Nogal oppervlakkig worden op dit forum de traumatische gebeurtenissen als de Spaanse Furie (1576) en het plunderen en moorden na het beleg van Parma (1579) toegelicht. Niet de gebeurtenissen zelf, want die worden breed uitgemeten, maar oorzaak en aanleiding.
Een fragment van de canon van Maastricht door Sjef zaliger:
1576
20 Oktober, de Spanjaarden vallen Maastricht binnen en teisteren de stad.
1576
De "Pacificatie van Gent" maakt een einde aan de opstand en de Spaanse troepen trekken weg.
1577
21 April, Spaanse troepen verlaten de stad.
Zij worden vervangen door troepen van de opstandige Staten-Generaal; veel Maastrichtenaars ontvluchten de stad.
1578
Jan van Merode, gemachtigde van de Hollandse Staten, vestigt weer een Hollands garnizoen in de stad.
1579 (Rampjaar)
29 Juni, inname van de stad door Parma.
In 1579 richten Spaanse soldaten in Maastricht een waar bloedbad aan, nadat de burgers van de stad geprobeerd hadden onder het Spaanse juk uit te komen.
Ongeveer duizend slachtoffers en plundering van de stad.
Tot zover de canon.
Een verslag van mijn speurtocht.
Let bij bovenstaand plakkaat op de verkeerde verantwoordelijke Spaanse militair. Dat was in 1576 nog niet Farnese/Parma of deze gebeurtenis betreft niet de Spaanse Furie van 1576 maar de plundering na het beleg van 1579. Het illustreert wel perfect de verwarring rond beide gebeurtenissen.
Drie dingen komen naar voren betreffende dit thema.
De Spaanse Furie in Maastricht - 1576
Ad 1. Maastricht regelde gedurende de middeleeuwen steeds zelf de verdediging van de stad. Ook toen een garnizoen ter bescherming van een stad usance werd verzette Maastricht zich daartegen, wat ze zich soms ook iets liet kosten. In 1491 kocht de stad bijvoorbeeld de verplichting een garnizoen toe te laten af met een bedrag van 6000 gulden. In de decennia daarna werd alleen op vrijwillige basis een garnizoen toegelaten, zoals er in 1552 een Brabants garnizoen in de stad lag i.v.m. de oorlog tussen het Spanje van Philips II en Frankrijk (1555-1559).
Op 13 april 1567 boog het stadsbestuur voor de aandrang en liet vier vendels Waalse troepen als permanent garnizoen toe, die echter binnen een week afgelost werden door een regiment Duitse troepen onder Von Eberstein. Dit werd door de Spanjaarden beschouwd als een lutherse - en daarmee het katholicisme vijandige - bezetting en de landvoogd (de hertog van Alva) verving Eberstein en zijn troepen in juli 1567 door zes vendels Spaanse troepen. De opvolging van de diverse militaire gouverneurs is wat onduidelijk in de jaren na 1567 maar het garnizoen bleek permanent te zijn en Maastricht ervoer dat als een bezetting en verlies van privileges. Het deed er dan ook alles aan om de situatie weer terug te draaien tot een garnizoen op vrijwillige basis, waar de stad van af kon als het de tijd rijp achtte. Dit zonder succes.
In de Europeese oorlogspraktijk van de 16e eeuw was het gebruikelijk dat boven de schrale soldij de troepen als premie - en ter motivatie - een deel van de oorlogsbuit kregen. Naarmate de uitbetaling van soldij in gebreke bleef werd het accent voor de soldaten verlegd naar de opbrengst uit buit. De bevolking van Maastricht kreeg daar ook in vredestijd mee te maken; de garnizoenssoldaten vulden hun karige soldij aan door plundering en daardoor werd de bezettingsmacht niet populairder. Zo werd de publieke opinie vanzelf in de richting van sympathie met de in 1568 uitgebroken Opstand gedreven, ook al had men in Limburg daar niet zo veel mee op. In een stad als Maastricht was wel een zwakke behoefte aan reformatie en waren er excessen die op een Beeldenstorm leken. Er waren groepen Wederdopers, er waren ketterverbrandingen en openbare geselingen die tot de verbeelding spraken. Alles bij elkaar bestond er in de stad weerzin tegen wat als een Spaanse bezetting gezien werd en de coöperatie met de Spanjaarden bij de verdediging van de stad zal minimaal geweest zijn.
