Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Verdwenen schatten

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Verdwenen schatten

    Elders kwam het Byzantijns dubbelkruis ter sprake, dat ooit het belangrijkste stuk in de kerkschat van de Onze-Lieve-Vrouwekerk was. Hier een opsomming van verdwenen schatten:
    1. Het Byzantijns dubbelkruis dus. Meer info hier.
    2. Het Byzantijns 'Kruisje van Constantijn' in een 11e/12e eeuws gouden triptiekje. Samen met het dubbelkruis in 1837 aan de paus geschonken.
    3. Een 12e eeuws evangelarium, met op de omslag een romaanse 'Majestas Domini' (ivoorsnijwerk), en andere oude handschriften, eertijds in het bezit van het OLV-kapittel, nu in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
    4. Een reliekhouder in de vorm van een Romeinse triomfboog, geschonken door Einhard, biograaf van Karel de Grote, aan de Sint-Servaaskerk. 'Verdwenen' in de 18e eeuw. Zelfs de enige overgebleven tekening bevindt zich niet in Maastricht, maar in de Bibliothèque Nationale in Parijs.
    5. De 4 zijstukken behorende bij de Noodkist. De 12e eeuwse verguld koperen panelen stonden in de Middeleeuwen opgesteld ter weerszijde van de Noodkist op het hoogkoor. In 1843 door de pastoor van de Sint-Servaas verkocht aan een handelaar en via de collectie van prins Soltykoff in het Museum voor Kunst en Geschiedenis in Brussel terechtgekomen.
    6. De 8 zilveren platen van het voetstuk van de buste van Sint-Servaas. Het beeld werd in 1579 zwaar beschadigd door de soldaten van Parma. Parma betaalde voor de restauratie, maar de originele 14e/15e eeuwse zilveren platen met afbeeldingen uit het leven van Sint Servaas bevinden zich in het Museum für Kunst und Gewerbe in Hamburg.
    7. Het 'Vera Icon' schilderij uit de school van Jan van Eyck, eertijds in de schatkamer van de Sint-Servaas. In 1817 door ex-kanunnik Maurissen verkocht en sinds 1827 in de Königliche Gemäldegalerie in Munchen (nu: Alte Pinakothek).
    8. De bronzen, zevenarmige kandelaar, oorspronkelijk in de Franciscanenkerk. De 15e eeuwse kandelaar was een werkstuk van één van Maastrichts beroemdste kunstenaars: Aert van Tricht (doopvont kathedraal Den Bosch, koorhek kathedraal Xanten, lessenaar Cloisters New York). Verdwenen. Het enige kunstwerk van Aert van Tricht, dat zich nog in Maastricht bevindt is de doopvont in de OLV-kerk, maar die is vrijwel gestript van alle versieringen...
    9. De 11 gouverneursportretten, eertijds in het gouvernement, nu in het jachtslot Fasanerie bij Fulda. In 1798 door de laatste gouverneur, de prins van Hessen-Kassel, meegenomen. De schilderijen zijn op één na geschilderd door Johann Valentin Tischbein.
    10. De schedel van de Mosasaurus 'le grand animal de Maestricht', gevonden in de Sint-Pietersberg in 1770 en door kanunnik Godding in 1795 aan de Fransen afgestaan. Thans in het Musée d'histoire naturelle in Parijs. Eerder was al een kaak in het Teylers Museum in Haarlem terechtgekomen.


