In het Nieuws van de dag: kleine courant van 2 juni 1880 werd de zevende brief van Pietro "d'n Hollender" gepubliceerd.
Zoals menig toerist bezocht Pietro de het grottenstelsel van de St. Pietersberg.
"Met kloppend hart en onzekeren tred dalen wij af in den doolhof van donkere, onheilspellende gangen van den Pietersberg, waarin men zonder Ariadnedraad (kluwen wol), in casu den geleider, zekerlijk verdwaalt, omkomt en versteent."

Gaande weg zijn tocht door de berg werd hem het verhaal uit 1610 verteld waarbij vier verdwaalde monniken de dood vonden. Na een zevendaagse zoektocht werden hun stoffelijke overschotten uitgemergeld aangetroffen. De gids bracht Pietro naar de plaats waar zij stierven. Hun sombere geschiedenis werd met houtskool op de wanden weergegeven. Met enig cynisme schreef Pietro:
"Die geestelijke broeders hadden dus slechts de twee eerste phases doorloopen van den climax: verdwalen, omkomen, versteenen. Tot versteenen is het niet gekomen, omdat men hunne lijken bij tijds heeft teruggevonden."

Ook verhaalde hij over de diefstal van de eerste wereldberoemde Mosasaurus Hofmannie door de Fransen tijdens de Franse bezetting. De laatste ontdekking is dat de eigenaar van de groeve waar deze Mosasaurus werd gevonden Godding heette. Dus eigenlijk is het de mosasaurus Godding en niet mosasaurus Hofmannie, maar hier zal het laatste woord nog niet over gezegd zijn.
Volgens Pietro zou de mergellaag 124 voet ( een voet is 304,8 millimeter) dik, dus ongeveer 377 meter. Of deze veronderstelling juist is, moeten we aan de geleerden overlaten.

De gids vertelde tot afsluiting aan de deelnemers van de onderaardse tocht dat in augustus 1880 de St. Pietersberg schitterend verlicht zou worden voor de landbouwfeesten. Hierna keerde Pietro terug naar de Markt. Daar was de St. Servaas- of voorjaarkermis. De impressie van Pietro schets een duidelijk beeld van een kermis ruim 125 jaar geleden.
"Op de markt is alles vereenigd, wat een mensch abnormaal kan maken. Daar bestaat gelegenheid om te huiveren bij de halsbrekende toeren' van kunstenaars, die op hunne beurt huiveren van de kou, wanneer zij zich in hunne lichte kleeding buiten vertoonen. Daar kan men zich ziek eten aan oliebollen, koek, appelen en rumbeignets en gebakken aardappelen, of zich duizelig draaien in velocipèdemolens, of zich zeeziek schommelen in de balancoires de Paris, en eindelijk zich opwinden over de schreeuwende partijdigheid en onbillijkheid der natuur, die de menschen zoo ongelijk zwaar en dik laat worden. Eene dame laat zich o. a. bekijken, die een verbazend aantal kilogrammen weegt, en wier kuiten een omtrek hebben van de middel van een Pruisisch vaandrig. Daarnaast is een tent, die het opschrift draagt: Au plu bo jardin de sultan. De eigenaar schijnt het eens te zijn met Multatuli, dat men moet schrijven zooals men spreekt. In de verwachting dat wij op een weinig kostbare wijze den sultan of althans iets van zijne dagelijksche omgeving te zien zouden krijgen, werden wij deerlijk bedrogen. 't Zag er daar binnen allesbehalve oostersch uit; de sultan en de plu bo jardin schitterden door hunne afwezigheid. Daarentegen sloeg de eigenaar van de tent munt uit de mismaaktheid van een dwergachtig mannetje van veertig jaar. C'est un métier, comme un autre! Daartegenover een wassenbeeldenspel, en daarnaast eene vrouw met drie hoofden. Dat die dame leeft willen wij gaarne aannemen, maar of de hoofden alle drie springlevend zijn, kunnen wij nog zoe dadelijk niet toegeven."

De draaimolen op de kermis bracht Pietro naar gelukkiger tijden in zijn kindsheid, waar hij geruime tijd naar bleef kijken. Hij beëindigde zijn brief als volgt:
"Nog moeten wij melding maken van een heel eigenaardig schouwspel op de. Kleine gracht. Daar wordt, in tableaux vivants, het leven en lijden van Christus voorgesteld. Voeg nu hierbij het noodige aantal orgels, violen, straatmuzikanten, zigeuners, doedelzakken, zangers en zangeressen, turksche trommen en rinkelbellen, photographie- en koekkramen, tir de salons enz. enz., en de beschrijving van de Servaaskermis is voltooid, en tevens de 7de Maastrichtsche brief. PIETRO."

Bron:
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010063106:mpeg21:a0045
02-06-1880


Tags: Geen