Zo komen we aan het jaar 1576. Militair gouverneur was toen Francisco de Montesdoca. De competentie van de gouverneur werd aangevochten door het stadsbestuur en de bevolking stond ronduit vijandig tegenover alles wat met garnizoen te maken had. Dat schoot in het verkeerde keelgat en op 20 oktober straften de Spaanse soldaten de stad, in opdracht of met medeweten van de gouverneur, door een bloedbad aan te richten en de stad te plunderen. Daarmee had de gouverneur in een klap het nijpende geldgebrek bezworen en waren zijn soldaten weer even rustig.
In de volgende maand volgde de verovering van Antwerpen door de Spanjaarden met de Spaanse Furie tot gevolg. Het begrip Spaanse Furie was al geïntroduceerd in 1572 toen Don Frederik Mechelen terugveroverde op de Opstandelingen. Deze beide veroveringen waren echter oorlogshandelingen en het gebeuren in Maastricht een strafmaatregel. Dat neemt niet weg dat deze drie gebeurtenissen in Noord-Nederland flink door de propagandamachine uitgebuit werden. Overal verschenen plakkaten waar in geuren en kleuren verhaal gedaan werd over wat er van de Spanjaarden te verwachten viel bij een inname. Philips II zou ervaren dat de boekdrukkunst gemeengoed geworden was! Niet dat de bevolking van Maastricht daar veel aan had.
Het vertrek van het Spaanse garnizoen -1577
Ad 2. De Pacificatie van Gent was een overeenkomt tussen de opstandige gewesten en werd niet ondertekend door Philips II of zijn vertegenwoordiger, de landvoogd in Brussel. Belangrijkste eis in de Pacificatie was het vertrek (wegens wangedrag) van Spaanse troepen uit de conflictgebieden. Er was geen kijk op medewerking van Philips en de Opstandelingen zochten naarstig naar instrumenten om hem te dwingen. De poging hem om te kopen met een grote som geld en de betaling van de achterstallige soldij aan zijn muitende troepen hadden succes. Op 12 februari 1577 sloten zij in Marche-en-Famenne (Ardennen) het Eeuwig Edict met de landvoogd van Philips, op dat moment Don Juan van Oostenrijk. Daarin verplichtte Don Juan zich de Generale Unie, ook wel Unie van Brussel, van 9 januari voorafgaand op te volgen. Hoofdpunt daarin was de terugtrekking van de Spaanse troepen conform de Pacificatie van Gent. Zo kregen de Opstandelingen indirect alsnog een handtekening onder dat eisenpakket.
Op 27 april verliet het Spaanse garnizoen, als onderdeel van de zojuist gesloten overeenkomst, daadwerkelijk Maastricht. Nagehoond door de bevolking.
De plundering van Maastricht na de inname door Farnese - 1579
Ad 3. Op 24 juli 1577 schond Don Juan het verdrag door de campagne tegen de opstandige gewesten weer op te pakken met de verovering van de citadel van Namen. Het eerste bestand in de oorlog had vijf maanden geduurd. De betaling door die gewesten had het Spaanse leger voorlopig door de geldzorgen heen geholpen en het moreel zal vast gestegen zijn. In december 1577 werd Alexandro Farnese aan het leger van Don Juan toegevoegd. Ze waren neven maar dat nam niet weg dat Farnese door Philips als oppasser toegevoegd was omdat Don Juan niet vertrouwd werd. De volgende campagne was tamelijk succesvol met een reeks successen die de Opstandelingen in een benarde situatie brachten.