    1, 2 & 3: Rome, Rome, Den Haag


    4 & 7: ? (tekening in Parijs), München


    5 & 6: Brussel, Hamburg


    9: Fulda


    10: Haarlem, Parijs

    Niet opgenomen in het lijstje zijn alle gouden en zilveren kunstvoorwerpen in kerkelijk bezit, die in de Franse tijd omgesmolten werden om de oorlogsschattingen te kunnen betalen. Niet opgenomen zijn ook alle beelden, schilderijen, kunstvoorwerpen, enz, die door Maastrichtse kunstenaars gemaakt zijn, maar altijd al bestemd waren voor opdrachtgevers elders. Ook niet opgenomen zijn de 24 schilderijen van Pyke Koch, die de tandarts Taeke Botke in zijn woonhuis/privémuseum aan de Bredestraat had verzameld. Ze waren natuurlijk gewoon privébezit en Botke had alle recht ze te verkopen, maar toch jammer dat nog niet één Koch in het Bonnefanten is terecht gekomen... En, tenslotte, ook niet opgesomd zijn de ongeveer 60 schilderijen van Italiaanse en Zuid-Nederlandse meesters, die in 2003 uit het Bonnefantenmuseum verdwenen, omdat ze ooit hadden toebehoord aan de Joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker; ze waren gewoon niet van ons.

    Maar er is vast meer. Vul maar aan!

  • #2
    Voor de volledigheid toch nog maar even de Bronnen:
    • Hackeng, R. (red.), Groot Verhalenboek van Maastricht. Zutphen, 2010
    • Hartog, E. den, Romanesque Sculpture in Maastricht. Maastricht, 2002
    • Koldeweij, A., P. van Vlijmen (red.), Schatkamers uit het Zuiden. Utrecht, 1985
    • Kreek, M. de, De kerkschat van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Maastricht. Utrecht/Amsterdam, 1994
    • Mekking, A., De Sint-Servaaskerk te Maastricht. Utrecht/Zutphen, 1986
    • Minis, S., De terugkeer van de gouverneurs. Maastricht, 1998
    • Schutgens, K. e.a., TimmersWerk. Sittard, 2007
    • Timmers, J., De kunst van het Maasland. Assen, 1971
    • Timmers, J. (red.), Synthese. Heerlen, 1977
    • Ubachs, P., I. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht. Zutphen, 2005

    Opmerking


    • #3
      Verdwenen schatten

      Waarom staat de zilveren herinneringsbeker van het Beleg van Maastricht 1632 in het Fries Museum te Leeuwarden te pronken?



      =+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=

      Waar is het zwaard van Charles de Batz de Castelmore gebleven?

      =+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=

      En de Maastrichtse schrijver en fotograaf H. Reinders is ook al een tijd op zoek naar de verdwenen zilveren apostelen, die zich ooit in de Sint Servaaskerk bevonden zouden hebben.
      Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
      Thomas More

      Opmerking


      • #4
        Van die eerste twee weet ik niks, maar die 'zilveren apostelen' slaat misschien op de zilveren reliekhouders in de vorm van bustes, die het OLV-kapittel bezat? Dr Mieke de Kreek (zie bronvermelding hierboven) heeft de hele kerkschat van de Slevrouwe bestudeerd en beschreven, en daarin komt maar één 'zilveren apostel' voor: een verzilverde reliekbuste van de apostel Bartholomeus. Verder reliekbustes van Maria Magdalena (geen apostel, ook al wil Dan Brown ons dat doen geloven ), Lambertus, Hubertus, Barbara en Catharina, en die zijn volgens De Kreek allemaal in 1795 in de smeltkroes verdwenen.

        Ah, pardon, ik zie nu dat het over zilveren apostelen in de Sint-Servaas gaat. De geschiedenis van die kerkschat is beschreven door A.M. Koldeweij in een boek met een hele lange titel: Der gude Sente Servas. De Servatiuslegende en de Servatiana: een onderzoek naar de beeldvorming van een heilige in de middeleeuwen. De geschiedenis van de Kerkschat van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, deel 1 en dat boek heb ik niet.

        Opmerking


        • #5
          Mooie lijst, El Loco, daar moet ik eens op studeren. Intussen maakt Sjef de kachel aan...
          Oorspronkelijk geplaatst door SJEF Bekijk bericht
          1. Waarom staat de zilveren herinneringsbeker van het Beleg van Maastricht 1632 in het Fries Museum te Leeuwarden te pronken?
          2. Waar is het zwaard van Charles de Batz de Castelmore gebleven?
          3. En de Maastrichtse schrijver en fotograaf H. Reinders is ook al een tijd op zoek naar de verdwenen zilveren apostelen, die zich ooit in de Sint Servaaskerk bevonden zouden hebben.
          Ad 1. Die beker heeft een inscriptie in het Duits en kan door een willekeurige militair of burger bij een willekeurige zilversmid in opdracht gegeven zijn. Slechts die inscriptie relateert hem aan Maastricht, maar waarom zou hij hier thuis horen? (Voor het zelfde geld kan iemand in Keulen zich afvragen waarom in Maastricht een gevelsteen te zien is die verwijst naar de stad Köln). Maar ik zal er eens achteraan gaan, want ik wil wel graag wat méér weten.

