Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

schutterij Maastricht

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • schutterij Maastricht

    De Maastrichtse schutters bewaken de opstandige menigte op de Markt bij het grote oproer in 1539.

    Inleiding.
    In 1539 barstte te Maastricht een groot oproer los naar aanleiding van een diepgaande partijstrijd.
    Deze strijd was het gevolg van het verzet van de Maasstad tegen de centralisatie-politiek van Karel V.
    De Spaanse keizer trachtte zijn hele rijk, dat een enorme omvang had, meer en meer vanuit één punt te besturen.
    Ten tijde van keizer Karels pogingen had elke streek haar eigen rechtspraak en de inwoners waren dikwijls zeer gehecht aan hun privileges en koesterden hun opvattingen over erfrecht, landverpachting en over hoe te straffen.

    De Maastrichtse reactie op de centralisatiepolitiek.
    Maastricht had twee heren; de stad werd bestuurd door de hertog van Brabant -dat was toentertijd Karel V- en de prinsbisschop van Luik.
    Maastricht beriep zich in het verzet tegen Karel V op de oude banden van de stad met het Duitse Rijk.
    Binnen dit Rijk zou Maastricht een vrij autonome stad kunnen blijven.
    Door deze band zouden de inwoners tegen een besluit van het Brabants bestuur in beroep kunnen gaan bij het Rijkskamergerecht van het Duitse Rijk.
    Hiermee was het Brabants bestuur van de stad het allerminst eens.
    Een en ander leidde tot een aantal spraakmakende processen voor het genoemde rechterlijk beroepscollege.
    De kernvraag was: hoort Maastricht bij Brabant of bij het Duitse Rijk.
    Met hulp van de Luikse prinsbisschoppen en de Duitse Rijksdag wist Maastricht haar zelfstandigheid te behouden.
    Het conflict veroorzaakte een diepe tweedracht tussen de inwoners van Maastricht; tussen de voor- en tegenstanders van het Brabants bestuur.

    De uitbarsting.
    De tweestrijd uitte zich door een groot oproer tegen vertegenwoordigers van het Brabantse stadsbestuur.
    De Brabantse schout verloor door mishandelingen het leven toen hij iemand wilde arresteren.
    Evenzo werd een burgemeester dood geslagen.
    En er vielen enige doden meer door de opstandige menigte, die zich manifesteerde op de markt, die de kloosters binnenviel en tal van goederen opeiste of soms zelfs plunderde.
    De nieuwe burgemeester en de gezworenen vergaderden en deden alle schutters bij elkaar komen.
    De schutters moesten de nieuwe eed van trouw zweren.

    Maastrichtse schutterijen.
    De meeste Maastrichtse schuttersgilden waren gezworen van aard.
    Dat wil zeggen dat de schutters bij het lid worden van de vereniging de eed van trouw moesten afleggen aan de stadsoverheid. De gezworen schutterijen waren het handboogschuttersgilde St. Sebastiaan ( sinds 1408 ), de oude St. Joris en de jonge St. Anthonius voetboog-schutten en tenslotte het handboogschuttersgilde St. Hilarius, dat de eed in 1511 aflegde.
    Wanneer zich onraad voordeed, ontbood het stadsbestuur de gezworen schutters en herinnerde hen aan de gezworen eed.
    Om terdege op hen te kunnen vertrouwen, diende de schutters vaak alsnog een nieuwe eed van trouw af te leggen en om in de nieuw gerezen problemen de overheid bij te staan.

    Gezworen schutters en het oproer.
    Toen diezelfde nacht weer onlusten werden verwacht werden schutters op strategische punten geposteerd.
    Ook de kloosters werden goed in de gaten gehouden.
    De schutters werden door de overheid gevraagd of ze zich hiervoor met man en macht zouden inzetten.
    Wanneer van de oproerige menigte een ernstige dreiging uitging, vormden de schutters een cirkel om zich op deze wijze te kunnen verschansen.
    Vijf maal 's nachts en twee maal overdag werd op de markt en bij het Servaasklooster gewaakt met veertig tot vijftig man.
    Eén van de belangrijkste oproerkraaiers kon te Wijck gearresteerd worden en werd in de stedelijke gevangenis, genaamd "de Landscroon" in gevangenschap gezet.
    Om te voorkomen dat hij ontzet werd, moesten op drie plaatsen rond de Landscroon schutters geplaatst worden.