Op 1 oktober 1578 stierf Don Juan, nadat hij Farnese al als zijn opvolger aangewezen had. De geruchten dat iemand met gif een handje geholpen had waren niet van de lucht.
http://dutchrevolt.leiden.edu/Dutch/...ostenrijk.aspx
Philips II had eigenlijk Matthias van het Heilige Roomse Rijk als opvolger van Don Juan aangewezen maar ging alsnog akkoord met het doordrukken van Farneses benoeming. Zo niet de opstandige gewesten, die Farnese niet erkenden omdat Don Juan achter de benoeming zat en Farnese te militant in hun ogen was. Niet dat zij iets in te brengen hadden. In de volgende campagne van Farnese werden Limbourg, Dalhem en Valkenburg ingenomen, maar het belangrijkste doel was de inname van de sterkste vesting in het Maasdal, Maastricht. In maart 1579 omsingelde een 34.000 man tellende troepenmacht de stad. Die had op dat moment een garnizoen van 1200 man, samengesteld uit Engelsen, Schotten en Fransen, welk legertje aangevuld werd met zo’n 4000 bewapende burgers. Het geheel stond onder leiding van Schwarzenberg, maar omdat Willem van Oranje geen vertrouwen had in de militaire capaciteiten van deze man had hij de uit Lotharingen afkomstige genie-ingenieur Tapin toegevoegd. Deze laatste was in werkelijkheid de drijvende kracht achter de verdediging van de stad, waarmee hij de achting van zijn tegenstander verdiende. Beide leidinggevenden sneuvelden in de finale gevechten op 29 juni 1579, waarbij de stad door de Spaanse troepen overrompeld werd.
Alhoewel een plundering in de lijn der verwachtingen lag was de wraak van de Spanjaarden buitensporig te noemen. Drie dagen duurde het roven en moorden. Naar schatting verloren bijna 1000 militairen en 800 burgers, waaronder vrouwen en kinderen, het leven.
Er zijn natuurlijk meer gronden te bedenken voor de heftige reactie van de Spanjaarden. De weerstand van het garnizoen was buiten verwachting en had veel Spaanse levens gekost. Dan was er het ongeluk met een springlading, die een bres in de muur had moeten slaan, maar dat in het personeelsbestand van de belegeraars deed. Al met al had de verovering van Maastricht drie maanden geduurd, ten koste van vele levens bij de belegeraars. Reden voor extra woede bij de veroveraars.
De inname kwam net op tijd, want Farnese leed weer eens onder geldgebrek en de plundering kwam als geroepen. Na Maastricht stokte de opmars van Farnese abrupt.
De aanname dat er geen plundering gevolgd zou zijn als het garnizoen zich meteen op de eis van Farnese had overgegeven kan, gezien de praktijk van verdeling van oorlogsbuit onder het voltallige leger, als utopie gezien worden. Er was in elk geval geplunderd. Dat bleef ook in de jaren daarna en ook door de Staatse troepen praktijk. Pas de opvolgers van Willem van Oranje, Maurits en Frederik Hendrik, zagen het belang in van goede betaling en voeding en een gedisciplineerd leger en kochten de plundering door hun eigen leger af door een premiebetaling ineens. Dit werd wel gereserveerd voor veroveringen van Nederlandse steden, waarmee de Staten-Generaal aansluitend verder wilde als onderdeel van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Bronnen:
P. Ubachs, Handboek voor de Geschiedenis van Limburg, 2000
P. Ubachs/I. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht, 2005
J.I. Israel, De Republiek 1477-1806, 1996
Wikipedia
Overig Internet
Afbeeldingen allemaal uit het bestand van het Rijksmuseum te Amsterdam, behalve het portret van Parma (Wikipedia).
Ik heb van alle afbeeldingen hoge-resolutiebestanden beschikbaar. Stuur een bericht als er interesse bestaat.
Extra:
Alexandro Farnese 1545-1592. Vanaf 1586 hertog van Parma. Hij was de zoon van Margaretha van Parma en Ottavio Farnese, hertog van Parma, en dus een onwettige kleinzoon van keizer Karel V en via zijn vader een achterkleinzoon van Paus Paulus III.
Ketterverbranding Jan Bosch in Maastricht - 1559
Geseling schoolmeesteres Ursel - 1570
De oververmoeide bewaking van de Brusselsepoort wordt in de slaap overmeesterd - 1579
Een fragment van de canon van Maastricht door Sjef zaliger:
1576
20 Oktober, de Spanjaarden vallen Maastricht binnen en teisteren de stad.
1576
De "Pacificatie van Gent" maakt een einde aan de opstand en de Spaanse troepen trekken weg.
1577
21 April, Spaanse troepen verlaten de stad.
Zij worden vervangen door troepen van de opstandige Staten-Generaal; veel Maastrichtenaars ontvluchten de stad.