          Ad 2. De 'vondst' in Maastricht van het zwaard van d'Artagnan was enkele jaren geleden een zeer geslaagde 1 April-mop! Maar als het al bewaard is gebleven, dan is het ongetwijfeld overgegaan op een van de zonen. Een dergelijk kostbaar zwaard bleef niet achter op het slagveld, laat staan dat de man ermee is begraven.

          Ad 3. Reinders is kennelijk goed in het in leven houden van volslagen achterhaalde theorieën en Maastrichtse mythen. Voor het verhaal achter dit verhaal zie http://forum.mestreechonline.nl/show...p?t=814&page=3, # 60.

          Opmerking


          • #6
            Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers Bekijk bericht
            Ad 3. Reinders is kennelijk goed in het in leven houden van volslagen achterhaalde theorieën en Maastrichtse mythen. Voor het verhaal achter dit verhaal zie http://forum.mestreechonline.nl/show...p?t=814&page=3, # 60.
            Ik kende het verhaal en ik las hier lang geleden de 'ontkrachting van de mythe'. Toch vind ik deze ontkrachting maar deels geslaagd. Als mensen naar de beelden gezocht hebben, maar ze niet hebben gevonden, dan betekent dat toch niet dat er automatisch sprake is van een mythe? (Overigens kan ik me goed voorstellen dat dit een mythe is, de bewijsvoering ervoor rammelt echter m.i. in het aangehaalde stukje. Het kan natuurlijk zijn dat dit maar een deel van de demythologisering is.... Ik bezit helaas het aangehaalde boek niet. Ingrid, heb je er nog eentje liggen?).

            De vraag die mij aan de orde lijkt is of er iets bekend is van die zilveren beelden en hoe de mythe ontstaan is.

            Opmerking


            • #7
              A.M. Koldeweij, Der Gude Sente Servas...

              Oorspronkelijk geplaatst door El Loco Bekijk bericht
              Ah, pardon, ik zie nu dat het over zilveren apostelen in de Sint-Servaas gaat. De geschiedenis van die kerkschat is beschreven door A.M. Koldeweij in een boek met een hele lange titel: Der gude Sente Servas. De Servatiuslegende en de Servatiana: een onderzoek naar de beeldvorming van een heilige in de middeleeuwen. De geschiedenis van de Kerkschat van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, deel 1 en dat boek heb ik niet.
              Het boek lag 'recent' nog in de ramsj bij De Slegte, dus misschien kun je het daar nog vinden?

              Overigens beperkt Koldeweij zich expliciet tot de zogenaamde 'Servatiana' en dat zijn er zó veel, dat het (mooie) boek 358 pp. omvat. De mythische zilveren apostelen worden noch in het register, noch in de tekst genoemd.

              Opmerking


              • #8
                Oorspronkelijk geplaatst door burgemeester Bekijk bericht
                De vraag die mij aan de orde lijkt is of er iets bekend is van die zilveren beelden en hoe de mythe ontstaan is.
                Misschien hadden we de tegenargumenten wat breder weer kunnen geven. Het is echter de bedoeling dat men niet alleen kennis neemt van onze tekst, maar ook van de noten, burgemeester. Het verhaal komt, voor zover mij nu bekend, het eerst voor in Pierre Kemp, Limburgse sagen en legenden, Maastricht ca. 1970 (oorspronkelijke uitgave 1925), 289-290. Waar hij het vandaan heeft, is niet na te gaan. Hij geeft alleen wat algemene bronverwijzing in zijn voorwoord, niet bij de verschillende sagen en legenden.

