dat in beperkte oplages wordt vervaardigd.
    Porseleinfabriek Mosa slaagt er in 1947 in om Edmond Bellefroid op deeltijdbasis aan zich te binden.
    Drie jaar later wordt het een voltijd dienstbetrekking als blijkt dat Klei-atelier Brunssum niet rendabel is en Bellefroid te duur is voor het kleine bedrijf.
    Ook voor Mosa maakt hij ontwerpen die inmiddels designklassiekers zijn geworden.


    Oma Maas-Snackers-1937.

    Het oeuvre van de schilder Edmond Bellefroid is in de laatste jaren enigszins op de achtergrond geraakt.
    Geïnspireerd door Permeke ontwikkelde hij zich tot expressionist met een donker palet van oker, sienna en omber.
    Als reactie op Tweede Wereldoorlog schildert hij verbijsterde figuren met heftige gebaren.
    Bellefroid trad zelden naar buiten met zijn portretten, figuurstudies, religieuze voorstellingen en landschappen.
    Buiten Limburg is zijn werk zelden te zien geweest.
    Bij gelegenheid van zijn zestigste verjaardag kreeg hij een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
    De tentoonstelling Edmond Bellefroid – Veelzijdigheid in vorm en verf biedt een representatieve keuze uit het grote oeuvre van de vormgever en schilder.


    Zelfportret; oostindische inkt.

    Daarnaast is er werk te zien van tijdgenoten die hem hebben beïnvloed.
    Schilders en keramische ontwerpers zoals Chabot, Bart van der Leck, Hildo Krop en C.J. van der Hoef.
    Bij de tentoonstelling is een een rijk geïllustreerde publicatie verschenen van de hand van drs. C. Scharmann over leven en werk van Edmond Bellefroid.
    Het boek is te koop in de museumwinkel voor € 34,95 (bestellen kan, dan komen er portokosten bij).

    Limburgs Museum
    Keulsepoort 5
    5911 BX Venlo
    tel 077 352 21 12
    Limburgs Museum Venlo

    Open:
    dinsdag tot en met zondag 11:00-17:00 uur.
    maandagen gesloten.
    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
    Thomas More

    Opmerking


    • #3
      Edmond Bellefroid

      Subliem in de zuiverste vorm.

      Schilder, industrieel ontwerper, tekenaar, batiker.
      Edmond Bellefroid was een veelzijdig kunstenaar die niet de waardering heeft gekregen die hij verdient.
      Dat moet veranderen met een tentoonstelling in het Limburgs Museum en een nieuwe monografie.
      "Als ik een simpele beker zou ontwerpen, waar enige duizenden mensen genoegen aan beleven, zal ik mij zeer gelukkig voelen."
      Dat is het antwoord dat Mosa directeur Louis Regout krijgt als hij Edmond Bellefroid in 1950 vraagt ontwerper voor de fabriek te worden.
      Het typeert de kunstenaar.
      Aimabel, gevoelig, gedreven en vooral: bescheiden.
      „Sommige kunstenaars kunnen zich verkopen, sommigen niet.
      Hij was een heel beminnelijke, bescheiden man.â€


      Zelfportret; olieverf op doek.

      Joséphine-Charlotte Scharmann is de auteur van de monografie Edmond Bellefroid, veelzijdig in vorm en verf.
      Het boek is verschenen bij een expositie van de Maastrichtse kunstenaar in het Limburgs Museum in Venlo.
      De kunsthistorica vindt het onbegrijpelijk dat Bellefroid zo weinig bekendheid geniet.
      „Hij heeft veel invloed gehad, hij is een pionier.
      Hij is de eerste ontwerper die het industrieel servies een moderne vorm heeft gegeven.
      Hij is een van de belangrijkste ontwerpers van zijn generatie.â€


      Theeservies 1935.

      Haar verklaring is simpel.
      Bellefroid trad niet op de voorgrond, werkte lange tijd zelfs betrekkelijk anoniem als ontwerper voor de Sphinx.
      Limburgse kunstenaars werden in die tijd nauwelijks voor het voetlicht gebracht.
      Bovendien heeft Maastricht haar aardewerkverleden verkwanseld, vindt Scharmann.
      Collecties zijn versnipperd, de ‘meest keramische stad van Nederland’ heeft geen museum waar het werk gekoesterd wordt.
      Dat draagt eraan bij dat over Bellefroid weinig bekend is.
      Er is weinig werk van hem in musea, het meeste is (vaak buiten het zicht) in particulier bezit.
      De man waar tienduizenden mensen een kopje van in hun hand hebben gehad, is min of meer „in het niets verdwenenâ€.
      Het stond in de sterren geschreven, Edmond Bellefroid (1893-1971) - Món voor intimi - lijkt voorbestemd kunstenaar te worden.
      Hij heeft als jochie een passie voor tekenen en zijn grote droom is schilder te worden.