    Het getuigenverslag.
    Eén persoon schreef dit hele relaas op en dankzij hem zijn we thans goed geïnformeerd over de gebeurtenissen toentertijd. Deze persoon, Lens van de Blocquerieën, was een functionaris, die met dit verslag de Brabantse regering in Brussel waarschuwde.
    Hij was persoonlijk aanwezig bij het waken op de markt van Maastricht.
    Hij voegde eraan toe dat er met veertig à vijftig schutters op de markt gewaakt werd "ende stonden daer van eyn uure tot VII uure ende leeden groete kalde".
    De schuttersdienst gaat lang niet altijd over rozen.

    Besluit.
    Ook het bovenstaande geeft weer een duidelijk voorbeeld van het handelend optreden der schutters.
    Uiteraard komt het bij een gezworen schutterij vlugger voor, dat zij wordt ingezet om de belangen te verdedigen van de overheid, waaraan zij trouw heeft gezworen.
    Maar ook de niet-gezworen schutterijen van het platteland hebben dergelijke acties verricht ten behoeve van de plaatselijke overheid.

    Voor een gedetailleerdere uitleg zij verwezen naar de dissertatie van J.H.J. Geurts: 'Onsser Stadt in sulken gedranghe'. Maastricht tussen Brabant en het Rijk 1500-1550.
    (Proefschrift Katholieke Universtiteit Nijmegen 1993).
    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
    Thomas More

  • #2
    Schutterij Maastricht

    De gezworen voetboogschutterij Maastricht 1374.
    Limburgs oudste schuttersreglement meer dan 625 jaar oud.

    Van de Limburgse schutterijen resteren uit verleden eeuwen nog vele oude reglementen.
    Een daarvan is het schuttersreglement voor Maastricht uit het jaar 1374.
    Met zijn respectabele ouderdom van meer dan 625 jaar is dit thans het oudst bekende schuttersreglement in de beide Limburgen.


    Ouderdom der Brabantse schuttersreglementen
    Met zijn 625 jaar is het Maastrichtse schuttersreglement uitzonderlijk oud te noemen.
    Maastricht was destijds deels een Brabantse stad.
    In het oude hertogdom Brabant zijn slechts mondjesmaat een aantal reglementen terug te vinden die ouder zijn dan het Maastrichtse exemplaar.
    In volgorde van ouderdom zouden dit de volgende reglementen zijn: het Sint Willibrordus en Onze Lieve Vrouwegilde uit Wintelre 1325, het Onze Lieve Vrouwegilde te Leuven 1332, het Grote Gilde te Leuven 1344 en het gilde uit Den Dungen 1372.
    Hierna is dus het Maastrichtse reglement in 1374 te plaatsen.
    Uit het laatste kwart van de veertiende eeuw is ons eveneens slechts een handvol schuttersreglementen bekend, zoals het Grote Gilde te Brussel (1381), dat als wapen de voetboog kende, de Oude Boog te Lier (1384), het Sint Jorisgilde te Turnhout (1387) en het Sint Jorisgilde te Hoogstraten (1389).