                Voor de ondersteunende literatuur ter ontkrachting van het apostelenvehaal verwijs ik je in Maastrichtse Mythen naar noot 92. Ik heb niet de moed het allemaal hier uit te typen.

                Grappig is overigens dat men altijd weer dat verhaal over die zilveren apostelen hoort, terwijl Kemp die vergezeld laat gaan van een even groot gouden Christusbeeld. Dáár hoor je nooit iets over.

                Maastrichtse Mythen (Evers/Ubachs, 2003) is al jaren uitverkocht. Dat is ook de enige reden dat het boek(je) met toestemming van de auteurs integraal op deze site staat. Af en toe is er wel eens een tweedehands exemplaar te vinden. Ik betaalde zelf enkele jaren geleden € 18 op de rommelmarkt in Tongeren.

                Opmerking


                • #9
                  Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers Bekijk bericht
                  Intussen maakt Sjef de kachel aan...

                  Ad 2. De 'vondst' in Maastricht van het zwaard van d'Artagnan was enkele jaren geleden een zeer geslaagde 1 April-mop!
                  Maar als het al bewaard is gebleven, dan is het ongetwijfeld overgegaan op een van de zonen.
                  Een dergelijk kostbaar zwaard bleef niet achter op het slagveld, laat staan dat de man ermee is begraven.

                  Ad 3. Reinders is kennelijk goed in het in leven houden van volslagen achterhaalde theorieën en Maastrichtse mythen.
                  Voor het verhaal achter dit verhaal zie http://forum.mestreechonline.nl/show...p?t=814&page=3, # 60.
                  Het wordt wat kil, dus ik dacht: laat ik de kachel vast aanmaken .

                  Ad 2.
                  De vondst van het degen (en niet zwaard) was de aprilgrap uit 2009, bedacht door de amateurhistoricus Ted Reckman en de weekbladen 'De Maaspost' en 'De STER'.
                  Zelfs in Japan bleef het nieuws niet onopgemerkt.
                  André Rieu, die daar op dat moment op tournee was, hoorde het nieuws en gaf aan de degen te willen kopen.

                  Ad 3.
                  Deze vermelding was zo overduidelijk niet serieus bedoeld door mij, en toch namen jullie het voor waar aan...
                  ... totdat Ingrid de 'mythe' doorbrak.
                  Het boek "op zoek naar de twaalf apostelen" is inderdaad een thriller, geschreven door Huub Reinders en gebaseerd op de sage die Pierre Kemp eerder publiceerde in 1925.
                  Voor het krantenartikel over Huub Reinders, klik hier, om het als PDF te lezen of te downloaden.

                  =+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+=+

                  Van de twaalf zilveren Apostelen en de gouden Christus.