1578
Jan van Merode, gemachtigde van de Hollandse Staten, vestigt weer een Hollands garnizoen in de stad.
1579 (Rampjaar)
29 Juni, inname van de stad door Parma.
In 1579 richten Spaanse soldaten in Maastricht een waar bloedbad aan, nadat de burgers van de stad geprobeerd hadden onder het Spaanse juk uit te komen.
Ongeveer duizend slachtoffers en plundering van de stad.
Tot zover de canon.
Een verslag van mijn speurtocht.
Let bij bovenstaand plakkaat op de verkeerde verantwoordelijke Spaanse militair. Dat was in 1576 nog niet Farnese/Parma of deze gebeurtenis betreft niet de Spaanse Furie van 1576 maar de plundering na het beleg van 1579. Het illustreert wel perfect de verwarring rond beide gebeurtenissen.
Drie dingen komen naar voren betreffende dit thema.
- Dat is de afstraffing die de burgerij van Maastricht onderging op 20 oktober 1576. In het algemeen voor het in verzet komen tegen de wandaden van het Spaanse garnizoen en in het bijzonder de schending van de beloofde vrijgeleide voor de militaire gouverneur Francisco de Montesdoca. In datzelfde jaar 1576 vond op 4 november de Spaanse Furie in Antwerpen plaats en ook in Maastricht wordt de benaming Spaanse Furie gebruikt.
- Dan is er vervolgens het vertrek ‘met vliegende vaandels’ van de Spaanse troepen op 27 april 1577, zonder dat er een vijand voor de poorten ligt. Dit zou volgens diverse auteurs een direct gevolg zijn van de Pacificatie van Gent.
- De volgende gebeurtenis is het beleg van Maastricht door Alexandro Farnese, beginnend met de omsingeling van de stad in maart 1579. Op 29 juli werd de bewaking van de Brusselsepoort overrompeld en drongen de Spaanse troepen de stad in voor een buitensporige moord- en roofpartij.
De Spaanse Furie in Maastricht - 1576
Ad 1. Maastricht regelde gedurende de middeleeuwen steeds zelf de verdediging van de stad. Ook toen een garnizoen ter bescherming van een stad usance werd verzette Maastricht zich daartegen, wat ze zich soms ook iets liet kosten. In 1491 kocht de stad bijvoorbeeld de verplichting een garnizoen toe te laten af met een bedrag van 6000 gulden. In de decennia daarna werd alleen op vrijwillige basis een garnizoen toegelaten, zoals er in 1552 een Brabants garnizoen in de stad lag i.v.m. de oorlog tussen het Spanje van Philips II en Frankrijk (1555-1559).
Op 13 april 1567 boog het stadsbestuur voor de aandrang en liet vier vendels Waalse troepen als permanent garnizoen toe, die echter binnen een week afgelost werden door een regiment Duitse troepen onder Von Eberstein. Dit werd door de Spanjaarden beschouwd als een lutherse - en daarmee het katholicisme vijandige - bezetting en de landvoogd (de hertog van Alva) verving Eberstein en zijn troepen in juli 1567 door zes vendels Spaanse troepen. De opvolging van de diverse militaire gouverneurs is wat onduidelijk in de jaren na 1567 maar het garnizoen bleek permanent te zijn en Maastricht ervoer dat als een bezetting en verlies van privileges. Het deed er dan ook alles aan om de situatie weer terug te draaien tot een garnizoen op vrijwillige basis, waar de stad van af kon als het de tijd rijp achtte. Dit zonder succes.
In de Europeese oorlogspraktijk van de 16e eeuw was het gebruikelijk dat boven de schrale soldij de troepen als premie - en ter motivatie - een deel van de oorlogsbuit kregen. Naarmate de uitbetaling van soldij in gebreke bleef werd het accent voor de soldaten verlegd naar de opbrengst uit buit. De bevolking van Maastricht kreeg daar ook in vredestijd mee te maken; de garnizoenssoldaten vulden hun karige soldij aan door plundering en daardoor werd de bezettingsmacht niet populairder. Zo werd de publieke opinie vanzelf in de richting van sympathie met de in 1568 uitgebroken Opstand gedreven, ook al had men in Limburg daar niet zo veel mee op. In een stad als Maastricht was wel een zwakke behoefte aan reformatie en waren er excessen die op een Beeldenstorm leken. Er waren groepen Wederdopers, er waren ketterverbrandingen en openbare geselingen die tot de verbeelding spraken. Alles bij elkaar bestond er in de stad weerzin tegen wat als een Spaanse bezetting gezien werd en de coöperatie met de Spanjaarden bij de verdediging van de stad zal minimaal geweest zijn.