    De beide Limburgen 14e eeuws.
    De thans Belgisch-Limburgse steden Sint Truiden en Tongeren kunnen evenwel bogen op de oudste vermeldingen van schutterijen in de huidige beide Limburgen.
    Het voetbooggilde uit Sint Truiden zou in 1310 zijn vermeld, het voetbooggilde van Tongeren in 1323.
    Van de Tongerense schutterij bestaat nog een reglement uit 1398.
    In Nederlands-Limburg worden ook al enkele schutterijen in de veertiende eeuw genoemd, te weten "dy oude schut', "dy myddelste schutten" en "dy alre jongeste schutten". die in de Venlose stadsrekening van 1384 genoemd worden.
    Het Venlose broederschap Onze Lieve Vrouw ingen Dahl (de huidige Venlose schutterij het Akkermans-gilde) wordt voor het eerst in 1388 vermeld.
    In Roermond tenslotte wordt 1394 een schietwedstrijd gehouden, waaraan de Jonge schutten van Venlo deelnamen.
    Het gilde- en schutterswezen is in de veertiende eeuw in opkomst in de grotere steden.
    Reeds vrij vroeg na de introductie van deze organisatie- en verdedigingsvorm voerde de stad Maastricht dit voor haar eigen ambacht van de schutterij in door het uitvaardigen van een reglement.

    Gezworen schutterijen in Maastricht.
    Maastricht heeft in haar geschiedenis diverse schutterijen gekend.
    Enkele daarvan waren gezworen schutterijen, dit wil zeggen dat de schutters een eed van trouw zwoeren aan de stad en haar bestuur.
    De volgende schutterijen waren gezworen:
    * Voetboogschutterij St. Joris
    * Handboogschutterij St. Sebastiaan, genoemd in 1408
    * Voetboogschutterij St. Anthonius, genoemd in 1415
    * Aanvankelijk handboogschutten St. Hilarius, die circa 1511 hun wapen wisselden en bussenschutten werden, ook kloveniers of arquebusiers genoemd.
    * Van de voetboogschutterij St. Martinus is niet geheel duidelijk of deze al dan niet gezworen van aard was.

    De handboog werd - zoals het woord al zegt - met de hand gespannen.
    De voetboog of kruisboog daarentegen werd gespannen met een aparte spanner, waarbij dikwijls de voet in een klem in de boog gezet kon worden om meer kracht bij het spannen uit te kunnen oefenen.
    Eenmaal gespannen had de voetboog een veel grotere reikwijdte dan de handboog: de pijl werd met meer snelheid en kracht afgeschoten.
    Nadien kwam het vuurwapen, waarvan de "bus" een voorbeeld is, waarmee de bussenschutten schoten.
    We gaan nader in op Maastrichts oudste schutterij, de gezworen voetboogschutterij.



    De kruisboogschutter spant zijn boog.
    Zijn voet houdt de boog op zijn plaats en met een afzonderlijke spanner wordt de boog onder spanning gebracht, waarna de pijl ingelegd kan worden en met kracht afgeschoten.


    Gezworen voetboogschutterij St. Joris.
    Over Maastrichts en mogelijk Nederlands-Limburgs oudste schutterij, de gezworen voetboogschutterij St. Joris, is niet al te veel bekend.
    Vooraf dient opgemerkt te worden dat in de oudste vermeldingen de heilige Joris niet genoemd wordt.
    De voetboogschutterijen in de steden zijn echter doorgaans ouder dan de handboogschutterijen, welke laatste in Maastricht in 1408 genoemd werd.
    Diverse oudere vermeldingen hebben betrekking op de voetboogschutterij, die nadien bekend is geworden met de patroonsnaam St. Joris.
    Het oudst bekende archiefstuk van een schuttersgilde in Maastricht dateert uit 1374: dit is het reglement dat onderstaand nader wordt toegelicht.
    Andere oude vermeldingen van de voetboogschutterij betreffen uitnodigingen om deel te nemen aan schuttersfeesten, namelijk in 1387 aan het schietspel te Mons (Bergen) en in 1404 het schietspel te Mechelen (B.).