      Maar zijn vader verbiedt het, zijn broertjes lachen hem uit en zijn moeder probeert hem te troosten met de woorden: „Zet het toch uit je hoofd jongetje, daar hebben wij geen geld voor, dat is alleen voor rijken.â€
      Hij houdt koppig vol en krijgt zijn ouders zo ver dat hij een cursus mag volgen aan het Stadsteekeninstituut waar hij les krijgt van Robert Graafland.
      Later mag hij naar de Académie Saint-Luc in Luik, maar als zijn ouders het financieel te krap krijgen, moet hij zijn studie staken en gaat hij aan de slag als klerk.
      In zijn vrije tijd blijft hij aan zijn artistieke ontwikkeling werken.
      Niet alleen krijgt hij les in de avonduren, hij stort zich op de schilderkunst en maakt ontwerpen voor vazen, meubels, lampenkappen.
      Hij is zeer veelzijdig.
      Hij raakt gefascineerd door batik, tijdrovende en bewerkelijke textielkunst.
      Prachtige art-deco doeken en vaandels, waarvan er voor zover bekend maar zeven van bewaard zijn gebleven.


      Château Neercanne-1937-crayon op papier.

      Bellefroid is lid van de Limburgse Kunstkring, met leden als Herman Gouwe en Henri Jonas.
      Het bestaan als vrij kunstenaar is lastig.
      Om een vast inkomen te hebben wordt hij artistiek adviseur bij kunsthandel Dejong-Bergers en later docent aan de Middelbare Kunstnijverheidschool.
      Een omwenteling volgt in 1929, als hij als tekenaar aan de slag mag bij de Sphinx en het snel schopt tot chef-ontwerper.
      Met het servies Maas maakt hij voor het eerst internationaal naam.
      Sober met een oranje lijntje.
      Het grote publiek moet wennen aan deze ‘nieuwerwetse’ functionele stijl, maar het Londense Victoria & Albert museum neemt het acuut op in de collectie.


      Een recalme van de Rabobank.

      Het revolutionaire servies Thea is onmiskenbaar zijn bekendste werk dat nu alle credits krijgt, maar Bellefroid heeft er destijds ongetwijfeld hard voor moeten knokken om het geproduceerd te krijgen.
      Klassieke, en dus commerciëlere serviezen genoten de voorkeur.
      Na de TweedeWereldoorlog vertrekt Bellefroid bij de Sphinx, waarschijnlijk omdat zijn kunstenaarsgevoel te veel geweld aan wordt gedaan.
      Zijn ontwerpen zijn niet gesigneerd, hij wordt gezien als ambachtsman.
      Na een kort intermezzo bij het Klei-Atelier Brunssum start hij bij de Mosa.
      Hij blijft strijden voor een goede vorm.
      Zuiver, functioneel, esthetisch verantwoord en uitvoerbaar in het lastige materiaal porselein.
      „Bij het ontwerpen en zeker ook bij het vervaardigen der modellen gaat het mij om millimeters of nóg minder en ik ben een lastige perfectionistâ€, zegt hij.
      Ook hier moet hij knokken om zijn ontwerpen erdoor te krijgen.


      Servies Noblesse-Mosa-1957

      Zijn eerste servies Wilma is uitgevoerd in blank porselein, zonder decoratie.
      Een revolutie.
      Hij wordt uitgelachen, het naakte servies krijgt het stempel ‘onverkoopbaar’, men durft het zelfs niet te etaleren.
      Barokke serviezen met brede gouden randen en weelderig decoratie, dát is wat men wil zien.
      Maar hij houdt vol, het publiek gaat langzaam overstag en er worden internationale prijzen gewonnen.
      In 1966 mag hij het huwelijksservies van Beatrix en Claus ontwerpen.
      Tot vlak voor zijn dood blijft Bellefroid doorwerken.
      Hij kan en wil niet anders.
      Hij krijgt de laatste jaren een atelier tot zijn beschikking waar hij mag werken aan unica.
      Als altijd bescheiden.
      Het komt zelfs tot uiting als hij op hoge leeftijd tot ereburger van de stad Maastricht wordt benoemd.
      „Als mijn talent mij in staat heeft gesteld dat te doen wat in uw ogen de moeite waard is geweest, dan heb ik daar zelf geen verdienste van, dat talent heb ik immers van nature meegekregen.
      Wel weet ik dat van jongs af aan mijn weg uitgestippeld is geweest.â€


      Tegelontwerp muzikant.

      BEELDENDE KUNST
      Het moet hem pijn hebben gedaan.
      Eén van Bellefroids beroemdste serviezen Thea verscheen rond 1935 in een afgrijselijk bloemetjesmotief.
      Het revolutionaire strakke Bauhaus ontwerp, dat nu in tal van musea staat, kreeg een klassiek decor na strijd met de machtige verkoopleiders van de Sphinx, die goed wilden verkopen en dachten de smaak van het grote publiek te kennen.
      „Ik ben niet tegen versiering - de romantiek in de mens is onsterfelijk - mits deze versiering dan wel eigentijds is en dienend aan de vormschoonheid.â€

      © Vikkie Bartholomeus
      gazet De Limburger
      8 juni 2009
      Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
      Thomas More

      Opmerking

      Bezig...
      X