Zo komen we aan het jaar 1576. Militair gouverneur was toen Francisco de Montesdoca. De competentie van de gouverneur werd aangevochten door het stadsbestuur en de bevolking stond ronduit vijandig tegenover alles wat met garnizoen te maken had. Dat schoot in het verkeerde keelgat en op 20 oktober straften de Spaanse soldaten de stad, in opdracht of met medeweten van de gouverneur, door een bloedbad aan te richten en de stad te plunderen. Daarmee had de gouverneur in een klap het nijpende geldgebrek bezworen en waren zijn soldaten weer even rustig.
In de volgende maand volgde de verovering van Antwerpen door de Spanjaarden met de Spaanse Furie tot gevolg. Het begrip Spaanse Furie was al geïntroduceerd in 1572 toen Don Frederik Mechelen terugveroverde op de Opstandelingen. Deze beide veroveringen waren echter oorlogshandelingen en het gebeuren in Maastricht een strafmaatregel. Dat neemt niet weg dat deze drie gebeurtenissen in Noord-Nederland flink door de propagandamachine uitgebuit werden. Overal verschenen plakkaten waar in geuren en kleuren verhaal gedaan werd over wat er van de Spanjaarden te verwachten viel bij een inname. Philips II zou ervaren dat de boekdrukkunst gemeengoed geworden was! Niet dat de bevolking van Maastricht daar veel aan had.
Het vertrek van het Spaanse garnizoen -1577
Ad 2. De Pacificatie van Gent was een overeenkomt tussen de opstandige gewesten en werd niet ondertekend door Philips II of zijn vertegenwoordiger, de landvoogd in Brussel. Belangrijkste eis in de Pacificatie was het vertrek (wegens wangedrag) van Spaanse troepen uit de conflictgebieden. Er was geen kijk op medewerking van Philips en de Opstandelingen zochten naarstig naar instrumenten om hem te dwingen. De poging hem om te kopen met een grote som geld en de betaling van de achterstallige soldij aan zijn muitende troepen hadden succes. Op 12 februari 1577 sloten zij in Marche-en-Famenne (Ardennen) het Eeuwig Edict met de landvoogd van Philips, op dat moment Don Juan van Oostenrijk. Daarin verplichtte Don Juan zich de Generale Unie, ook wel Unie van Brussel, van 9 januari voorafgaand op te volgen. Hoofdpunt daarin was de terugtrekking van de Spaanse troepen conform de Pacificatie van Gent. Zo kregen de Opstandelingen indirect alsnog een handtekening onder dat eisenpakket.
Op 27 april verliet het Spaanse garnizoen, als onderdeel van de zojuist gesloten overeenkomst, daadwerkelijk Maastricht. Nagehoond door de bevolking.
De plundering van Maastricht na de inname door Farnese - 1579
Ad 3. Op 24 juli 1577 schond Don Juan het verdrag door de campagne tegen de opstandige gewesten weer op te pakken met de verovering van de citadel van Namen. Het eerste bestand in de oorlog had vijf maanden geduurd. De betaling door die gewesten had het Spaanse leger voorlopig door de geldzorgen heen geholpen en het moreel zal vast gestegen zijn. In december 1577 werd Alexandro Farnese aan het leger van Don Juan toegevoegd. Ze waren neven maar dat nam niet weg dat Farnese door Philips als oppasser toegevoegd was omdat Don Juan niet vertrouwd werd. De volgende campagne was tamelijk succesvol met een reeks successen die de Opstandelingen in een benarde situatie brachten.