    De kopie en haar omzwervingen.
    Het originele document, waarop het oude reglement was geschreven, is niet meer voorhanden.
    De tekst hiervan was met tal van andere voor Maastricht belangrijke stukken in de eerste helft van de vijftiende eeuw overgeschreven in een oud klein boekje.
    De oude geschriften werden in dit boekje handgeschreven gekopieerd door Willem in de Hage, die in 1428 als secretaris van de stad Maastricht genoemd wordt.
    Dankzij diens kopieerwerk uit het jaar 1443 zijn wij thans op de hoogte van deze oude stukken, waaronder het oudste schuttersreglement.
    Het boekje kwam rond 1900 aan het licht toen Gustaaf Regout het kasteel Meerssenhoven tussen Bunde en Itteren aankocht en hij aldaar oude archiefstukken aantrof, die hij aan het Rijksarchief te Limburg afstond.

    De "schutten carte van Triecht"
    Het reglement is getiteld: "Dit is der schutten carte van Triecht'.
    In een reglement of zogenaamde kaart worden de rechten en plichten van de schutters opgesomd.
    In het tweeherige Maastricht werd het reglement verleend door voogd, schouten, schepenen, burgemeesters, raadslieden en gezworenen van zowel het Brabants als het prinsbisschoppelijk bestuur in Maastricht.
    De reglementering diende ter bevordering van het "ambacht'.
    Uit de diverse ambachten, de vakwerklieden per beroepsgroep verenigd, is de schutterij ontstaan.
    Maastricht werd in 1229 ommuurd.
    De ambachten leverden de mensen om de wallen en poorten in tijden van nood te bewaken.
    Twee jaar voor het schuttersreglement (in 1372) werd bepaald dat wanneer de stad in oorlog geraakte en de ambachten in expeditie de stad uittrokken, geen burger - rijk of arm - zich hieraan mocht onttrekken of hij nou als ambachtsman met de stoet mee moest trekken of in de stad bleef en aldaar moest bijdragen aan de bewaking en verdediging.


    De handboogschutter (l.) en de kruisboogschutter (r.).
    Met de handboog konden circa twaalf pijlen geschoten worden eer de voetboog eenmaal gespannen was.
    Een pijl uit de voet- of kruisboog had echter een grotere kracht.


    Ondersteunen bij oorlogshandelingen
    Nieuwe leden aannemen of oude ontslaan ging enkel met toestemming van het raadsbestuur.
    De schutters hoefden geen belasting te betalen, niet te waken of andere diensten te verrichten, zoals meegraven aan de grachten van de verdedigingswerken, hetgeen de overige burgers van de stad wel als gewone taak kenden.
    Als echter de stad in oorlog kwam dan dienden de schutters te helpen tegen halve soldij.
    Mocht in het belang van de stad in het kader van deze oorlogshandelingen een "legertje" buiten de poort trekken om elders slag te leveren dan trokken de schutters mee, van stadswege voorzien van wagens en karren voor hun wapens en ander krijgstuig en op kosten van de stad dagelijks voorzien van kost en onderhoud.
    Mocht één van de twee heren van Maastricht in oorlog geraken (namelijk de hertog van Brabant of de prinsbisschop van Luik) dan waren de schutters vrij om deze heer in zijn strijd te steunen tegen de gebruikelijke soldij.
    Indien de stad een vijandelijke aanval vreesde moesten de schutters de stadspoorten bewaken met hun wapens en bogen, ook weer tegen betaling.

    Betalingen door de stad.
    De schutterij oftewel het ambacht van de schutten was georganiseerd volgens het principe van een ambacht of gilde.
    Aan het hoofd stonden twee meesters.
    Deze mochten enkel mensen aannemen of ontslaan uit hun ambacht met toestemming van schouten en burgemeesters.
    De schutterij ontving een halve aam wijn met Pinksteren en een met Kerstmis, de schutters ontvingen een betaling met St. Jan (24 juni) en met Kerstmis, buiten hun zogenaamde soldij indien zij in oorlogstijd stad of heer bijstonden in de strijd.
    Als tegenprestatie dienden de schutters zich te voorzien van hun wapens en moesten zij zonder voorbehoud de stad gedurende de oorlog dienen.
    Namens beide heren van Maastricht werd het zegel aan deze open brief aan de stadsburgers gehangen, waarin de rechten en plichten van de schutters werden opgesomd.
    Aldus werd bezegeld in 1373 op de maandag na Sint Antonius abt (17 januari).


