Aankondiging

Sluiten
No announcement yet.

Patronaten

Sluiten
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Tonen
Clear All
nieuwe berichten

  • Patronaten

    Op mijn speurtocht naar het St. Franciscuspatronaat stootte ik op twee boekjes in de Stadsbibliotheek. Ik heb teksten hieruit verwerkt in het verhaal en opnieuw geplaatst.

    Een speurtocht door onder andere het www.kb.nl en de stadsbibliotheek leverde een aantal leuke artikelen op. In de Maastrichter Grachtstraat is een patronaatsgebouw gevestigd geweest in een voormalige houtzagerij, met een andere in- uitgang aan de St. Antoniusstraat. Later, ik weet nog niet wanneer, is in de St. Antoniusstraat een nieuw patronaat met daarin een kapel gebouwd. Dit gebouw stond ter hoogte van het Christusstraatje. Misschien dat iemand hierover meer info heeft, of er aan kan komen.

    In 1906 werd het Sint Franciscus-Patronaat opgericht op initiatief van Mgr. Menten z.g. Het patronaat werkte in gelijke geest met het St. Franciscus Liefdewerk in Amsterdam. Menten deed vervolgens een beroep op de orde der Franciscaners om een pater voor het patronaat los te weken. Dit lukt hem en pater Beda O.F.M. kwam naar Maastricht om het patronaat op te bouwen.
    In de tussentijd, tot de verhuizing naar de Maastrichter Grachtstraat in 1919, verbleven de jongens in de kleine zaal en de kapel aan de Capucijnengang, het domein van de Zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria. Het rumoerige volkje, zoals de jongens werden betiteld hadden in de jaren daar hun stempel opgedrukt. De patronaatsjongens waren geestelijk onverzorgd, voortkomend uit huisgezinnen waar weinig huiselijk leven is, die dus de waarde van het ouderlijk huis niet kennen en de opvoedkundige kracht ,die daar van uit ging. Jongens uit de achterbuurt en met name de straten in de omgeving van Het Groet Febrik vaan Regout. Het patronaat werkte door de hele stad en nam alleen die jongens op welke niet in andere patronaten konden worden ondergebracht.

    Augustus 1919 was het dan zover. In een pand aan de Maastrichter Grachtstraat, met een onaanzienlijke bruin geschilderde poort, die voorheen toegang gaf naar een timmerfabriek, houtzagerij Patria is nu gevestigd het St. Franciscus-Patronaat. Op de poort zijn nog de letters N.V. Patria te lezen. Het patronaat had ook een ingang de St. Antoniusstraat. Het gebouw werd als primitief bestempeld en voor restauratie was veel geld nodig.
    De grote fabriekschoorsteen en de stookplaatsen werden afgebroken om plaats te maken voor een speelplaats. Een van de houtbewerkinglokalen is omgetoverd tot een eenvoudige kapel en de andere tot toneelzaal. De meubels in het patronaat werden aan de vloer vastgezet, solide. Die liep je niet het onderste boven.

    In de kapel stond een simpel altaar met tegen de achtergrond een vaal gebloemd doek. Het doek camoufleerde een aantal ongerechtigheden. De muren en het plafond waren wit geschilderd. In het midden stond een kachel met daaromheen gegroepeerd enkele bidstoelen, een paar kniel- en zitbanken en een communiebank . De kapel voelde goed omdat je moet bidden in een omgeving die je niet afleidde van een gesprek met God.
    Elke zondagmorgen, door weer en wind, verdrongen zich een groot aantal jongens uit alle delen van de stad voor de poort, voor een goede karakterontplooiing . Het waren jongens uit een- en tweekamer woningen, die in het patronaat hun vrije uren gezellig samen wilden volbrengen. Dicht naast elkaar volgende zij de heilige mis en gingen ter communie.

    Na afloop van de heilige mis kregen ze warme koffie en dikke boterhammen, die in overvloed werden uitgereikt. Dit om te voorkomen dat de jongens naar huis gingen of door de stad gaan doolden. In de winter zaten de jongens rond de warme kachel en vermaakten zich met kienen, domino en kaarten. Gymnastiek maakte ook onderdeel uit van het programma. Luisteren doen ze naar de wijze lessen van de patronaatswerkers. Het ochtend programma duurde tot ongeveer half twaalf en in de middag en avond ging het programma verder.