Op 1 oktober 1578 stierf Don Juan, nadat hij Farnese al als zijn opvolger aangewezen had. De geruchten dat iemand met gif een handje geholpen had waren niet van de lucht.
http://dutchrevolt.leiden.edu/Dutch/...ostenrijk.aspx
Philips II had eigenlijk Matthias van het Heilige Roomse Rijk als opvolger van Don Juan aangewezen maar ging alsnog akkoord met het doordrukken van Farneses benoeming. Zo niet de opstandige gewesten, die Farnese niet erkenden omdat Don Juan achter de benoeming zat en Farnese te militant in hun ogen was. Niet dat zij iets in te brengen hadden. In de volgende campagne van Farnese werden Limbourg, Dalhem en Valkenburg ingenomen, maar het belangrijkste doel was de inname van de sterkste vesting in het Maasdal, Maastricht. In maart 1579 omsingelde een 34.000 man tellende troepenmacht de stad. Die had op dat moment een garnizoen van 1200 man, samengesteld uit Engelsen, Schotten en Fransen, welk legertje aangevuld werd met zo’n 4000 bewapende burgers. Het geheel stond onder leiding van Schwarzenberg, maar omdat Willem van Oranje geen vertrouwen had in de militaire capaciteiten van deze man had hij de uit Lotharingen afkomstige genie-ingenieur Tapin toegevoegd. Deze laatste was in werkelijkheid de drijvende kracht achter de verdediging van de stad, waarmee hij de achting van zijn tegenstander verdiende. Beide leidinggevenden sneuvelden in de finale gevechten op 29 juni 1579, waarbij de stad door de Spaanse troepen overrompeld werd.
Alhoewel een plundering in de lijn der verwachtingen lag was de wraak van de Spanjaarden buitensporig te noemen. Drie dagen duurde het roven en moorden. Naar schatting verloren bijna 1000 militairen en 800 burgers, waaronder vrouwen en kinderen, het leven.
Er zijn natuurlijk meer gronden te bedenken voor de heftige reactie van de Spanjaarden. De weerstand van het garnizoen was buiten verwachting en had veel Spaanse levens gekost. Dan was er het ongeluk met een springlading, die een bres in de muur had moeten slaan, maar dat in het personeelsbestand van de belegeraars deed. Al met al had de verovering van Maastricht drie maanden geduurd, ten koste van vele levens bij de belegeraars. Reden voor extra woede bij de veroveraars.
De inname kwam net op tijd, want Farnese leed weer eens onder geldgebrek en de plundering kwam als geroepen. Na Maastricht stokte de opmars van Farnese abrupt.
De aanname dat er geen plundering gevolgd zou zijn als het garnizoen zich meteen op de eis van Farnese had overgegeven kan, gezien de praktijk van verdeling van oorlogsbuit onder het voltallige leger, als utopie gezien worden. Er was in elk geval geplunderd. Dat bleef ook in de jaren daarna en ook door de Staatse troepen praktijk. Pas de opvolgers van Willem van Oranje, Maurits en Frederik Hendrik, zagen het belang in van goede betaling en voeding en een gedisciplineerd leger en kochten de plundering door hun eigen leger af door een premiebetaling ineens. Dit werd wel gereserveerd voor veroveringen van Nederlandse steden, waarmee de Staten-Generaal aansluitend verder wilde als onderdeel van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Bronnen:
P. Ubachs, Handboek voor de Geschiedenis van Limburg, 2000
P. Ubachs/I. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht, 2005
J.I. Israel, De Republiek 1477-1806, 1996
Wikipedia
Overig Internet
Afbeeldingen allemaal uit het bestand van het Rijksmuseum te Amsterdam, behalve het portret van Parma (Wikipedia).
Ik heb van alle afbeeldingen hoge-resolutiebestanden beschikbaar. Stuur een bericht als er interesse bestaat.
Extra:
Alexandro Farnese 1545-1592. Vanaf 1586 hertog van Parma. Hij was de zoon van Margaretha van Parma en Ottavio Farnese, hertog van Parma, en dus een onwettige kleinzoon van keizer Karel V en via zijn vader een achterkleinzoon van Paus Paulus III.
Ketterverbranding Jan Bosch in Maastricht - 1559
Geseling schoolmeesteres Ursel - 1570
De oververmoeide bewaking van de Brusselsepoort wordt in de slaap overmeesterd - 1579
Opmerking