    Helpoort en de Jekertoren te Maastricht.
    In 1229 werd gezien de militaire betekenis van de stad toestemming verleend om Maastricht te ommuren.
    In tijden van onrust dienden de schutters de stadspoorten te bewaken.


    Het belang van de stad.
    Middels dit reglement poogde het stadsbestuur de deelname van de burgers aan de schutterij te bevorderen door betalingen in natura (wijn) en in geld (soldij).
    Het belang van de stad was er namelijk mee gediend en de ambachten waren niet altijd even happig om hun werkzaamheden in de steek te laten om met de heer mee op krijgstocht te trekken.
    Mede om deze reden zijn uit de ambachtsgilden afzonderlijke schutterijen ontstaan.
    De vrijstelling van officiële diensten, die voor iedere poorter van de stad golden, was een belangrijk maar vrij ingrijpend middel voor de stad om de schutterij te propageren, omdat daardoor een wezenlijk onderscheid tussen de stadsbewoners werd gemaakt.
    Daarom werd slechts in enkele Brabantse steden zoals Antwerpen, Breda en Aarschot de schutters vrijstelling van het betalen van belasting in het vooruitzicht gesteld, evenals in Tongeren, waar de schutters niet hoefden te waken noch belasting betalen, evenals hun collega's in Maastricht.

    Militaire verplichtingen.
    De oprichting wegens militaire motieven, zoals we die in het Maastrichtse reglement nadrukkelijk terugvinden, kwam bij diverse Middeleeuwse schutterijen voor, met name in de veertiende, vijftiende en ook nog in de zestiende eeuw.
    Kijkend naar de tijd waarin het Maastrichtse reglement is vervaardigd, zien we ook in de veertiende eeuwse Brabantse schuttersreglementen van het Grote Gilde van Leuven en het Sint Jorisgilde Hoogstraten, dat melding wordt gemaakt van het verplichte verlenen van bijstand aan de stad en de heer.
    Veel Middeleeuwse stedelijke schuttersgilden kennen militaire taken van diverse aard. zoals het waken, met name in oorlogstijd en dikwijls tegen vergoeding.
    De heervaart is een andere genoemde militaire verplichting.
    De heervaart was een soort dienstplicht en hield in dat in tijden van oorlog de graaf of landsheer een aantal mannen per ambacht verplichtte om voor korte duur krijgsdienst te verrichten.
    De stad diend voor deze tocht de wagens ter beschikking te stellen en vergoedde de schutters een bepaalde soldij.


    Heervaart.
    Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
    Thomas More

    Opmerking


    • #3
      Schutterij Maastricht

      De Maestrichtsche DD Stadsschutterij is op de derde dinsdag van september 1990 op een wel heel bijzondere manier naar buiten getreden, en wel als eerste korps op het Haagse Binnenhof in de erewacht ter verwelkoming van de stoet met de Gouden Koets.

      En daarbij heeft de schutterij qua uniformen, discipline en 'mooiste geheel' beslist niet ondergedaan voor de detachementen van de verschillende legeronderdelen.
      En heeft daarmee een keurig visitekaartje van Limburg en Maastricht in Den Haag afgeleverd.


