In het Nieuws van de dag: kleine courant van 12 juli 1880 werd de achtste brief van Pietro "d'n Hollender" gepubliceerd.

Het was hoog zomer en Pietro vermaakte zich volop in het Stadspark waar in het paviljoen muziekuitvoeringen plaatsvonden. Ook stond daar een monumentale ketel met kokend water: "Aan deze warme bron kunnen zich nu de theeliefhebbers naar hartelust laven. Hoe beuzelachtigen die theeaangelegenheid moge voorkomen, als iets echt Maastrichtsch komt aan dien ketel een plaatsje in deze causerie toe."

Zoals onze generatie na sluiting van de dans(drink)gelegenheden in het weekend voor ons vertier naar Vroenhoven verhuisden, zo gingen onze voorouders naar Slavante. De uitspanning was the place to be: "Heeren met potlood en papier gaan langs de tafeltjes, handschoenen worden aangetrokken, kuiven opgestreken, verlangende blikken op de danszaal geslagen. Het orkest zwijgt, en dadelijk daarop ontlokt een muzikaal inwoner van St. Pieter aan de piano hare eerste lonen, die weldra samensmelten tot een wals, polka of iets dergelijks. Op dit signaal vliegt alles op, hij en zij omarmen elkaar en draaien eenige malen in de rondte, waarna hij haar aan een ander overgeeft, die eveneens met haar ronddraait enz., tout comme chez nous."


In Maastricht werd in die tijd een afdeling van de Dierenbescherming opgericht. Pietro stelde in zijn brief dat het: "een bijna doorgaande regel dat dierenbeulen tevens menschenplagers zijn." Waar heb ik dit meer gehoord dat mensen die huiselijk geweld plegen ook dieren mishandelen? Uzze Hollender wais wel iets voorbarig toen hij stelde: "Voortaan zullen hier geen dieren meer gebeuld, erga: geen menschen meer geplaagd worden !!" Alleen moesten dierenbeschermers wegblijven op de marktdagen, de trekhonden maakten er altijd een hels spektakel van als zij elkaar begroeten.

Pietro maakte er ook gewag van dat de gemeente gelden beschikbaar had gesteld om de Helpoort een opknapbeurt te geven. Hij was er van overtuigd dat de Helpoort de enige poort in Nederland was uit de lang vervlogen tijd.
Van de Helpoort maakte hij een enorme stap naar de vrijetijdsinvulling van de Mestreechteneer, het vissen: "Een paar hengelaars toch zijn voldoende om op de Maasbrug of langs het Kanaal een volksoploop te doen ontstaan, terwijl de drijvende dobber bij den voorbijganger eene mate van belangstelling opwekt, die hem belet verder te gaan."


http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dd...9:mpeg21:a0071