                  Deze schat ligt onder de Sint-Servaaskerk te Maastricht en moet gevonden worden langs de zogenaamde Groene Weg.
                  De Groene Weg zou gevonden zijn, maar er is niet in door te dringen.
                  Personen die erin afdaalden, moesten haastig opgetrokken worden, wijl zij anders gestikt waren.
                  Bossen stro, in brand gestoken om de gassen die er vermoed werden, weg te branden, doofden in de diepte uit; zo'n stiklucht heerste daarbeneden.
                  Ook heet het dat menigeen zich arm gezocht heeft naar de 'groene weg', namelijk door heel zijn fortuin te besteden aan vruchteloze opgravingen ernaar.
                  Iemand die het drievoudige ambacht van smid, kuiper en metselaar uitoefende, ontving op een avond bezoek van een pater, die hem vroeg of hij terstond mee wilde gaan om een gewichtig werk te verrichten.
                  Hij moest tevens beloven omtrent hetgeen hij zien zou de diepste geheimhouding te bewaren.
                  De man beloofde het, waarop hij werd geblinddoekt en naar een buiten wachtend rijtuig geleid; hij en zijn begeleider stegen in.
                  Wel een paar uur lang reed het rijtuig voort of rond; dan over geplaveide straten, dan over mulle wegen, zodat de werkman met geen mogelijkheid gissen kon waarheen hij werd gevoerd.
                  Ten slotte hield het rijtuig stil: hij moest uitstappen.
                  Een poort hoorde hij openen en sluiten.
                  Daarop werd hij ook weer gedurende geruime tijd trap op en trap af geleid en door vele gangen gevoerd.
                  Eindelijk scheen hij te zijn gekomen waar hij wezen moest.
                  Nadat een zware deur achter hem was gesloten, nam zijn begeleider hem de blinddoek van de ogen.
                  Hij bevond zich in een lage kelder.
                  In die kelder zag hij een dertiental vaten.
                  In een ervan stond een groot gouden Christusbeeld; de andere bevatten elk een even groot zilveren beeld van een der twaalf apostelen.
                  De pater beval hem daarop de beelden goed in de vaten te sluiten.
                  Nadat dit was geschied, deed hij de man de ingang van de kelder dichtmetselen; alle materiaal daarvoor stond reeds klaar, alsmede een emmer witkalk om er de dichtgemetselde ingang en heel de keldermuur mee te witten.
                  Toen de werkman klaar was met zijn arbeid, ontving hij een flinke beloning en werd opnieuw geblinddoekt.
                  Op dezelfde wijze als hij gekomen was, werd hij ook naar zijn woning teruggevoerd.
                  Niemand is ooit te weten kunnen komen, waar zich de 'groene weg' bevindt en waar de kostbare beelden begraven liggen.
                  Uit oude papieren, gelegen op de zolder van de St.-Janskerk, was iemand te weten gekomen waar zich de 'groene weg' bevond: die moest lopen tussen St.-Jans- en St.-Servaaskerk.
                  Hij begon met bij de betrokken kerkbesturen verlof aan te vragen om te graven in de kerken.
                  Aanvankelijk werd hem die toestemming geweigerd, doch op zijn aandringen verkreeg hij ten slotte verlof op eigen kosten te graven.
                  Hij begon voor het zangkoor van de St.-Servaaskerk, ter plaatse waar nu het standbeeld van keizer Karel de Grote staat.
                  Al spoedig ontdekte men een gang; die bleek evenwel niet lang te wezen en liep dood.
                  De schatgraver gaf het werk hier op en begon in de St.-Janskerk zijn geluk te beproeven.
                  Spoedig werd ook hier een gang gevonden.
                  Deze liep verder door en scheen dus wel uitkomst te beloven.
                  Na nog wat gevorderd te zijn, kwamen de delvers in een onderaardse ruimte, waarin een achttiental geraamten lagen.
                  Deze skeletten waren alle nog met kleren omhuld; enige ervan droegen geestelijke gewaden.
                  Nauwelijks waren de delvers wat bekomen van hun verwondering over deze griezelige vondst, toen ze in de verte een fijn belgerinkel hoorden, dat naderde.
                  De knechten van de schatgraver gingen van schrik aan de haal; hijzelf was zo aangegrepen van angst dat zijn leden verstijfden en hij geen voet meer kon verzetten.
                  Hij moest dus met eigen ogen aanzien, hoe de geraamten in priesterkleren en de andere gebeenten zich oprichtten en een plechtige ommegang begonnen.
                  Nadat deze dodenstoet voorbij was geschreden, herkreeg hij het gebruik van zijn ledematen en sloop van schrik geknakt heen.
                  Het doorleefde had hem zo aangegrepen, dat hij zich ziek te bed moest leggen.
                  Reeds de volgende dag overleed hij.