      Hoe het kwam.
      De eerste contacten met de Koninklijke Marechaussee met betrekking tot dit optreden werden gelegd eind oktober 1989.
      De Koninklijke Marechaussee vierde in 1989 haar 175-jarig bestaan.
      Een voor die gelegenheid georganiseerde tournee van 'vieringen' in diverse steden in den lande werd afgesloten met een 'feestweek' in Maastricht, waar 175 jaar geleden de eerste compagnie c.q. Marechausseebrigade werd opgericht.
      Die feestweek begon met de opening van een tentoonstelling over '175 jaar Marechaussee' door Generaal-Majoor Rademaker, de Commandant Koninklijke Marechaussee, tevens Gouverneur der Residentie.
      (Hij en onze Commissaris der Koningin zijn de twee enige 'gouverneurs' in Nederland).
      Die tentoonstelling vond plaats in de voormalige Dominicanerkerk en was gedeeltelijk samengesteld in samenwerking met het gemeente-archief van Maastricht.
      Op de geëxposeerde foto's van koninklijke bezoeken aan Maastricht rond de eeuwwisseling marcheerden en stonden de Koninklijke Marechaussee en de Maestrichtsche dienstdoende Stadsschutterij gebroederlijk zij aan zij om Hare Majesteit (Koningin Emma) met gepaste eer te ontvangen.
      Bij het gezamenlijk bekijken van de tentoonstelling door de staf van de Koninklijke Marechaussee en bestuur en officierskorps van de Maestrichtsche DD Stadsschutterij is het idee voor 'Den Haag' geboren.
      Tijdens de feestweek waren er diverse optredens en demonstraties van de Koninklijke Marechaussee op het Maastrichtse Vrijthof.
      De feestweek werd afgesloten op donderdag 26 oktober 1989 -het besluit tot oprichting van de Koninklijke Marechaussee door Koning Willem l dateert van 26 oktober 1814- met een parade van vier korpsen (de Maastrichtse Politiekapel, de Belgische Rijkswacht, de Koninklijke Marechaussee en de Maestrichtsche DD Stadsschutterij) op het Vrijthof van Maastricht.
      De schutterij presenteerde er een speciaal voor die gelegenheid ingestudeerde show-exercitie.
      Na afloop waren de vier korpsen, en o.a. ook Gouverneur Rademaker, te gast in het mooie eigen verenigingsgebouw van de schutterij, het 'Stadssjöttershoes' aan de Brusselsestraat 10d.
      En daar werd natuurlijk het mogelijke present zijn in Den Haag op Prinsjesdag 'warm gehouden'.
      Uiteindelijk ontving de schutterij eind maart 1990 de definitieve uitnodiging.
      De perfecte uitvoering van de show-exercitie en de fijne sfeer in het Stadssjöttershoes hadden Gouverneur Rademaker, en terecht, blijkbaar genoeg vertrouwen ingeboezemd.
      Na afloop van het laatste bondsfeest werden de exercitieoefeningen van de schutterij tijdelijk nog consciëntieuzer dan anders.


      Presenteer......Geweer!

      Er werd getraind op minutenlang 'presenteer geweer' staan, en kwartieren lang in de eerste rust.
      De schutters zouden op het Binnenhof niet meer voor verrassingen komen te staan, want kapitein-commandant Coen van Thor (met 'knievel') instrueerde zijn mannen op zo levendige wijze volgens het centimeterdikke draaiboek van 'Den Haag' dat iedereen perfekt wist wat er stond te gebeuren en de Gouden Koets, bij wijze van spreken, met gesloten ogen zou kunnen zien langskomen.
      Ook uniformen en schoenen werden tot in de perfektie behandeld en door de sergeant-fourage-meester tot in Den Haag in bewaring gehouden.


      Voorwaarts......Mars!

      De dag zelf.
      Vroeg uit de veren, want om 6 uur 's ochtends werd per bus vanuit Maastricht naar Den Haag vertrokken.
      En alvorens te vertrekken werd zelfs nog eens aangetreden ter installatie van een nieuw lid.
      De reis naar Den Haag verliep voorspoedig, maar het oranjezonnetje liet het afweten; het weer was nogal dreigend.
      Alle aan het ceremonieel deelnemende groeperingen, en dus ook de Maestrichtsche DD Stadsschutterij, moesten om 10 uur ter inspectie aantreden.
      Deze inspectie kreeg voor de Maastrichtse schutterij op een plezierige manier een bijzonder vlot en voorspoedig verloop: de kapitein Stapel, die namens Gouverneur Rademaker de inspectie uitvoerde, was daarmee in enkele seconden klaar.
      Zonder enige op- of aanmerking, maar integendeel, vol lof en complimenten.
      Zo verging het althans (als enige) de Maestrichtsche DD Stadsschutterij.
      Om half twaalf werd in colonne vertrokken naar het Binnenhof.
      Langs de route was er een enthousiast onthaal; de Limburgse aanwezigheid in de majesteitelijke erewacht schonk blijkbaar schutterij en toeschouwers voldoening.