    Het patronaat werd geleid door de Franciscaner pater Beda O.F.M. samen met enkele anderen. In totaal waren er elke zondag 78 jongens van elf jaar en ouder. De heilige mis werd bijgewoond door ver boven 50 jongens. De kaarsen in de kapel werden door de jongens verzorgd. De jongens hadden al een groot bedrag gespaard voor misdienaartogen.
    Een berisping en vermaning, hardhandig als het nodig is, werd door de schuldige goed opgenomen. Men moest inzien dat een schuldige straf kreeg. Pater Beda sprak over het gedrag van de jongens vol lof. Als een van de jongens iets had uitgespookt kwam hij op audiëntie bij de pater en dat was nu juist niet voor je plezier.
    Op feestavonden werd altijd een film afgespeeld in het patronaat. Om 18.00 uur gaat de zaal open, maar meestens staan de jongens al om 16.00 uur aan de deur voor de beste plaatsen. Als het filmtoestel het op zijn heupen kreeg en de “klommel” het eenvoudig vertikte, werden de jongens naar huis gestuurd en buiten op straat kon de stemming zo maar omslaan.

    Deugden van godsdienstigheid, spaarzaamheid, ordelijkheid, netheid, huiselijkheid en andere, die de jongens in een later leven nodig hadden in hun harten aan te kweken. Om dit allemaal voor elkaar te krijgen wilde pater Beda veel geld hebben om de halve ruïne, waar zij nu zaten te verbouwen. Hiertoe had pater Beda een oproep geplaatst bij de Gemeenteraad om het tekort van dit jaar, 1921 te dekken. Ook van andere instantie wilde hij geld hebben om zijn opvoedingswerk te voltooien.

    In 1929 verhuisde het patronaat naar een nieuw gebouw aan de Sint Antoniusstraat of wel de Sint Teunisstraat. Met gelden van alle katholieke instellingen en van privé personen werd het nieuwe patronaat gebouwd. De muziek- en toneelvereniging De Sphinx gaf een liefdadigheidsuitvoering waarbij de opbrengst ten goede kwam van het patronaat.

    Het patronaat stond op de hoek van het Christusstraatje en de Sint Antoniusstraat. In het gebouw bevond zich een grote kapel en diverse zalen voor sport, atletiek, voetbal, cursussen, toneel en zang. De jongens werden in drie afdelingen ingedeeld: afdeling I, II en III.

    Op 10 augustus 1944, vlak voor de bevrijding, vierde het St. Franciscus-Patronaat op bescheiden wijze haar 25 jarig bestaansfeest in het patronaatsgebouw aan de St. Antoniusstraat. Ter gelegenheid hiervan werd een boekje uitgegeven: St. Franciscus patronaat 25 jaar 1919 – 1944, met artikelen van L. Somers.
    Het patronaatswerk is ook tijdens WOII doorgegaan, alleen verbood de bezetter, om nieuwe jongen uit groot Maastricht aan te nemen. Door de oorlog kwam het zondagontbijt te vervallen. Ook de verkoop van sigaretten voor 2 cent per stuk en “knepkes” kwamen te vervallen. Het biljard en de voetbalbenodigdheden waren er ook niet meer.

    In de eerste plaats bestond het patronaatswerk uit de godsdienstige opvoeding van jongens uit het arbeidersmilieu tussen de 8 en 18 jaar. Elke zondag werd er ’s-morgens en ’s-avonds respectievelijk een mis en het lof opgedragen in de kapel binnen het patronaatsgebouw.
    Les werd ook gegeven in algemene ontwikkeling, zoals: taal, rekenen, sociale voorlichting, toneel en voordrachten.
    Lichamelijke opvoeding behoorde ook tot de lesstof, zoals: voetballen, atletiek en soortgelijke sporten.
    De patronaatsleiding hoopt dat nu de oorlog is afgelopen het patronaatswerk weer zal opbloeien.”

    Verantwoording:
    Bron: boekje “wat ze in Maastricht nog niet wisten”, schrijver onbekend 1929
    Bron: boekje “St. Franciscuspatronaat 25 jaar, 10 augustus 1944”, schrijver L. Somers
    Bron: www.kb.nl , Limburger Koerier, 29-11-1921
    Bron: www.kb.nl , De Tijd, 10-12-1920
    Bron: www.kb.nl , Veritas 30-09-1944
    Bestanden bijvoegen
    Last edited by Toller; 12 september 2013, 17:35. Reden: aanvulling
    Kompleminte

    Toller
Bezig...
X