                  Bron:
                  Limburgse sagen en legenden
                  Heruitgave van het Limburgs Sagenboek (1925)
                  Pierre Kemp (*01-12-1886 Maastricht - †21-07-1967 Maastricht)
                  Veldeke Maastricht
                  Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
                  Thomas More

                  Opmerking


                  • #10
                    Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers Bekijk bericht
                    Ad 1. Die beker heeft een inscriptie in het Duits en kan door een willekeurige militair of burger bij een willekeurige zilversmid in opdracht gegeven zijn. Slechts die inscriptie relateert hem aan Maastricht, maar waarom zou hij hier thuis horen?
                    Als die inscriptie in het Duits is, zou het wel eens te maken kunnen hebben met één van de Nassaus, waarvan een aantal stadhouder van Friesland zijn geweest. Maar die laatste opmerking van Ingrid is terecht en geldt evenzeer voor mijn lijstje. Waarom zou iets hier thuishoren? Een deel van de door mij opgesomde objecten is sowieso op dubieuze wijze in Maastricht terechtgekomen. En moeten we niet juist trots zijn dat 'Maastricht' voorkomt in musea over de hele wereld? De Hollandse meesters zijn tenslotte ook niet uitsluitend in Amsterdam te zien. 't Is toch ook geweldig dat Jan van Steffeswert en Aert van Tricht zijn vertegenwoordigd in de collectie van The Cloisters in New York, de middeleeuwse afdeling van het Museum of Metropolitan Art. En daar is ook onze oer-Maastrichtse Lambertus in glas-in-lood te bewonderen.


                    The Cloisters, New York: lessenaar Aert v Tricht, Anna-te-Drieën Jan v Steffeswert en Lambertusraam
                    Oorspronkelijk geplaatst door SJEF Bekijk bericht
                    Ad 3.
                    Deze vermelding was zo overduidelijk niet serieus bedoeld door mij, en toch namen jullie het voor waar aan...
                    Gotcha!

                    Opmerking


                    • #11
                      Rijksmuseum van Oudheden, Leiden

                      De website van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft een online zoekfunctie voor een groot deel van de collectie en ik verwachtte daar eigenlijk veel uit Maastricht verdwenen schatten aan te treffen, maar dat viel eigenlijk wel mee. De zoekopdracht 'Maastricht' levert weliswaar 211 treffers op (en 'Limmel', 'Itteren' en 'Caberg' nog een paar extra), maar dat zijn vooral spijkers, krammen, haken, een paar mooie, bronzen gespen (waar we d'r zelf al zat van hebben) en aardewerk potten, heel veel potten.

                      Géén kostbare Romeinse schatten, die onmiddellijk teruggeëist moeten worden. Alleen een aardig bronzen drievoetje, whatever that may be. En verder, wat me enorm deugd deed, een kopie van een vroeg-christelijke grafsteen (ik meen 5e eeuws, het is het oudste tastbare bewijs van het Christendom in Nederland). Toen ik laatst in het Limburgs Museum in Venlo was, zag ik diezelfde grafsteen, ook een kopie. We moeten het in Maastricht in veel gevallen met kopieën doen (de Mosasauruskop, de zijstukken van de Noodkist, de maquette); fijn dat we nu eens het origineel in handen hebben

                      De grootste verrassing in de Leidse collectie: een prehistorische zilveren vaas, die vóór 1843 in Neerharen, vlak over de grens, is gevonden, en als volgt beschreven wordt: "zilveren vaas, op de schouder versierd met geometrische motieven en kleine klaverblaadjes. De standvoet is ook met een bladmotief versierd, te zamen met een kettingmotief en golflijnen. Op de bodem van de vaas zijn tekens ingekrast, graffiti, die volkomen uniek zou zijn vanwege de combinatie van Griekse- en Romeinse lettertekens. Wat er staat is evenwel onduidelijk. Hoogte: 33,9 cm." Hoe iets prehistorisch kan zijn en tegelijkertijd lettertekens in twee talen kan bevatten, is mij dan weer onduidelijk, maar duidelijk is dat dit een prachtobject is, gevonden in een tijd dat er in Maastricht geen museum was en dus in Leiden terechtkwam.