      Zo zag TV-kijkend Nederland de DD Stadsschutterij als erewacht op het Binnenhof.

      Jammer genoeg voor de aanhang thuis werd de opkomst van de schutterij op het Binnenhof niet rechtstreeks op de T.V. uitgezonden, wel waren er 's avonds in het journaal en de aktualiteitenrubriek beelden waarop de schutterij te zien was.
      Overigens was de direkte aanhang van de schutterij -de dames van de schutters- ook in Den Haag op het Binnenhof aanwezig.
      Het wachten was nu op de komst van de stoet met de Gouden Koets waarin Hare Majesteit Koningin Beatrix en Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Claus.
      Dat duurde niet al te lang, maar jammer was wel dat er tijdens de aankomst van de stoet op het Binnenhof een geweldige stortbui op de sjakko's en de pas gestoomde uniformen van onze Limburgse schutters neerplensde.
      Maar, o wonder, net toen het hoefgetrappel van het achtspan van de Gouden Koets de komst van de Koningin aankondigde hield het op met regenen.
      Volgens de schutters was de Koningin zichtbaar aangenaam verrast bij de eerste aanblik van haar erewacht.
      Dat maakte het urenlang in de houding staan draaglijk, en zo kon ook de rest van de dag voor de Maestrichtsche DD Stadsschutterij niet meer kapot.
      Bij een informeel samenzijn in de middaguren ontving de schutterij een kompliment voor haar optreden van Gouverneur Rademaker.
      En voorzitter Gorten van de Maastrichtse schutterij drong er bij de Gouverneur op aan dat bij een eventuele volgende keer ook het koninklijke bataljonsvaandel van de schutterij mee het Binnenhof op zou moeten mogen.
      De terugreis verliep voorspoedig en terug in Limburg werden de schutters en hun dames door het bestuur van de Maestrichtsche DD Stadsschutterij getracteerd op een sfeervol en smakelijk diner.
      Een waardige afsluiting van een zeer bijzondere dag.
      Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
      Thomas More

      Opmerking


      • #4
        Voetboogschutterij St Joris

        In de zomer van 2007 is in het RHCL een tentoonstelling geweest van laat middeleeuwse tekeningen in de groeven van de Sint Pietersberg getiteld 'Zotheid in de duisternis'. ( http://www.ru.nl/wetenschapsagenda/j...eke_collectie/). In 2010 zijn deze tekeningen ook te zien geweest in het museum van de Stichting Oud Sint Pieterop de Lichtenberg. Een van die tekeningen is deze:



        In het Limburgs Schutterstijdschrift (editie 3 van 2007) is een artikel met de titel 'Roettekening Sint Joris betreft schuttersheilige'. In dit artikel wordt de tekening van Sint Joris die tegen de draak vecht gekoppeld aan het schuttersgilde Sint Joris. Lees hier het artikel (pdf bestand, 5.57 mb, pagina 6 en 7, in het document pagina):
        http://www.schutterstijdschrift.com/...076.pdf#page=8

        Opmerking


        • #5
          Heel interessant om te lezen. Zonder Herman's link zou ik niet gauw in dat tijdschrift zijn gaan bladeren!

          Opmerking


          • #6
            Sint Sebastiaan 1408

            In het Limburgs schutterstijdschrift wordt ook aandacht besteed aan de Koninklijke Sociëteit van Handboogschutters Sint Sebastiaan 1408, de oudste Limburgse Koninklijke schutterij en wel in een uitgebreid artikel in de uitgave 1 van 2008, pagina 33 - 35 (pdf bestand 3,37 mb):
            http://www.schutterstijdschrift.com/...78.pdf#page=35

            Opmerking

            Bezig...
            X