Leren uit het verleden
Boute bewering Ingrid. Ik durf te beweren dat veel historici niet veel weten over het gewone volk. Wat betreft de jonge historie: te veel historici bekijken het van buitenaf en hebben niet in arbeiderswijken vertoefd. Overigens wordt vaak vergeten dat zelf nog in de jaren 60 van de vorige eeuw het bewijs van goed gedrag afgegeven door de pastoor belangrijker was dan het bewijs van goed gedrag afgegeven door de Gemeente. Zelf werd ik gediscrimineerd op het Veldeke College te Maastricht (H.B.S.) omdat ik uit een arbeidersmilieu kwam. De kinderen woonachtig uit de woonscholen hadden weinig toekomstperspectief. Ze droegen een stempel. De ziekenfonds: vaak minachting voor de patiënten. Uren in overvolle wachtkamers. Zelf werd ik particuliere patiënt. Een aanmerkelijk verschil in behandeling (ten goede)!
Maar zoeken wij een zondebok? Nee. Zelf pleit ik voor meer aandacht voor het gewone volk (nog te definiëren overigens) opdat wij leren uit het verleden.
Overigens nog een interessant artikel geplaatst door Stefan Vrancken op Facebook:
WIST JE DAT…
… de armoede in Wyck in de negentiende eeuw bijzonder groot was ? Dit blijkt uit de vele lijsten met opsommingen van armen die in aanmerking kwamen voor bijstand en dergelijke.
Zo werd in 1850 een tweetal verzamellijsten opgesteld die als titel meekregen: “Lysten der Armen in de Parochie van St. Marten de welke Bystand genieten te weten: 40 Provianten, 60 Armen. Opgemaakt den 1 Februari 1850.”
Op de eerste lijst, genaamd “Provianten ten getale van viertig”, komen veertig Wyckenaren (al dan niet met gezin) voor, die officieel “proviant” waren en recht hadden op een zogenaamde “prove” (bijstand) van de kerk (in dit geval dus de Sint Martinuskerk in Wyck).
Hierna volgt een aantal personen dat op deze eerste lijst met provianten voorkomt, met vermelding van de vaak schrijnende omstandigheden waarin zij verkeerden.
Christoffel Biesmans, wonende “Oeveren no 395”. Opmerking: “Oud 46 jaren weduwenaar met 5 ongetrokke kinderen van Christina Hubertina Louis, heeft nog 3 kinderen thuys en 2 kinderen in het armen huis”.
Caspard Neven, wonende “aan S Martin Poort bij Franssen”. Opmerking: “Oud 69 jaren en zijn vrouw 68, geheel lam en onbekwaam”.
Dominicus van Horen, wonende “Hoogbarakken” (later werd dit gewijzigd in: “Regtstraat No 202”). Opmerking: “Oud 54 jaren werkman bij de heer Hustinx op de Smeermaas, zijne vrouw zedert 12 jaren bedlegerig, en 5 kinderen thuis”.
Cornelis Somers, wonende “Kattestraat” (later werd dit gewijzigd in: Hoogbrugge No 15”). Opmerking: “Kleermakersgezel oud 55 jaren heeft eene lamme hand”. Volgens een latere aantekening werd Cornelis later overgebracht naar “Calvarienberg”.
De tweede lijst, genaamd “Lijst der 60 Armen aan de welke alle Zondagen een geheel roggebrood wort uitgedeeld”, bevat zestig Wyckenaren (al dan niet met gezin) die elke zondag een brood van de Sint Martinuskerk ontvingen.
Op deze lijst is onder anderen vermeld:
Jacobus Smaal, wonende “Ruiterstraat No 291”. Opmerking: “Oud 66 jaren, hij en zijne vrouw onbekwaam, blind, gehuwd met Joanna Ramakers, gebrekkig, oud 61 jaren”.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Limburg, Archief H. Martinus II, inventarisnummer 1934.
Oorspronkelijk geplaatst door Ingrid M.H. Evers
Bekijk bericht
Maar zoeken wij een zondebok? Nee. Zelf pleit ik voor meer aandacht voor het gewone volk (nog te definiëren overigens) opdat wij leren uit het verleden.
Overigens nog een interessant artikel geplaatst door Stefan Vrancken op Facebook:
WIST JE DAT…
… de armoede in Wyck in de negentiende eeuw bijzonder groot was ? Dit blijkt uit de vele lijsten met opsommingen van armen die in aanmerking kwamen voor bijstand en dergelijke.
Zo werd in 1850 een tweetal verzamellijsten opgesteld die als titel meekregen: “Lysten der Armen in de Parochie van St. Marten de welke Bystand genieten te weten: 40 Provianten, 60 Armen. Opgemaakt den 1 Februari 1850.”
Op de eerste lijst, genaamd “Provianten ten getale van viertig”, komen veertig Wyckenaren (al dan niet met gezin) voor, die officieel “proviant” waren en recht hadden op een zogenaamde “prove” (bijstand) van de kerk (in dit geval dus de Sint Martinuskerk in Wyck).
Hierna volgt een aantal personen dat op deze eerste lijst met provianten voorkomt, met vermelding van de vaak schrijnende omstandigheden waarin zij verkeerden.
Christoffel Biesmans, wonende “Oeveren no 395”. Opmerking: “Oud 46 jaren weduwenaar met 5 ongetrokke kinderen van Christina Hubertina Louis, heeft nog 3 kinderen thuys en 2 kinderen in het armen huis”.
Caspard Neven, wonende “aan S Martin Poort bij Franssen”. Opmerking: “Oud 69 jaren en zijn vrouw 68, geheel lam en onbekwaam”.
Dominicus van Horen, wonende “Hoogbarakken” (later werd dit gewijzigd in: “Regtstraat No 202”). Opmerking: “Oud 54 jaren werkman bij de heer Hustinx op de Smeermaas, zijne vrouw zedert 12 jaren bedlegerig, en 5 kinderen thuis”.
Cornelis Somers, wonende “Kattestraat” (later werd dit gewijzigd in: Hoogbrugge No 15”). Opmerking: “Kleermakersgezel oud 55 jaren heeft eene lamme hand”. Volgens een latere aantekening werd Cornelis later overgebracht naar “Calvarienberg”.
De tweede lijst, genaamd “Lijst der 60 Armen aan de welke alle Zondagen een geheel roggebrood wort uitgedeeld”, bevat zestig Wyckenaren (al dan niet met gezin) die elke zondag een brood van de Sint Martinuskerk ontvingen.
Op deze lijst is onder anderen vermeld:
Jacobus Smaal, wonende “Ruiterstraat No 291”. Opmerking: “Oud 66 jaren, hij en zijne vrouw onbekwaam, blind, gehuwd met Joanna Ramakers, gebrekkig, oud 61 jaren”.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Limburg, Archief H. Martinus II, inventarisnummer 1934.
Opmerking