                      Zilveren vaas (na 500 v.Chr.) - Bronzen drievoet (Romeins) - Gouden hanger (±1000) - Kopie grafsteen (5e eeuw)

                      Opmerking


                      • #12
                        Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers Bekijk bericht
                        Overigens beperkt Koldeweij zich expliciet tot de zogenaamde 'Servatiana' en dat zijn er zó veel, dat het (mooie) boek 358 pp. omvat. De mythische zilveren apostelen worden noch in het register, noch in de tekst genoemd.
                        Koldeweij heeft aan het einde van zijn proefschrift (blz. 262-282) als bijlagen 24 beschrijvingen van de St.-Servaaskerk en haar schatkamer toegevoegd. Het zijn naast de bekende beschrijving van Herbenus vooral verslagen van pelgrims en andere reizigers, ('Hollanders', buitenlanders) die in de oorspronkelijke taal zijn getranscribeerd. De oudste dateert van 1433 (reiziger uit Geraardsbergen), de jongste van 1784 (Havé).
                        Over de zogenaamde zilveren apostelen geen woord.

                        Opmerking


                        • #13
                          Ik heb het boek van Koldeweij inmiddels in mijn bezit (gewoon via www.boekwinkeltjes.nl; véél simpeler en meestal goedkoper). Jammer dat Koldeweij zo'n berperkte invulling aan het begrip Servatiana geeft, alleen die voorwerpen die volgens de overleveringen persoonlijke bezittingen van St Servaas geweest zijn. De Noodkist hoort daar niet bij en de vier gevelstukken, die daar oorspronkelijk bijhoorden (zie nr.5 in het oorspronkelijke lijstje), al helemaal niet.

                          Daar zal ik toch een keer de studie van Renate Kroos, Der Schrein des heiligen Servatius in Maastricht und die vier zugehörigen Reliquiare in Brüssel, voor moeten aanschaffen, maar laat dat boek nou net níet via boekwinkeltjes.nl te krijgen zijn, en elders veel te duur. Heeft iemand nog een exemplaar liggen waar hij/zij van af wil? 25 euri!

                          Opmerking


                          • #14
                            Tot de verdwenen schatten van Maastricht mogen we zeker ook een aanzienlijke boekcollectie rekenen.

                            In 1662 werd besloten om in het nieuwe stadhuis op de markt een bibliotheek op te richten. De inkomsten voor deze bibliotheek ‘to be’ kwamen uit de bijdragen die de magistraatsleden deels zelf moesten betalen, en voor een ander deel uit de helft van de toelage die vastgesteld was voor kaarsen en olie. Met deze inkomsten kon de stadsbibliotheek van Maastricht uitgroeien tot eentje die er wezen mocht in de regio.

                            Van 1750 tot 1753 stelde bibliothecaris Abraham van den Heuvel een catalogus samen, waarin ongeveer 3500 banden werden vermeld. Daaronder moet onder meer de befaamde Atlas Maior van Blaeu gezeten hebben; deze was in 1673 aangeschaft. Een andere, latere, aankoop was de grote Encyclopedie van Diderot en D`Alembert in 35 delen. In vergelijking met de bibliotheken in de buurt mocht het echt een uitgebreide bibliotheek genoemd worden. Luik bezat rond die tijd 750 en Aken 1850 banden. Om van Roermond maar te zwijgen; de stadsboekerij hield daar in het begin van de 18de eeuw 120 titels.

                            Natuurlijk (gezien de aard van deze thread) komt er een vervelende wending voor de boekerij. Na de overwinning van Maastricht door de Fransen in 1794 wordt alles anders. Er dient een compleet nieuw wereldbeeld geschapen te worden, waarin een groot deel van de bibliotheek van Maastricht waardeloos lijkt. In deze periode moet met oude geschriften omgegaan zijn als oud vuil.

                            Al snel melden zich twee commissarissen om te onderzoeken welke banden geschikt zijn voor verzending naar Parijs. De twee stellen geen lijst met boeken samen (slim!), waardoor het onmogelijk is om te weten hoeveel boeken direct naar Frankrijk zijn verzonden. Wouters geeft aan dat het er moeilijk ‘meer dan 300 tot 400’ hebben kunnen zijn.

                            De volgende kwade genius verschijnt dan op het podium. Francois Cavelier (zie afbeelding) werd geboren in 1748 in Parijs in een geslacht van boekhandelaren. In 1798 werd deze snuiter benoemd tot bibliothecaris van de ‘Ecole Centrale’ te Maastricht. Hij kreeg daarbij van de magistraat de vrije hand om de door hem gewenste titels uit de stadsbibliotheek te halen en over te brengen naar zijn Ecole Centrale, gevestigd in het Dominicanerklooster. Als het aan hem gelegen had was een groot deel van de oude bilbiotheken (ook de boekerijen van de kloosters) tot pulp vermalen. Dat ging zelfs de Fransen te ver; hij werd opgedragen om alle drukken van voor 1555 of zonder jaartal en alle handschriften achter te houden. Hierdoor werden 472 handschriften, inkunabels en postinkunabels gered.

                            De schifting van de kerkelijke bibliotheken kwam gereed in 1801. Onder toezicht van onze Franse vrind werden meer dan 30.000 banden, met daarin een onbekend aantal handschriften, verkocht. Op 2 november 1801 vond de veiling plaats, een zwarte dag voor Maastricht. Opmerkelijk is dat zijn latere collega Flament meldt dat Cavelier (…) zich verdienstelijk (sic!) (maakte) door het samenstellen van de bibliotheek, uit de oude kloosterboekerijen, de oude stadsbibliotheek en (de boeken) welke door de Fransche regering werden verstrekt”. Een belangrijke zending uit Frankrijk mag hier niet onvermeld blijven: de Histoire naturelle van Buffon. Tenslotte kan Cavelier toch nog enige positieve bijdrage toegeschreven worden: de boeken die overgebleven waren uit de stadsbibliotheek kregen hun plekje in het Dominicanerklooster.

                            In 1839 werden de hierboven door Cavelier verzamelde 472 werken op de zolder van het gouvernement teruggevonden. De boeken werden, zover ik weet zonder veel gedoe, verdeeld onder de Koninklijke Bibliotheek en de universiteitsbibliotheken van Utrecht en Groningen. Bij het lezen hiervan kon ik een snik moeilijk onderdrukken. Het kwam bijna tot huilen toen ik las dat Franquinet in 1849 aan de burgemeester schrijft hoe hij getuige is van het uitruimen van een kamer in het stadhuis en ziet hoe oude geschriften uit kloosters en stad ‘met minachting worden geworpen en verwaarloosd zijn geworden’.

                            De boeken die de Franse periode en de tijd daarna hebben overleefd zouden, zover ik kan beoordelen, op dit moment aanwezig moeten zijn in het Centre Ceramique. Daar tref ik wel nog de Encyclopedie en de Histoire Naturelle aan, maar niet de Atlas Maior. Ik hoop dat ik me vergis, en dat de atlas gewoon ergens in een Maastrichtse boekerij staat. Laten we eerlijk zijn: een ‘Tasschen’ editie is toch minder.


                            Bronnen:
                            Het merendeel is ontleend aan:

                            · Wouters, H.H.E, 'Een bibliotheque voor den meesten luyster van de stadt'. In: Miscellanea Trajectensia. Maastricht, 1962, p. 2-28.

                            Daarnaast:

                            · Minis, S. ‘ Van Huis der Raden tot Tempel der Rede; de inrichting van het stadhuis van Maastricht (1664 -1814). In: Een seer magnificient Stadthuys. Delft, 1985, p. 59-83.
                            · Flament, A.J.A. In: NNBW. Geraadpleegd via: http://www.dbnl.org/tekst/molh003nie...02_01_0769.php
                            - Jenniskens, A.H. 'Mr. G.L.D. Franquinet, eerste stadsarchivaris van Maastricht'. In: Campus Liber, 1982, p. 466-482.
                            Bestanden bijvoegen

                            Opmerking


                            • #15
                              Over de 'pennevruchten en litterarische loopbaan' van Guillaume Desiré Lambert Franquinet, het volgende:

                              http://www.marres.nl/franquinet-gdl-levensbericht.htm .
                              Historie is niet alleen het weergeven van de as, maar ook het doorgeven van het vuur.
                              Thomas More

                              Opmerking

                              Bezig...
                              X